ECLI:NL:RBHAA:2007:BD2042
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Fortuin
- mrs. Toeter
- mr. Eichperger
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor opzettelijke invoer van cocaïne met verbeurdverklaring van in beslag genomen voorwerpen
Op 28 november 2007 heeft de Rechtbank Haarlem uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die op 18 september 2007 op Schiphol opzettelijk een hoeveelheid cocaïne heeft ingevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte, zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland en thans gedetineerd, werd beschuldigd van het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De rechtbank achtte het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, onder andere op basis van de bekennende verklaring van de verdachte en diverse proces-verbalen van de politie en het Douane Laboratorium.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar was en dat er geen omstandigheden waren die de strafbaarheid uitsloten. De officier van justitie had een gevangenisstraf van twaalf maanden geëist, maar de rechtbank besloot tot een straf van negen maanden, met aftrek van de tijd die de verdachte al in voorlopige hechtenis had doorgebracht. De rechtbank motiveerde haar beslissing door te wijzen op de ernst van het feit en de schadelijke gevolgen van de invoer van cocaïne voor de gezondheid van anderen.
Daarnaast verklaarde de rechtbank alle in beslag genomen voorwerpen, waaronder vliegtickets en telefoons, verbeurd, omdat deze voorwerpen gebruikt waren bij het begaan van het strafbare feit. De rechtbank benadrukte dat de invoer van een dergelijke hoeveelheid cocaïne bestemd moest zijn voor verdere verspreiding en dat dit soort criminaliteit vaak gepaard gaat met andere vormen van criminaliteit. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.