ECLI:NL:RBHAA:2007:BB8817
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.C.J. Robert
- M. Hoendervoogt
- J.M. ten Voorde
- Rechtspraak.nl
Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in strafzaak met betrekking tot drugshandel en criminele organisatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 2 november 2007 uitspraak gedaan over de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde, die eerder door het Gerechtshof Amsterdam was veroordeeld voor drugshandel en deelname aan een criminele organisatie. De officier van justitie had een vordering ingediend tot ontneming van een bedrag van € 49.205,--, gebaseerd op de veronderstelling dat dit bedrag wederrechtelijk was verkregen uit de criminele activiteiten van de veroordeelde. De rechtbank oordeelde echter dat alleen een bedrag kan worden ontnomen waarvan aanwijzingen bestaan dat het wederrechtelijk is verkregen van een strafbaar feit waarvoor de veroordeelde is veroordeeld. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie kritisch bekeken en vastgesteld dat er geen causaal verband bestaat tussen het aangetroffen geld en de criminele activiteiten van de veroordeelde, vooral omdat hij voor bepaalde feiten was vrijgesproken. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met eerdere toezeggingen van het Openbaar Ministerie en de verklaringen van de veroordeelde over leningen van familieleden. Uiteindelijk heeft de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op € 14.445,--, dat de veroordeelde aan de Staat moet betalen. Deze beslissing is genomen na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden van de zaak, waarbij de rechtbank de relevante jurisprudentie, waaronder de uitspraak van het EHRM in de zaak Geerings, in acht heeft genomen.