RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton Locatie Zaandam
zaak/rolnr.: 356980 / CV EXPL 07-4871
datum uitspraak: 29 november 2007
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
Espresso Service Dienst B.V.
te Purmerend
eisende partij
hierna te noemen Espresso Service Dienst
gemachtigde mr. D. Laus
De Bronzen Engel B.V.
te 1442 LB Purmerend, Van IJsendijkstraat 397,
gedaagde partij
hierna te noemen Bronzen Engel
gemachtigde M. Fifis.
Espresso Service Dienst heeft op gronden zoals in de dagvaarding vermeld een vordering ingesteld tegen Bronzen Engel.
Hierop heeft Bronzen Engel geantwoord.
Vervolgens is schriftelijk voort geprocedeerd.
Tenslotte is de uitspraak op vandaag bepaald.
De inhoud van alle processtukken, waaronder begrepen de door Espresso Service Dienst overgelegde producties, wordt als hier overgenomen beschouwd.
Espresso Service Dienst vordert dat de kantonrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, Bronzen Engel zal veroordelen aan Espresso Service Dienst te betalen de somma van € 1.346,37 in hoofdsom vermeerderd met € 325,-- wegens buitengerechtelijke incassokosten alsmede handelsrente en proceskosten.
Het verweer strekt tot gehele afwijzing van de vordering.
De beoordeling van het geschil
Het gaat in deze zaak kort samengevat om het volgende.
Espresso Service Dienst heeft in opdracht en voor rekening van Bronzen Engel in 2006 vijf reparaties verricht aan een espressomachine. De eerste twee reparaties zijn betaald. Eén is uit coulance kosteloos verricht, terwijl er twee onbetaald zijn gebleven. Voor die laatste reparaties is op 14 augustus 2006 een bedrag groot € 488,50 gefactureerd en op 7 september 2006 een bedrag groot € 857,87. Er gold een betalingstermijn van 14 dagen. Bronzen Engel weigert de twee onbetaald gebleven reparaties te betalen, kort samengevat omdat de monteur van Espresso Service Dienst bij de derde reparatie ten onrechte zou hebben gezegd dat de machine in goede staat verkeerde, terwijl deze in feite aan vervanging toe was, hetgeen kort daarop ook is gebeurd.
Daarover wordt het volgende overwogen.
Aan Bronzen Engel moet onmiddellijk worden toegegeven dat een monteur desgevraagd niet mag zeggen dat een apparaat nog in goede staat verkeert, als dit kennelijk en zichtbaar reeds aan vervanging toe is, waardoor reparatie economisch onverantwoord is te achten. Als de klant, afgaande op zo’n onware mededeling besluit om het versleten apparaat toch nog maar te laten repareren, dan kán er daarom reden zijn om de kosten daarvan geheel of ten dele ten laste van de reparateur te laten.
In de onderhavige zaak is weliswaar niet door Espresso Service Dienst tegengesproken dat haar monteur bij gelegenheid van de derde reparatie aan Bronzen Engel heeft verzekerd dat het espressoapparaat nog in goede staat verkeerde, maar niet gebleken is dat hij deze mededeling tegen beter weten in heeft gedaan. Weliswaar heeft Bronzen Engel dat laatste betoogd, maar daarvan is geen bewijs geleverd noch voldoende concreet aangeboden. In dat verband moet mede in aanmerking worden genomen dat het hier om een al wat ouder apparaat ging waarvoor, ten tijde van de in deze procedure bedoelde reparaties, geen onderhoudscontract liep en waaraan dus niet de gebruikelijke servicebeurten werden gegeven. Dat zo’n apparaat meer storingsgevoelig is dan een nieuw apparaat, waaraan wel geregeld servicebeurten worden uitgevoerd, spreekt voor zichzelf, maar dat hoeft nog niet te betekenen dat reparaties daarom ook economisch onverantwoord zijn. Dat is uiteindelijk een kwestie van afweging. Het is aan de gebruiker van zo’n gedateerd apparaat om die afweging te maken en te besluiten of hij het risico neemt van verdere reparatiekosten, dan wel dat hij overgaat tot aanschaf van een nieuw exemplaar. Het gaat niet aan de verantwoordelijkheid daarvan af te schuiven op de reparateur.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat het verweer niet opgaat en dat de vordering moet worden toegewezen, dit met dien verstande dat de buitengerechtelijke incassokosten worden gemaximeerd op € 300,--.
Omtrent de proceskosten moet worden beslist zoals hierna bepaald.
Bronzen Engel wordt veroordeeld om aan Espresso Service Dienst te betalen de somma van € 1.646,37 vermeerderd met de wettelijke handelsrente ex artikel 6.119a lid 1 van het Burgerlijk Wetboek over € 488,50 vanaf 29 augustus 2006 en over
€ 857,87 vanaf 22 september 2006, telkens tot de dag dat betaald is.
Bronzen Engel wordt veroordeeld in de kosten van deze procedure, deze voor zover gerezen aan de zijde van Espresso Service Dienst tot op heden begroot op € 521,85 waarvan € 300,-- wegens salaris van de gemachtigde.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar verklaard bij voorraad.
Het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.M.Visser, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 29 november 2007, in tegenwoordigheid van de griffier.