ECLI:NL:RBHAA:2007:BB8628
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.J.M. Burg
- mr. Hobo
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid douaneambtenaar bij paspoortcontrole en inbeslagname van goederen
In deze zaak stond de bevoegdheid van de douaneambtenaar centraal, specifiek of deze bevoegd was om het paspoort van de verdachte te vragen tijdens een douanecontrole op Schiphol. De verdachte arriveerde op 19 december 2006 vanuit Atlanta en nam de groene doorgang. Tijdens de controle vroeg de douaneambtenaar naar de herkomst van een horloge dat de verdachte droeg. De verdachte verklaarde dat hij het horloge van zijn vriendin had gekregen en dat hij niet wist waar het was gekocht. Na een controle van zijn handbagage, waarbij geen onregelmatigheden werden gevonden, vroeg de ambtenaar de verdachte om het horloge af te geven voor verdere beoordeling. De verdachte weigerde zijn paspoort te tonen, wat leidde tot zijn aanhouding.
De politierechter oordeelde dat de douane niet voldoende objectieve criteria had om te twijfelen aan de verklaring van de verdachte dat het horloge een terugkerend goed was, dat vrijgesteld was van belasting. De rechter stelde vast dat de douaneambtenaar niet gerechtigd was om de verdachte te dwingen zijn paspoort te tonen, omdat er geen gerede twijfel bestond over de herkomst van het horloge. De politierechter concludeerde dat de verdachte niet verplicht was om mee te werken aan de inbeslagname van het horloge en sprak hem vrij van de tenlastelegging.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor douaneautoriteiten om objectieve criteria te hanteren bij het verlangen van bewijs van goederen die als terugkerende goederen worden beschouwd. De rechter wees op de relevante wetgeving en eerdere jurisprudentie, die de rechten van reizigers beschermt tegen onterecht ingrijpen door douaneambtenaren.