ECLI:NL:RBHAA:2007:BB5987
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.J.M. Burg
- W.C.J. Robert
- C. Hummel
- Rechtspraak.nl
Opzettelijke invoer van cocaïne met verbeurdverklaring van in beslag genomen voorwerpen
De rechtbank Haarlem heeft op 8 oktober 2007 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die op 12 juni 2007 op Schiphol 19981,3 gram cocaïne opzettelijk heeft ingevoerd. De verdachte, geboren op een onbekende datum en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was op het moment van de uitspraak gedetineerd in PI Utrecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte heeft tijdens de terechtzitting verklaard dat hij wist dat hij verdovende middelen bij zich had en dat hij de inhoud van een pakket in het vliegtuig had onderzocht, waaruit bleek dat het cocaïne betrof. De rechtbank heeft op basis van deze verklaring en andere bewijsmiddelen, waaronder proces-verbaal van bevindingen en een deskundigenrapport van het Douane Laboratorium, de opzettelijke invoer van cocaïne bewezen verklaard.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 44 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Daarnaast zijn de in beslag genomen voorwerpen, waaronder een vliegticket en een telefoontoestel, verbeurd verklaard, omdat deze voorwerpen zijn gebruikt bij het begaan van het strafbare feit. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan, maar heeft geen aanleiding gezien om een lagere straf op te leggen dan gebruikelijk in soortgelijke zaken. De rechtbank heeft de verdachte ook vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen zijn verklaard.