ECLI:NL:RBHAA:2007:BB2597
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Betaling van abonnementsgelden door gedaagde aan UPC Nederland B.V. na intrekking van automatische incasso
In deze zaak vorderde UPC Nederland B.V. betaling van abonnementsgelden van gedaagde, die een abonnement had voor radio- en televisieprogramma's. Gedaagde had op 23 maart 2005 de machtiging tot automatische incasso ingetrokken, in de veronderstelling dat zij daarmee de overeenkomst had opgezegd. UPC betwistte deze opzegging en stelde dat de intrekking van de machtiging slechts een wijziging van de betalingswijze was en geen beëindiging van de overeenkomst. De kantonrechter oordeelde dat de intrekking van de machtiging niet gelijkstond aan een beëindiging van de overeenkomst. Gedaagde had de verplichting om de abonnementsgelden te blijven betalen, ongeacht of zij via UPC of een andere leverancier naar programma's keek. De rechter verwierp het verweer van gedaagde en oordeelde dat zij in verzuim was gekomen door de facturen onbetaald te laten. De overeenkomst bleef bestaan tot de ontbinding door UPC op 9 juni 2006. Gedaagde werd veroordeeld tot betaling van € 252,06, vermeerderd met rente en proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.