ANVR c.s. vordert om bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. te verklaren voor recht dat de Passenger Service Charge ook na 1 januari 1997 deel uitmaakt van de grondslag voor de berekening van de door gedaagden aan de IATA-agenten verschuldigde commissie;
2. te verklaren voor recht dat de Passenger Service Charge in aanmerking dient te worden genomen bij de vaststelling van de “Flown Revenue” waarover “override commissie” wordt berekend, zulks met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 1997;
1. primair gedaagde sub 1,2 en 4 ieder te veroordelen om binnen 14 dagen na betekening van het ten dezen te wijzen vonnis aan ADP GSI Nederland schriftelijk toestemming te verlenen om de berekening van de verschuldigde commissie te maken vanaf 1 januari 1997 tot en met 31 december 2004 en gedaagde sub 3 te veroordelen om binnen 14 dagen na betekening van het ten dezen te wijzen vonnis aan ADP GSI Nederland schriftelijk toestemming te verlenen om de berekening van de verschuldigde commissie te maken vanaf 11 april 2000 tot en met 31 december 2004;
subsidiair gedaagden ieder te veroordelen om binnen 14 dagen na betekening van het ten deze te wijzen vonnis aan eiseressen inzake, afschrift of uittreksel te verschaffen van de onder 20 van de dagvaarding bedoelde bescheiden, zodat zij in staat zijn de door gedaagden verschuldigde commissie over de PSC door ADP GSI Nederland te laten berekenen;
primair en subsidiair op straffe van een eenmalige dwangsom van € 1.000.000,-- per gedaagde en € 5.000,-- voor iedere dag dat een gedaagde in gebreke blijft om aan het ten dezen te wijzen vonnis te voldoen;
4. primair gedaagden ieder te veroordelen aan alle luchtvaartagenten in Nederland die geaccrediteerd zijn door IATA en lid zijn van VLZ, waaronder eiseressen sub 2 t/m 4, te betalen de aldus door ADP GSI Nederland berekende achterstallige commissie over de PSC, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 1997 voor gedaagden sub 1,2 en 4 en vanaf 11 april 2000 voor gedaagde sub 3, althans voor de respectieve bedragen vanaf de respectieve data van verzuim, althans voor gedaagden sub 1,2 en 4 vanaf 31 januari 2002 en voor gedaagde sub 3 vanaf 11 april 2005, althans vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
subsidiair gedaagden ieder te veroordelen om aan alle luchtvaartagenten in Nederland die geaccrediteerd zijn door IATA en lid zijn van VLZ, waaronder eiseressen sub 2 t/m 4, te betalen de achterstallige commissie over de PSC , zoals deze door de kantonrechter nader in deze procedure zal worden vastgesteld;
5. gedaagden ieder te veroordelen om op eerste verzoek van ADP GSI Nederland over te gaan tot betaling aan haar van de ter zake van de berekening verschuldigde kosten, zulks op straffe van een dwangsom van € 5.000,-- per gedaagde voor elke dag dat een gedaagde in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen;
6. gedaagden hoofdelijk, des dat de een betalende de anderen zullen zijn bevrijd, te veroordelen in de kosten van deze procedure, een salaris voor de gemachtigde van eiseressen daaronder begrepen