ECLI:NL:RBHAA:2007:BB0973
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A. van Amsterdam
- J. van Rijn
- M. Tulp
- Rechtspraak.nl
Navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen; administratieplicht en omkering bewijslast
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 19 april 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, X, en verweerder, de inspecteur van de Belastingdienst P, over een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2001. Eiser, eigenaar van een buurtcafé, heeft niet voldaan aan de administratieplicht, doordat hij essentiële documenten zoals X-afslagen, Z-afslagen en het kladkasboek niet heeft bewaard. Dit heeft geleid tot de omkering van de bewijslast, waarbij de rechtbank oordeelt dat de verweerder niet op alle onderdelen van juiste uitgangspunten is uitgegaan bij het vaststellen van de navorderingsaanslag.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er veel kasverkeer plaatsvond in de onderneming van eiser, wat de noodzaak van een goede administratie onderstreept. Eiser heeft tijdens de zitting verklaard dat hij de navorderingsaanslag WAZ 2001 heeft ingetrokken, wat de focus op de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen heeft gelegd. De rechtbank heeft de berekening van de verweerder niet volledig als redelijk kunnen beschouwen, maar heeft wel enkele correcties aangebracht, waaronder een verhoging van het aantal glazen voor eigen gebruik en een aanpassing van het brutowinstpercentage.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser gegrond verklaard, de navorderingsaanslag verminderd tot een verzamelinkomen van € 41.936 en de boete verlaagd tot 10% van de nagevorderde belasting. De rechtbank heeft ook bepaald dat de Staat het griffierecht van € 38 aan eiser moet vergoeden en verweerder in de proceskosten van eiser moet vergoeden voor een bedrag van € 644. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.