ECLI:NL:RBHAA:2007:BA9745

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
11 juli 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
342927 CV EXPL 07-3225
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor betaling van facturen door gedaagde na verkoop van mediatak

In deze zaak vorderde eiser, een freelance journalist, betaling van facturen die hij had gestuurd aan sQueeze Media BV voor journalistieke bijdragen aan het tijdschrift sQueeze. Eiser stelde dat gedaagde, ARGO Media Group B.V., aansprakelijk was voor deze betalingen omdat de Nederlandse Tijdschriften Groep (NTG) haar mediatak had verkocht aan de huidige directeur en grootaandeelhouder van gedaagde. De kantonrechter oordeelde echter dat eiser niet had aangetoond dat gedaagde als opdrachtgever had te gelden. De rechter stelde vast dat het enkele feit dat een activiteit van een vennootschap werd verkocht aan een andere vennootschap niet automatisch betekent dat vorderingen met betrekking tot die activiteit ook op de koper overgaan. Eiser had zijn vordering onvoldoende onderbouwd en de kantonrechter wees de vordering af. De proceskosten werden aan eiser opgelegd, aangezien hij in het ongelijk werd gesteld. Het vonnis werd uitgesproken op 11 juli 2007 door mr. B. Vogel.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 342927/CV EXPL 07-3225
datum uitspraak: 11 juli 2007
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eisende partij,
gemachtigde European Credit Control,
-- tegen --
de besloten vennootschap ARGO Media Group B.V.,
gevestigd te Nieuw Vennep, gemeente Haarlemmermeer,
gedaagde partij,
vertegenwoordigd door H.J. Prins.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] respectievelijk AMG.
De procedure
[eiser] heeft AMG op 23 maart 2007 gedagvaard (met producties 1 tot en met 5). AMG heeft geantwoord. Na een rolbeschikking van 18 april 2007 heeft [eiser] gerepliceerd (met productie 6) en heeft AMG gedupliceerd. Vonnis is bepaald op heden.
Bij brief van 25 juni 2007 heeft [eiser] verzocht een nadere akte te mogen nemen.
De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweersproken inhoud van overgelegde producties, staat in dit geding het volgende vast:
a. [eiser] is journalist.
b. Op 3 februari 2005, 26 juli 2005 en 28 oktober 2005 heeft hij voor een totaalbedrag van € 1.071,-- facturen gezonden naar sQueeze Media BV met betrekking tot door hem ten behoeve van het tijdschrift sQueeze verrichte werkzaamheden.
c. Vanaf begin 2007 heeft de incassogemachtigde van [eiser] enige sommaties met betrekking tot het gefactureerde bedrag aan AMG gezonden.
d. De facturen zijn onbetaald gebleven.
De vordering
[eiser] vordert (samengevat) veroordeling van AMG tot betaling van de hoofdsom van
€ 1.071,-- en € 25,-- administratiekosten, vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf 1 maart 2005 en € 178,50 aan buitengerechtelijke incassokosten.
Hij stelt daartoe het volgende. Hij heeft voor AMG als freelancer werkzaamheden verricht van januari tot en met augustus 2005. De bijdragen van [eiser] zijn in de 1e tot en met de 6e uitgave van 2005 van het tijdschrift sQueeze geplaatst met vermelding van de naam van [eiser]. AMG heeft de facturen ondanks herhaalde sommatie niet betaald. Op de voet van artikel 6:96 BW is zij buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd. Tevens is zij de wettelijke handelsrente verschuldigd.
De facturen zijn abusievelijk gericht aan sQueeze Media BV. Dit is een lege vennootschap en het tijdschrift sQueeze wordt al een aantal jaren uitgegeven door de Nederlandse Tijdschriften Groep (hierna: NTG) van [XXX], maar deze heeft de gehele mediatak verkocht aan zijn directie, waaronder [YYY], de huidige directeur en grootaandeelhouder van AMG. AMG is de uitgever van sQueeze en daarom aansprakelijk voor het betalen van de facturen.
Het verweer
AMG heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Zij betwist dat zij journalistieke werkzaamheden van [eiser] heeft gekocht en afgenomen. Blijkens zijn facturen heeft [eiser] kennelijk een vordering op sQueeze Media BV. Dat is een andere entiteit dan AMG.
De beoordeling van het geschil
In het licht van de betwisting van de zijde van AMG dat zij als opdrachtgever heeft te gelden van [eiser] had het op de weg van laatstgenoemde gelegen de grondslag van zijn vordering nader te onderbouwen. Dit heeft hij nagelaten.
Het enkel stellen dat sQueeze Media BV een lege BV is, dat sQueeze wordt uitgegeven door NTG van [XXX] maar dat deze de mediatak heeft verkocht aan de directie, waaronder de directeur en grootaandeelhouder van AMG kan naar het oordeel van de kantonrechter niet als afdoende onderbouwing dienen. Doorslaggevend is immers welke vennootschap op het moment dat de werkzaamheden door [eiser] werden verricht - grofweg de eerste helft van 2005 - als opdrachtgever aangemerkt kon worden. Voorzover [eiser] met de hiervoor opgesomde stellingen beoogt aan te geven dat AMG in die periode eigenaar was van sQueeze heeft hij dit op geen enkele wijze onderbouwd. De door hem geschetste gebeurtenissen zijn immers niet door hem gedateerd (wanneer heeft een en ander plaatsgevonden?) en het enkele gegeven dat een bepaalde activiteit van een vennootschap - bijvoorbeeld het uitgeven van een tijdschrift - verkocht wordt aan een andere vennootschap, maakt niet zonder meer dat vorderingen met betrekking tot dat tijdschrift eveneens op de koper overgaan.
Uit de aanhef van de dagvaarding - waarin AMG is gedagvaard “als bestuurder van ARGO Lifestyle, m.h.o.d.n. “sQueeze”” - zou afgeleid kunnen worden dat [eiser] beoogd heeft om AMG op grond van bestuurdersaansprakelijkheid aansprakelijk te achten voor de factuurbedragen. Nu hij dit echter op geen enkele wijze heeft onderbouwd kan ook hieruit geen betalingsverplichting van AMG worden afgeleid.
[eiser] heeft zijn stelling dat AMG de door hem gefactureerde bedragen dient te betalen derhalve onvoldoende feitelijk onderbouwd. In dat licht wordt het bewijsaanbod van [eiser] - als onvoldoende specifiek - gepasseerd. Voorts is er geen aanleiding om [eiser] - als verzocht - toe te staan een nadere akte te nemen, nu de beoogde akte gezien het hiervoor overwogene geen invloed heeft op de te nemen beslissing.
Het bovenstaande leidt tot afwijzing van de door [eiser] gevorderde hoofdsom. Dit geldt eveneens voor de nevenvorderingen.
De proceskosten komen voor rekening van [eiser] omdat deze in het ongelijk wordt gesteld. Nu kennelijk een werknemer van AMG verweer is komen voeren wordt AMG geacht in persoon te procederen.
Beslissing
De kantonrechter:
- wijst het gevorderde af;
- veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van AMG tot en met vandaag worden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. B. Vogel en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.