ECLI:NL:RBHAA:2007:BA8823

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
20 juni 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
334445/CV EXPL 07-422
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de uitvoering van dakwerkzaamheden en schadevergoeding

In deze zaak heeft eiseres, een woningbezitster, gedaagde, Aannemingsbedrijf Webobouw, aangesproken voor gebreken aan het achterdak van haar woning. Eiseres vorderde schadevergoeding voor herstel- en expertisekosten, terwijl gedaagde zich beriep op verrekening, stellende dat eiseres niet het volledige factuurbedrag had voldaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de offerte van gedaagde geen duidelijkheid bood over de omvang van de werkzaamheden. Eiseres stelde dat er was afgesproken dat het gehele pannendak zou worden vervangen, maar de rechtbank oordeelde dat niet was komen vast te staan dat dit de overeenkomst was. De kantonrechter concludeerde dat gedaagde slechts het achterdak had moeten vervangen en dat de gebreken aan het dak wanprestatie vormden. De totale schade van eiseres werd vastgesteld op € 4.902,01, inclusief expertisekosten. Gedaagde had een tegenvordering, maar de rechtbank oordeelde dat de vordering van eiseres toewijsbaar was tot een bedrag van € 657,67. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat ieder partij zijn eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken door mr. B. Vogel op 20 juni 2007.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 334445/CV EXPL 07-422
datum uitspraak: 20 juni 2007
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
[eiseres]
te [woonplaats]
eisende partij
gemachtigde: C.T. Snijder
tegen
1. de vennootschap onder firma Aannemingsbedrijf Webobouw
te IJmuiden
2. [AAA]
te [woonplaats]
3. [BBB]
te [woonplaats]
4. [CCC]
te [woonplaats]
5. [DDD]
te [woonplaats]
gedaagde partijen
allen vertegenwoordigd door [AAA]
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] respectievelijk Webo.
De procedure
[eiseres] heeft Webo op 27 december 2006 gedagvaard (met 11 producties). Webo heeft geantwoord (met 15 producties). Bij vonnis van 28 februari 2007 is een comparitie van partijen gelast. De comparitie heeft plaatsgevonden op 25 april 2007, waarna vonnis (nader) is bepaald op heden. Partijen hebben de kantonrechter uitdrukkelijk verzocht eindvonnis te wijzen.
De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweersproken inhoud van overgelegde producties, staat in dit geding het volgende vast:
a. Webo heeft op 14 juni 2004 twee offertes aan [eiseres] gezonden. De eerste betrof de vervanging van de bijkeuken en het toilet aan de achterzijde van de woning (aanneemsom € 27.112,28 inclusief BTW) en de tweede betrof “het vervangen van de dakpannen, panlatten, daktengels en diverse werkzaamheden” (aanneemsom € 5.785,19 inclusief BTW).
b. [eiseres] heeft de beide offertes op 23 juni 2004 voor akkoord getekend.
c. Webo heeft eerst de werkzaamheden met betrekking tot de bijkeuken en het toilet uitgevoerd en heeft op 28 januari 2005 de slotfacturen aan [eiseres] gezonden.
d. Na enige onenigheid omtrent de oplevering heeft [eiseres] op 3 juni 2005 de laatste factuur voldaan.
e. Medio juni 2005 heeft Webo dakwerkzaamheden bij [eiseres] verricht aan de achterzijde van de woning.
f. Webo heeft op 15 juni 2005 een offerte betreffende dakwerkzaamheden aan de voorgevel van het woonhuis aan [eiseres] doen toekomen (aanneemsom € 3.500,--).
g. Op 24 juni 2005 heeft Webo € 5.785,19 aan [eiseres] gefactureerd.
h. In juli 2005 heeft Kras Bouw Advies (hierna: Kras) in opdracht van [eiseres] een calculatie gemaakt in verband met de controle van de offerte van Webo. In zijn calculatie komt Kras op een totale aanneemsom voor het achterdak van € 3.676,41 (inclusief bedrijfskosten, winst en risico en BTW). Voor zijn calculatie heeft Kras € 99,96 aan [eiseres] gefactureerd.
i. [eiseres] heeft op enig moment een bedrag van € 2.369,37 aan Webo betaald en daarmee een bedrag van € 3.415,82 onbetaald gelaten.
j. Vanaf oktober 2005 zijn partijen in een briefwisseling verzeild geraakt aangaande de vraag of Webo op14 juni 2004 geoffreerd had om het hele dak te vervangen of slechts het achterdak. Voorts zijn zij in discussie geraakt over de kwaliteit van de werkzaamheden van Webo.
k. Op 18 april 2006 heeft BDA Dakadvies BV (hierna: BDA) in opdracht van [eiseres] de door Webo verrichte werkzaamheden onderzocht. In haar rapport van 30 mei 2006 concludeert BDA dat er een groot aantal onvolkomenheden kleven aan het dak en dat herstel slechts mogelijk is door volledige verwijdering van de door Webo gelegde dakpannen en panlatten. De herstelkosten raamt BDA in een aanvullende rapportage d.d. 14 juli 2006 op € 2.700,-- exclusief BTW.
l. BDA heeft voor het rapport en de kostenraming respectievelijk € 690,20 en € 535,50 (beide inclusief BTW) aan [eiseres] gefactureerd.
m. Webo is bij brief van 17 augustus 2006 door [eiseres] gesommeerd de gebreken te herstellen overeenkomstig het rapport van BDA. Hieraan heeft [eiseres] geen gehoor gegeven.
De vordering
[eiseres] vordert (samengevat) primair hoofdelijke veroordeling van Webo tot betaling van
€ 5.000,-- en subsidiair herstel van de door BDA vastgestelde gebreken binnen acht weken na het in deze te wijzen vonnis, op straffe van een dwangsom van € 500,-- per dag.
Zij stelt daartoe het volgende. Tijdens de uitvoering van de dakwerkzaamheden is tussen partijen discussie ontstaan over de vraag of Webo een heel dak of een half dak zou uitvoeren. Nadat de achterzijde van het pannendak door Webo was vervangen heeft zij - ondanks sommatie - de werkzaamheden niet meer voortgezet. [eiseres] heeft vervolgens niet het offertebedrag maar een redelijke vergoeding aan Webo betaald. Navraag leerde [eiseres] dat het door Webo berekende bedrag marktconform was voor het plaatsen van een geheel nieuw dak.
Bij controle van het dak in het najaar van 2005 zijn meerdere gebreken aan het werk geconstateerd. Webo is gesommeerd deze gebreken te herstellen, maar heeft aansprakelijkheid van de hand gewezen. [eiseres] heeft vervolgens BDA, een onafhankelijk expertisebureau, ingeschakeld. Deze heeft vastgesteld dat herstel € 3.676,31 kost (inclusief
6 % algemene kosten, 7 % winst en risico en 19 % BTW).
Webo heeft de gebreken - ondanks sommatie - niet hersteld. De schade die [eiseres] thans lijdt bedraagt € 5.001,97 (eerder genoemde € 3.676,31 + € 1.325,66 aan expertisekosten). Zij beperkt haar vordering tot € 5.000,--.
Het verweer
Webo heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Hij voert het volgende aan. Na oplevering van de bijkeuken bleven de slotfacturen onbetaald. Pas na 74 dagen ontving Webo een brief van [eiseres] waaruit bleek dat er klachten waren over de oplevering. Na aanvullende werkzaamheden heeft [eiseres] op 3 juni 2005 de slotfactuur voldaan, waarna een aanvangsdatum is afgesproken voor de werkzaamheden aan het achterdakvlak. Op verzoek van [eiseres] is ook een offerte uitgebracht voor het voordakvlak, maar dat is niet in opdracht gegeven. Na afronding van de werkzaamheden aan het achterdakvlak is op 24 juni 2005 een factuur verzonden naar [eiseres]. Betaling bleef uit zonder bericht of reden. Na 80 dagen (13 september 2005) is een aanmaning verzonden en op 4 oktober 2005 is de vordering uit handen gegeven aan deurwaarder Boeder. Pas per brief van 7 oktober 2005 - waar verwezen wordt naar een (als gevolg van de bouwvakantie) niet door Webo ontvangen brief van 16 augustus 2005 - verneemt Webo het standpunt van [eiseres] dat volgens haar vervanging van het gehele dakvlak zou zijn aangenomen. Dit is niet juist en blijkt uit de offerte van Webo. Dit standpunt wordt gesteund door de calculatie van BDA.
Met betrekking tot de door BDA geconstateerde gebreken heeft Webo zich steeds op het standpunt gesteld bereid te zijn deze te herstellen, mits er een bevredigende oplossing voor de financiële afwikkeling van het werk is verkregen.
Ter zitting heeft Webo aangegeven de door BDA geconstateerde gebreken en gecalculeerde herstelkosten te accepteren en haar vordering tegen de vordering van [eiseres] weg te willen strepen.
De beoordeling van het geschil
Nu ter comparitie door partijen is aangegeven dat zij een eindvonnis willen, zal geen nadere bewijslevering plaatsvinden.
In de eerste plaats dient beoordeeld te worden wat partijen op 14 juni 2004 zijn overeengekomen. Daaromtrent wordt overwogen dat de offerte van Webo geen uitsluitsel biedt. Uit de door [eiseres] overgelegde calculatie - die kennelijk bij de offerte was gevoegd - is op geen enkele wijze af te leiden of het een heel of een half dak betreft. Uit de (kennelijke voor intern gebruik bedoelde) calculatie van Webo is uit de hoeveelheid gecalculeerde materialen weliswaar te concluderen dat er een half dak bedoeld is, maar [eiseres] heeft deze calculatie niet ontvangen. Daaruit kan derhalve niet zonder meer afgeleid worden wat partijen zijn overeengekomen.
Webo heeft met betrekking tot dit punt aangevoerd dat zij door [eiseres] was benaderd voor de vervanging van de bijkeuken en het toilet achter haar woning, dat zij niet beschikt over een achterom en dat als gevolg daarvan de aan- en afvoer van bouw- en sloopmaterialen door de woning moet plaatsvinden. [eiseres] gaf aan daar erg tegenop te zien en heeft daarop Webo gevraagd tevens een prijsopgave te doen voor vervanging van het in slechte staat verkerende achterdakvlak. Dit zou dan in één arbeidsdag met de bijkeuken/toilet door de woning afgevoerd worden. De opdracht zou verstrekt worden als de financiële situatie het toeliet. De bijkeuken had prioriteit en het voordakvlak zou later uitgevoerd kunnen worden, want die werkzaamheden zouden vanaf de straatzijde uitgevoerd kunnen worden.
[eiseres] heeft daar tegenover gesteld dat overeengekomen is het gehele pannendak te vervangen, dat daarover discussie is ontstaan tijdens de uitvoering van het werk en dat zij Webo heeft gesommeerd ook de voorzijde te vervangen, maar dat deze dit heeft nagelaten.
Het volgende wordt overwogen. Doorslaggevend bij de beantwoording van de vraag wat partijen zijn overeengekomen is wat zij over en weer uit elkaars gedragingen en verklaringen mochten afleiden. Waar de offerte geen uitsluitsel biedt zal uit de overige omstandigheden moeten worden afgeleid wat zij zijn overeengekomen. De kantonrechter acht in dat verband de stelling van [eiseres] dat er tijdens de werkzaamheden discussie is ontstaan over de omvang van de uit te voeren werkzaamheden en dat zij Webo gesommeerd heeft ook de voorzijde uit te voeren, niet aannemelijk. Nu immers vast staat dat partijen over de uitvoering van de bijkeuken en de WC een uitgebreide deels schriftelijke discussie gevoerd hebben - waarbij beide partijen hebben geschermd met het inschakelen van juridische bijstand - had het voor de hand gelegen dat een discussie over de omvang van de werkzaamheden aan het dak ook op schrift gezet zou worden. Daarvan is echter niets gebleken. Ook de sommatie die [eiseres] in haar dagvaarding noemt is niet bij de processtukken gevoegd. Het had op de weg van [eiseres] gelegen haar stellingen hieromtrent nader feitelijk te onderbouwen. Dit heeft zij echter nagelaten. Uitgangspunt in deze procedure is daarom dat genoemde discussie en sommatie ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden niet hebben plaatsgevonden.
Thans kan derhalve slechts vastgesteld worden dat Webo medio juni 2005 de dakwerkzaamheden aan de achterzijde heeft uitgevoerd, dat zij ongeveer tezelfdertijd een offerte voor dakwerkzaamheden aan de voorzijde aan [eiseres] heeft gezonden en dat zij na afronding van de werkzaamheden een rekening naar [eiseres] heeft gezonden. Vervolgens is het geruime tijd van de zijde van [eiseres] stil gebleven. Uit deze verklaringen en gedragingen - Webo voert werkzaamheden aan een half dak uit, ruimt haar spullen op en stuurt een rekening, [eiseres] laat niets van zich horen - leidt de kantonrechter af dat zij op 14 juni 2004 waren overeengekomen dat Webo slechts het dak aan de achterzijde zou vervangen. Die conclusie wordt ondersteund door de door Webo overgelegde calculatie. Die komt immers voor wat betreft de gecalculeerde bedragen exact overeen met de calculatie die [eiseres] heeft ontvangen en ziet zonneklaar op een half dak. De omstandigheid dat de door [eiseres] ingeschakelde bouwkundige Kras vervolgens een veel lager bedrag als kennelijk redelijke aanneemsom calculeert - wat daar ook van zij, zie de feiten onder h. - doet aan een en ander niet af. Het is immers een vrije markt en het stond [eiseres] zonder meer vrij om ook andere aannemers om offertes te vragen. Dat zij dat niet doet en akkoord is gegaan met een thans in haar ogen te hoge aanneemsom ligt in haar risicosfeer.
Beoordeeld dient vervolgens te worden of [eiseres] de betaling van de factuur van 24 juni 2005 op goede gronden heeft opgeschort. De kantonrechter is van oordeel dat daarvan geen sprake is. In zijn algemeenheid geldt dat indien één van partijen haar verbintenis niet nakomt, de ander bevoegd is haar daartegenover staande verplichting op te schorten, maar van een dergelijke situatie was kort na het zenden van de factuur (nog) geen sprake. Webo had immers de overeengekomen werkzaamheden opgeleverd en gefactureerd en van inhoudelijke bezwaren van de zijde van [eiseres] is in die periode niet gebleken.
Met betrekking tot de door [eiseres] gestelde gebreken aan het werk geldt het volgende. Pas bij brief van 25 november 2005 maakt de gemachtigde van [eiseres] hiervan melding. In het rapport van BDA d.d. 30 mei 2006 - dat niet gemotiveerd door Webo is betwist en waar derhalve in deze procedure van uit kan worden gegaan - wordt bevestigd dat er een groot aantal gebreken kleeft aan het door Webo gelegde dak. Daarmee staat vast dat Webo wanprestatie heeft gepleegd. Waar partijen er, blijkens het verhandelde ter comparitie, beide van uitgaan dat Webo de gebreken aan het dak niet zal herstellen mondt één en ander uit in een verplichting van Webo de schade te vergoeden. Nu Webo ook de calculatie van BDA - waarin de schade wordt begroot op € 3.676,31 - niet gemotiveerd heeft betwist, zal daarvan uitgegaan worden. Op de voet van het bepaalde in artikel 6:96 lid 2 sub b. BW zijn de door BDA aan [eiseres] in rekening gebrachte kosten - € 1.225,70 - eveneens te beschouwen als schade als gevolg van de wanprestatie die voor rekening van Webo dient te komen. De totale schade van [eiseres] komt daarmee op € 4.902,01.
De opmerking van Webo ter comparitie dat hij de vorderingen tegen elkaar weg zou willen strepen beschouwt de kantonrechter als een verrekeningsverweer als bedoeld in artikel 6:136 BW. Thans dient derhalve beoordeeld te worden welk bedrag [eiseres] op grond van de tussen partijen geldende overeenkomst aan Webo dient te betalen.
Het volgende wordt overwogen. In zijn brief van 6 januari 2006 berekent de gemachtigde van Webo de openstaande som - inclusief rente en incassokosten en rekening houdend met de reeds gedane betaling van € 2.369,37 - op € 4.754,27. Waar partijen blijkens de toepasselijke voorwaarden uitdrukkelijk zijn overeengekomen dat [eiseres] incassokosten verschuldigd is bij te late betaling en er aantoonbaar incassoactiviteiten hebben plaatsgevonden terwijl er toen nog geen sprake was van een concrete tegenvordering van [eiseres], is de kantonrechter van oordeel dat buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn. Waar de toepasselijke voorwaarden uitgaan van 10 % van de aanneemsom zal daarvan worden uitgegaan. Deze kosten komen derhalve uit op een bedrag van € 578,52. Omdat uit de gegevens die partijen verstrekt hebben niet duidelijk is wanneer de deelbetaling van € 2.369,37 heeft plaatsgevonden zal de vervallen rente tot het moment dat er van een concrete tegenvordering van [eiseres] sprake was - toen mocht zij immers op grond van het in artikel 6:52 BW geformuleerde algemene opschortingsrecht haar betalingsverplichting wel opschorten - worden geschat op € 250,--. Een en ander leidt tot een verrekenbare tegenvordering van Webo op [eiseres] van € 4.244,34.
Het bovenstaande leidt er toe dat de vordering van [eiseres] toewijsbaar is tot een bedrag van € 657,67.
Al hetgeen partijen overigens hebben opgeworpen behoeft gezien het hiervoor vermelde geen nadere bespreking.
Omdat partijen over en weer op punten in het ongelijk zijn gesteld worden de proceskosten gecompenseerd, in die zin dat ieder van partijen de eigen kosten draagt.
Beslissing
De kantonrechter:
- veroordeelt Webo hoofdelijk tot betaling aan [eiseres] van € 657,67 te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 27 december 2006 tot aan de dag van de algehele voldoening;
- compenseert de proceskosten in die zin dat ieder van partijen de eigen kosten draagt;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af hetgeen meer of anders mocht zijn gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. B. Vogel en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.