ECLI:NL:RBHAA:2007:BA8085
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.P. Veenhof
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van de dagvaarding in huurgeschil tussen Gemeente Haarlem en particulier
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 27 juni 2007 uitspraak gedaan in een huurgeschil tussen de Gemeente Haarlem en een particulier, aangeduid als gedaagde. De Gemeente had gedaagde gedagvaard voor het betalen van achterstallige huurpenningen en schadevergoeding, maar de dagvaarding vertoonde aanzienlijke gebreken. De Gemeente had in de dagvaarding niet gespecificeerd waar het gehuurde pand zich bevond, noch had zij onderbouwd op welke wijze gedaagde schade had veroorzaakt. Daarnaast was het gevorderde bedrag niet gespecificeerd, waardoor het onduidelijk was welk deel betrekking had op huurtermijnen en welk deel op schadevergoeding. De kantonrechter oordeelde dat de Gemeente niet had aangetoond dat zij als handelend in beroep of bedrijf moest worden beschouwd, wat relevant was voor de gevorderde handelsrente. De kantonrechter concludeerde dat de gebreken in de dagvaarding gedaagde onredelijk in zijn belangen hadden geschaad. Ondanks het feit dat gedaagde in de procedure was verschenen, waren er geen gronden voor herstel van de dagvaarding. De kantonrechter verklaarde de dagvaarding nietig op basis van artikel 111 lid 2 sub d. Rv in samenhang met artikel 122 Rv. De Gemeente werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagde werden begroot op €25,00 voor reis- en verblijfkosten.