ECLI:NL:RBHAA:2007:BA6136
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Koolen-Zwijnenburg
- A. Kingma
- M. Malsch
- Rechtspraak.nl
Medeplegen van opzettelijk brand stichten in een moskee met discriminatoir karakter
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 25 mei 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van opzettelijk brand stichten in een moskee. De feiten vonden plaats op 22 januari 2007 te Edam, waar de verdachte samen met anderen een molotovcocktail naar een gebouw gooide dat diende als gebedsruimte voor een Marokkaanse stichting. De rechtbank oordeelde dat deze daad een duidelijk discriminatoir karakter had, ongeacht de motieven van de daders. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een ernstige inbreuk op het fundamentele recht op religie, wat de rechtbank zwaar heeft gewogen in haar oordeel.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte werd schuldig bevonden aan het opzettelijk brand stichten, wat gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar met zich meebracht. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en 240 uren taakstraf. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder haar jeugdige leeftijd en toekomstplannen, maar benadrukte de ernst van de gepleegde feiten.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken. De rechtbank heeft ook de noodzaak van contact met de reclassering als voorwaarde aan de voorwaardelijke straf verbonden. De beslissing is gebaseerd op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is gepleegd, en de persoon van de verdachte, zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting.