ECLI:NL:RBHAA:2007:BA5272

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
4 mei 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/635680-06
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak inzake diefstal en opzetheling met meerdere feiten en slachtoffers

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Haarlem op 4 mei 2007 uitspraak gedaan in een meervoudige kamer over een verdachte die beschuldigd werd van meerdere diefstallen en opzetheling. De verdachte, geboren op een onbekende datum en thans gedetineerd, werd beschuldigd van het plegen van diefstallen in woningen in IJmuiden en Huizen, waarbij hij samen met anderen handelde. De tenlastelegging omvatte verschillende incidenten van diefstal, waarbij waardevolle goederen zoals computers, mobiele telefoons, en geldbedragen werden weggenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De rechtbank heeft de verdediging van de verdachte, die stelde dat hij geen feitelijke zeggenschap had over een gestolen fiets, verworpen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte door zijn e-mailadres beschikbaar te stellen voor de verkoop van de gestolen fiets, mede beschikte over het goed, ook al was het elders opgeslagen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten, met uitzondering van feit 4, waarvoor hij werd vrijgesproken. De rechtbank heeft een jeugddetentie van 12 maanden opgelegd, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden waaronder begeleiding door Bureau Jeugdzorg. Daarnaast zijn er vorderingen van benadeelde partijen behandeld, waarbij schadevergoedingen zijn toegewezen voor materiële en immateriële schade. De rechtbank heeft de verdachte ook verplicht tot betaling van schadevergoedingen aan de staat in het kader van de schadevergoedingsmaatregel. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter M. Mateman, en is openbaar uitgesproken op de zitting.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE STRAFKAMER
Parketnummer: 15/635680-06
Uitspraakdatum: 4 mei 2007
Tegenspraak
VERKORT STRAFVONNIS (art. 138b Sv)
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het achter gesloten deuren gehouden onderzoek op de terechtzitting van 20 april 2007 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats],
thans gedetineerd in RIJ de Doggershoek te Den Helder.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat
1.
(incidenten 2,3 en 4)
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 16 januari 2006 tot en met 18 maart 2006 te IJmuiden, gemeente Velsen, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit
- een woning (gelegen aan de [a-weg]) heeft weggenomen een computer en/of een flatscreen (merk Asus), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
- een woning (gelegen aan de [a-weg]) heeft weggenomen twee mobiele telefoons (merk Nokia) en/of een beeldscherm, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of
- een woning (gelegen aan de [b-weg]) heeft weggenomen een laptop (merk Maxdata), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3],
in elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
2.
(incidenten 5, 6, 7, 8 en 9)
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 24 maart 2006 tot en met 1 juni 2006 te IJmuiden, gemeente Velsen, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (telkens) in/uit
- een woning (gelegen aan het [c-straat]) heeft weggenomen een hoeveelheid goederen (waaronder een flatscreen (merk Philips) en/of een computer (merk Siemens) en/of een dvd-speler (merk Provision), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4] en/of
- een woning (gelegen aan de [d-straat]) heeft weggenomen een hoeveelheid goederen (waaronder een dvd-speler (merk Philips) en/of een spelcomputer (playstation) en/of twee zonnebrillen en/of een mobiele telefoon (merk Nokia), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5] en/of
- een woning (gelegen aan de [e-straat]) heeft weggenomen een hoeveelheid goederen (waaronder een flatscreen tv (merk Philips) en/of een flatscreen computermonitor (merk Philips) en/of een IPod (merk Apple), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6] en/of
- een woning (gelegen aan de [f-straat]) heeft weggenomen een hoeveelheid goederen (waaronder een LCD-tv (merk Philips en/of een horloge en/of twee mobiele telefoons (merk Nokia)), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7] en/of
- een woning (gelegen aan de [g-straat]) heeft weggenomen een hoeveelheid goederen (waaronder een geldbedrag van 4360 euro en/of een lcd-tv (merk Philips), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 8],
in elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
3.
(incidenten 10 en 11)
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 15 juli 2006 tot en met 31 december 2006 te IJmuiden, gemeente Velsen, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit
- een woning (gelegen aan de [h-straat]) heeft weggenomen een hoeveelheid goederen, waaronder sieraden en/of een fototoestel en/of een mp3-speler en/of een beeldscherm en/of vier mobiele telefoons en/of een flatscreen en/of horloges in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 9] en/of
- een woning (gelegen aan de [i-straat]) heeft weggenomen een hoeveelheid goederen, waaronder een playstation en/of een navigatiesysteem en/of een horloge en/of een mobiele telefoon, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 10],
in elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
4.
(incident 15)
hij in of omstreeks de periode van 13 mei 2006 tot en met 15 mei 2006 te IJmuiden, gemeente Velsen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een of meer personenauto's (van het merk Daihatsu Cuore en/of Citroen Xsara en/of Opel Combo en/of Volvo R70 en/of BMW 520) heeft weggenomen een autoradio en/of (een) startkabel(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 11] en/of [bedrijf A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
5.
(incident 16)
hij in of omstreeks de periode van 16 november 2006 tot en met 11 januari 2007 te IJmuiden, gemeente Velsen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een herenfiets (merk Gazelle, type Grenoble) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde fiets wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
6.
(incident 17)
hij in of omstreeks de periode van 31 december 2005 tot en met 1 januari 2006 te Huizen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [j-straat]) heeft weggenomen een horloge, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 12], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
Op vordering van de officier van justitie is de tenlastelegging van de feiten 1 en 4 ter terechtzitting gewijzigd. Een kopie van die vordering is als bijlage 1 bij dit vonnis gevoegd en maakt daarvan deel uit.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Bewijs
3.1 Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet bewezen hetgeen verdachte onder feit 4 ten laste is gelegd. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
3.2 Bewijsverweer ten aanzien van feit 5
De raadsman heeft ten aanzien van feit 5 gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de heling, omdat verdachte de fiets niet voorhanden heeft gehad. Verdachte heeft naar de mening van de raadsman geen feitelijke zeggenschap gehad over de fiets. Verdachte heeft enkel zijn hotmailadres ter beschikking van de medeverdachte gesteld om de fiets ten verkoop aan te bieden.
De rechtbank verwerpt dit verweer. De rechtbank constateert dat het emailadres van verdachte op de internetsite van marktplaats staat vermeld bij de advertentie van de gestolen fiets. Door zijn emailadres beschikbaar te stellen ten behoeve van de verkoop van de gestolen fiets en door de reacties van geïnteresseerde kopers te ontvangen en aan zijn mededader door te geleiden, zoals door verdachte is verklaard, heeft hij mede beschikt over de fiets, ook al was deze elders opgeslagen. Het voorhanden hebben van een goed impliceert immers niet dat het goed zich in de nabijheid van verdachte bevindt. Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank vast dat verdachte de fiets voorhanden heeft gehad.
3.3 Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan in dier voege dat hij
1.
op 16 januari 2006 te IJmuiden, gemeente Velsen, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, gelegen aan de [a-weg], heeft weggenomen een computer en een flatscreen merk Asus en een sport-/reistas, toebehorende aan [slachtoffer] en/of [slachtoffer 13] en
in de periode van 4 februari 2006 tot en met 5 februari 2006 te IJmuiden, gemeente Velsen, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, gelegen aan de [a-weg], heeft weggenomen twee mobiele telefoons merk Nokia en een beeldscherm, toebehorende aan [slachtoffer 2] en
op 18 maart 2006 te IJmuiden, gemeente Velsen, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, gelegen aan de [b-weg], heeft weggenomen een laptop merk Maxdata, toebehorende aan [slachtoffer 3], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak;
2.
in de periode van 24 maart 2006 tot en met 26 maart 2006 te IJmuiden, gemeente Velsen, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, gelegen aan het [c-straat], heeft weggenomen een hoeveelheid goederen waaronder een flat-screen merk Philips en een computer merk Siemens en een dvd-speler merk Provision, toebehorende aan [slachtoffer 4], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak en inklimming en
op 22 april 2006 te IJmuiden, gemeente Velsen, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, gelegen aan de [d-straat] heeft weggenomen een hoeveelheid goederen waaronder een dvd-speler merk Philips en een spelcomputer playstation en twee zonnebrillen en een mobiele telefoon merk Nokia, toebehorende aan [slachtoffer 5], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak en
op 13 mei 2006 te IJmuiden, gemeente Velsen, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, gelegen aan de [e-straat], heeft weggenomen een hoeveelheid goederen waaronder een flatscreen tv merk Philips en een flatscreen computermonitor merk Philips en een Ipod merk Apple, toebehorende aan [slachtoffer 6], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van inklimming en
in de periode van 27 mei 2006 tot en met 28 mei 2006 te IJmuiden, gemeente Velsen, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, gelegen aan de [f-straat] heeft weggenomen een hoeveelheid goederen waaronder een LCD-tv merk Philips en een horloge en twee mobiele telefoons merk Nokia, toebehorende aan [slachtoffer 7], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak en
op 1 juni 2006 te IJmuiden, gemeente Velsen, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, gelegen aan de [g-straat], heeft weggenomen een hoeveelheid goederen waaronder een geldbedrag en een lcd-tv merk Philips, toebehorende aan [slachtoffer 8], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak;
3.
in de periode van 15 juli 2006 tot en met 16 juli 2006 te IJmuiden, gemeente Velsen, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, gelegen aan de [h-straat], heeft weggenomen een hoeveelheid goederen, waaronder sieraden en een fototoestel en een mp3-speler en een beeldscherm en vier mobiele telefoons en een flatscreen en horloges toebehorende aan [slachtoffer 9], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak en
op 31 december 2006 te IJmuiden, gemeente Velsen, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, gelegen aan de [i-straat], heeft weggenomen een hoeveelheid goederen, waaronder een horloge en een mobiele telefoon, toebehorende aan [slachtoffer 10], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak;
5.
in de periode van 16 november 2006 tot en met 11 januari 2007 te IJmuiden, gemeente Velsen, tezamen en in vereniging met een ander, een herenfiets merk Gazelle, type Grenoble voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader ten tijde van het voorhanden krijgen van voornoemde fiets wisten, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
6.
in de periode van 31 december 2005 tot en met 1 januari 2006 te Huizen tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, gelegen aan de [j-straat], heeft weggenomen een horloge, toebehorende aan [slachtoffer 12], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak.
Voorzover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte onder 1, 2, 3, 5 en 6 meer of anders is tenlastegelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
4. Strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
- ten aanzien van feit 1:
diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd en
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
- ten aanzien van feit 2:
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming en
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd en
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming;
- ten aanzien van feit 3:
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd
- ten aanzien van feit 5:
medeplegen van opzetheling
- ten aanzien van feit 6:
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak
5. Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
6. Motivering van de sanctie en van de overige beslissingen
6.1 Eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter zitting gerekwireerd tot:
- vrijspraak van hetgeen onder 4 is tenlastegelegd;
- bewezenverklaring van hetgeen onder 1, 2, 3, 5 en 6 is tenlastegelegd;
- oplegging van jeugddetentie voor de duur van 11 maanden met aftrek van de tijd die verdachte reeds in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden:
- dat verdachte zich gedurende deze proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens de Bureau Jeugdzorg Noord-Holland, Afdeling Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, thans in de persoon van [medewerker jeugdreclassering], zolang die instelling dit nodig acht, met de opdracht tot het verlenen van de maatregel van hulp en steun;
- dat verdachte het voorgestelde ITB-Criem traject van 3 maanden zal volgen.
6.2 Hoofdstraf
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, alsmede de persoon van verdachte zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting en uit de bespreking aldaar van het vanwege de Bureau Jeugdzorg Noord-Holland uitgebrachte rapport van 22 maart 2007 is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich samen met een mededader schuldig gemaakt aan een fors aantal woninginbraken en één keer aan een woninginbraak samen met twee mededaders. Bij deze inbraken hebben verdachte en zijn mededader(s) een grote hoeveelheid waardevolle spullen zoals laptops, flatscreens, camera’s en telefoons weggenomen. Verdachte heeft door het plegen van deze woninginbraken grote schade en overlast veroorzaakt voor de slachtoffers en heeft zich niet bekommerd om de gevoelens van onveiligheid die hij bij de bewoners heeft veroorzaakt. Er is een ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers gemaakt, hetgeen vaak langdurig angstgevoelens veroorzaakt. Bij alle inbraken stond verdachte slechts geldgewin voor ogen.
Tenslotte heeft verdachte bijgedragen aan de bevordering van het plegen van diefstallen door zich met een ander bezig te houden met de verkoop van een gestolen fiets.
Op grond van het vorenoverwogene is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. Een gedeelte daarvan behoeft vooralsnog niet ten uitvoer te worden gelegd om verdachte er van te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te begaan.
Daarnaast acht de rechtbank verplicht contact met Bureau Jeugdzorg Noord-Holland, Afdeling Jeugdbescherming en Jeugdreclassering gedurende de proeftijd noodzakelijk. Tevens acht de rechtbank het noodzakelijk dat verdachte begeleid wordt volgens de voorgestelde Intensieve Traject Begeleiding - Criem van de Jeugdreclassering. Een dergelijke verplichting zal als bijzondere voorwaarde aan het voorwaardelijke deel van de op te leggen straf worden verbonden.
6.3 Vorderingen van de benadeelde partijen
Van de zijde van de verdediging, ondersteund door de jeugdreclassering, is een uitdrukkelijk verzoek gedaan om ten aanzien van eventueel toe te wijzen vorderingen benadeelde partij niet de hoofdelijkheid te bepalen, gelet op de onwenselijkheid van contact tussen verdachte en zijn mededader.
De rechtbank is evenwel van oordeel dat het belang van de benadeelden prevaleert boven het persoonlijk belang van verdachte, met name nu zowel aan verdachte als aan zijn mededader een raadsman is toegevoegd, zodat eventuele contacten via de raadslieden kunnen lopen.
Ten aanzien van feit 1:
De benadeelde partij [benadeelde partij 1] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 410,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van een van de onder 1 tenlastegelegde feiten zou hebben geleden met betrekking tot de PC, de sporttas en de walkman.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 30,- eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit dit bewezenverklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien de mededader dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen.
De benadeelde partij [benadeelde partij 1] heeft voorts een vordering tot schadevergoeding van € 101,- ingediend tegen verdachte wegens immateriële schade die zij als gevolg van vorenbedoeld onder 1 tenlastegelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade rechtstreeks voortvloeit uit dit bewezenverklaarde feit en – gelet op de onderbouwing daarvan onder vraag 4a van het voegingsformulier en het verhandelde ter terechtzitting – tot een bedrag van € 101,- redelijk en billijk voorkomt. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een mededader dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
Ten aanzien van feit 2:
De benadeelde partij [benadeelde partij 2] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 7929,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van een van de onder 2 tenlastegelegde feiten zou hebben geleden aan de plasma tv en het kasgeld.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 4630,-, gelet op de onderbouwing daarvan op dossierpagina 188, eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit dit bewezenverklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien de mededader(s) dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft/hebben betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen.
Ten aanzien van feit 3:
De benadeelde partij [benadeelde partij 3] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 346,25 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van een van de onder 3 tenlastegelegde feiten zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat aangezien deze schade niet van eenvoudige aard is, deze vordering zich niet leent voor behandeling in dit strafgeding. De benadeelde partij zal dan ook niet in de vordering kunnen worden ontvangen.
De benadeelde partij [benadeelde partij 3] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 500,- ingediend tegen verdachte wegens immateriële schade die zij als gevolg van vorenbedoeld onder 3 tenlastegelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade rechtstreeks voortvloeit uit dit bewezenverklaarde feit en – gelet op de onderbouwing daarvan en het verhandelde ter terechtzitting – tot een bedrag van € 500,- redelijk en billijk voorkomt. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien de mededader dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
Ten aanzien van feit 4:
De benadeelde partij Algemene autoservice t.a.v. [benadeelde partij 4] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 2350,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 4 tenlastegelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij niet in de vordering zal kunnen worden ontvangen, aangezien verdachte voor dit feit zal worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 5:
De benadeelde partij [benadeelde partij 5] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 523,15 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 5 tenlastegelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade niet rechtstreeks voortvloeit uit het tenlastegelegde feit, zodat de benadeelde partij in de vordering niet zal kunnen worden ontvangen.
Ten aanzien van feit 6:
De benadeelde partij [benadeelde partij 6] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 382,40 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 6 tenlastegelegde feit zou hebben geleden aan automatiseringskosten en annuleringskosten van de vliegreis.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 198,- eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit dit bewezenverklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een mededader dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen.
6.4 Schadevergoedingsmaatregel
Tevens acht de rechtbank termen aanwezig om ten aanzien van bovengenoemde en toegewezen vorderingen benadeelde partij steeds een schadevergoedingsmaatregel ter hoogte van het toegewezen bedrag aan verdachte op te leggen. De rechtbank heeft daarbij gelet op de draagkracht van verdachte steeds een vervangingsmaatstaf gehanteerd van één dag jeugddetentie voor elk vol bedrag van 100 euro.
7. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
Wetboek van Strafrecht: 36f, 47, 63, 77a, 77i, 77l, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 310, 311, 416.
8. Beslissing
De rechtbank:
Spreekt verdachte vrij van het hem onder 4 tenlastegelegde feit.
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1, 2, 3, 5 en 6 tenlastegelegde feiten heeft begaan zoals vermeld onder 3.2
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2, 3, 5 en 6 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat de onder 1, 2, 3, 5 en 6 bewezenverklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van twaalf (12) maanden, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot vijf (5) maanden, niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat veroordeelde zich voor het einde van de op twee jaar bepaalde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, dan wel niet naleeft de navolgende bijzondere voorwaarden:
- dat hij zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens Bureau Jeugdzorg Noord-Holland, Afdeling Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, thans in de persoon van [medewerker jeugdreclassering], zolang die instelling dit nodig acht in het kader van deze bijzondere voorwaarde tevens aan bovengenoemde instelling de opdracht tot het verlenen van hulp en steun ex artikel 77aa Wetboek van Strafrecht
- dat verdachte het voorgestelde ITB-Criem traject van 3 maanden zal volgen.
Geeft in het kader van deze bijzondere voorwaarden tevens aan bovengenoemde instelling de opdracht tot het verlenen van hulp en steun ex artikel 77aa Wetboek van Strafrecht.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Ten aanzien van de benadeelde partijen:
Ten aanzien van feit 1:
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [benadeelde partij 1] geleden schade tot een bedrag van € 131,- en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [benadeelde partij 1], voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vastgesteld op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 1] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 131,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 1 dag jeugddetentie.
Bepaalt dat, voorzover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens de medeverdachte aan de benadeelde partij en/of de staat is betaald, verdachte inzoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Ten aanzien van feit 2:
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [benadeelde partij 2] geleden schade tot een bedrag van € 4630,- en veroor-deelt verdach-te tot betaling van dit bedrag aan [benadeelde partij 2], voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte(n) is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroor-deelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vastgesteld op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 2] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 4630,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 46 dagen jeugddetentie.
Bepaalt dat, voorzover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens de medeverdachte(n) aan de benadeelde partij en/of de staat is betaald, verdachte inzoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Ten aanzien van feit 3:
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [benadeelde partij 3] geleden schade tot een bedrag van € 500,- en veroor-deelt verdach-te tot betaling van dit bedrag aan [benadeelde partij 3], voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vastgesteld op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 3] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 500,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 5 dagen jeugddetentie.
Bepaalt dat, voorzover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens de medeverdachte aan de benadeelde partij en/of de staat is betaald, verdachte inzoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Ten aanzien van feit 4:
Verklaart de benadeelde partij Algemene Autoservice t.a.v. [benadeelde partij 4] niet-ontvankelijk in de vordering.
Ten aanzien van feit 5:
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 5] niet-ontvankelijk in de vordering.
Ten aanzien van feit 6:
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [benadeelde partij 6] geleden schade tot een bedrag van € 198,- en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [benadeelde partij 6], voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeel-de partij gemaakt, tot op heden vastgesteld op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 6] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 198,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 1 dag jeugddetentie.
Bepaalt dat, voorzover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij en/of de staat is betaald, verdachte inzoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
9. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. Mateman, voorzitter, tevens kinderrechter,
mrs. Toeter en Vos - de Greeve, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffiers mrs. Van den Berg en Blijleven,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 4 mei 2007.
Mr. Vos - de Greeve is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.