ECLI:NL:RBHAA:2007:BA4553
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.M. Visser
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet van hoofdkelner wegens vermeende verduistering en intimidatie
In deze arbeidszaak heeft de kantonrechter te Haarlem op 31 mei 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen Hotel Okura Amsterdam B.V. en een voormalige hoofdkelner, hierna te noemen [gedaagde]. De zaak betreft het ontslag op staande voet van [gedaagde], dat door Hotel Okura werd ingeroepen op basis van beschuldigingen van verduistering van wijnen, seksuele intimidatie van een collega en intimidatie van andere werknemers. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de beschuldigingen van verduistering en seksuele intimidatie niet bewezen zijn. Hoewel de kantonrechter erkent dat [gedaagde] zich niet altijd professioneel heeft gedragen, was dit niet voldoende om een ontslag op staande voet te rechtvaardigen. De kantonrechter oordeelt dat een waarschuwing meer op zijn plaats zou zijn geweest.
De procedure begon met een vordering van Hotel Okura, waarin zij verzocht om een verklaring voor recht dat de in beslag genomen wijnen eigendom waren van het hotel en dat [gedaagde] schadeplichtig was wegens het ontslag. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor de eigendom van de wijnen en dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was. De kantonrechter heeft de vordering van Hotel Okura afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde].
De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs bij ontslag op staande voet en de noodzaak voor werkgevers om zorgvuldig om te gaan met beschuldigingen van ernstig wangedrag. De beslissing van de kantonrechter is een belangrijke reminder dat zelfs bij ernstige beschuldigingen, zoals verduistering en intimidatie, de bewijslast bij de werkgever ligt en dat een ontslag op staande voet niet lichtvaardig kan worden toegepast.