ECLI:NL:RBHAA:2007:BA4098
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst verpleeghuisarts in opleiding wegens disfunctioneren
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 25 april 2007 uitspraak gedaan over het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een verpleeghuisarts in opleiding, hierna aangeduid als [verweerder]. De verzoekster, de stichting SHDH, heeft het verzoek ingediend omdat [verweerder] niet voldeed aan de eisen die aan een verpleeghuisarts in opleiding gesteld worden. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verweerder] in zijn functioneren tekortschiet op vakinhoudelijk, productief en communicatief gebied, wat de zorg voor cliënten in gevaar zou kunnen brengen. SHDH heeft betoogd dat er geen vertrouwen meer is in de mogelijkheid van [verweerder] om de opleiding succesvol af te ronden.
De rechtbank heeft de argumenten van [verweerder] verworpen, waaronder het verweer dat hij onvoldoende begeleiding heeft gekregen en dat de eisen te hoog waren. De kantonrechter heeft geoordeeld dat SHDH voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat [verweerder] niet aan de opleidingseisen voldeed en dat er geen verbetering in zijn functioneren was opgetreden. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst terecht was en heeft deze ontbonden per 1 mei 2007, zonder toekenning van een vergoeding aan [verweerder].
De beslissing is genomen in het belang van de cliënten van SHDH, waarbij de rechtbank benadrukt dat een instelling met kwetsbare patiënten geen risico's kan nemen met disfunctionerende artsen. De kosten van de procedure zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.