Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweerspro-ken inhoud van de overgelegde producties, staat tussen partij-en het volgende vast:
a. [eiser], geboren op 2 april 1977, is op 26 september 2005 voor de duur van één jaar in dienst getreden van Ferro voor 40 uren per week.
b. [eiser] was laatstelijk werkzaam in de functie van intercedent.
a. Het laatstelijk door [eiser] verdiende salaris bedroeg €1.950,00 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten.
b. Op 8 mei 2006 vindt tussen partijen een functioneringsgesprek plaats, waarin aan [eiser] wordt medegedeeld dat hij zijn functioneren moet verbeteren om de arbeidsovereenkomst na 26 september 2006 te verlengen.
c. Bij brief van 11 mei 2006 wordt hem dit door Ferro als volgt schriftelijk bevestigd:
“Afgelopen maandag 8 mei hebben wij gesproken over jou functioneren bij Ferro.
De eerste maanden in 2005 waren positief, maar van januari 2006 is er een neerwaartse lijn opgetreden.
Je gaf in maart aan dat dit te maken met jou aanstelling op onze vestiging in Alkmaar. Deze aanstelling was hetgeen je naar uitkeek.
Echter, jou functioneren bij Ferro Alkmaar blijft, qua initiatief en inzet achter bij wat het zou moeten zijn. Dit heb je in ons gesprek ook toegegeven.
Wij hebben samen de volgende afspraken gemaakt.
- Je gaat je meet inzetten en initiatief nemen om de vestiging een succes te maken.
- Je stopt met chatten en computerspelletjes. Voor het gemak heb ik deze al verwijderd.
Ik ga er vanuit dat ons volgende gesprek positief van aard zal zijn.”
d. Op 19 juni 2006 wordt [eiser] door Ferro overgeplaatst van de vestiging in Alkmaar naar de vestiging in Haarlem.
e. Op 3 juli 2006 heeft [eiser] zich ziek gemeld.
f. Met ingang van 13 juli 2006 heeft [eiser] zich weer hersteld gemeld.
g. [eiser] heeft zich vervolgens op vrijdag 28 juli 2006 wederom ziek gemeld.
h. Nadat [eiser] op maandag 31 juli 2006 weer aan het werk was gegaan, ontving hij die dag van Ferro een schriftelijke officiële waarschuwing waarin het volgende was vermeld:
“Afgelopen vrijdag heeft u zich niet gehouden aan de ziekteverzuimprocedures, zoals deze in uw CAO vermeld staan. U bent niet verschenen op het voor u verplichte spreekuur van de bedrijfsarts.
Tevens hebben wij begrepen dat u, volgens beoordeling van de Arbo-dienst, niet ziek was.
U krijgt dan ook een officiële waarschuwing. Bij een volgende overtreding zullen wij passende maatsregelen nemen.
(…)”
i. Bij brief van 1 augustus 2006 protesteert [eiser] tegen deze waarschuwing.
j. Nadat [eiser] op 1 augustus 2006 zijn werkzaamheden had hervat, meldde hij zich in de loop van die dag wederom ziek.
k. Ferro heeft die ziekmelding niet geaccepteerd en [eiser] schriftelijk medegedeeld dat de loonbetaling wordt opgeschort tot [eiser] heeft aangetoond dat hij daadwerkelijk arbeidsongeschikt is.
l. Bij brief van 7 augustus 2006 heeft de bedrijfsarts van Arboned het volgende aan Ferro geschreven:
“Advies: de Ziektewet is niet bedoeld voor werkgerelateerde problemen, doch voor arbeidsongeschiktheid als gevolg van ziekte of gebrek.
U wordt geadviseerd, de door betrokkene ervaren problemen samen te bespreken en zo mogelijk op te lossen, waarbij u zo nodig (tegen betaling) gebruik kunt maken van ons bedrijfsmaatschappelijk werk. (…)”
m. Ferro heeft op 14 augustus 2006 het volgende aan [eiser] geschreven:
“Hierbij volgt de bevestiging dat u 4 augustus jl. een gesprek heeft gehad met de arbeidsdeskundige van de Arbo-dienst. In dat gesprek is men tot de conclusie gekomen dat u niet arbeidsongeschikt bent en uw arbeid bij Ferro PD dient voort te zetten. Tevens is er verwezen naar de mogelijkheid om een second opinion aan te vragen bij het UWV.
Tot op heden heb ik nog geen reactie mogen vernemen. Hierbij geef ik u de mogelijkheid om dit binnen vijf werkdagen na de ontvangstdatum van deze brief te regelen.”
n. In antwoord hierop heeft [eiser] per aangetekende brief van 15 augustus 2006 het volgende aan Ferro geschreven:
“(…)
ArboNed adviseert u een passende oplossing te vinden voor de impasse waar in wij zijn geraakt. Aangezien u hier in uw brief d.d. 14 augustus 2006 niet op in gaat, stel ik voor om in te gaan op de verwijzing van ArboNed om gebruik te maken van hun bedrijfsmaatschappelijk werk.
(…)”
o. Op vrijdag 18 augustus 2006 heeft Ferro het volgende aan [eiser] geschreven:
“(…)
De arbeidsdeskundige van Arboned heeft ook u verzocht om contact op te nemen met Ferro. Aan dit verzoek heeft u dus geen gehoor gegeven. Verder is vanuit ArboNed aangedragen dat het advies om zo nodig gebruik te maken van bedrijfmaatschappelijk werk gegeven was in de veronderstelling dat het contract nog gedurende een lange periode zou voortduren. Aangezien het contract in de loop van september afloopt, is dit advies echter niet van toepassing, zo heeft ArboNed ons medegedeeld.
Tevens is zowel door ArboNed als door Ferro verwezen naar het UWV voor het opvragen van een second opinion, hetgeen u ook niet heeft gedaan. Gezien het feit dat ArboNed geen ziektebeeld heeft kunnen vaststellen, u geen second opinion heeft aangevraagd bij het UWV om te kunnen vaststellen dat u daadwerkelijk ziek bent en dat u geen contact heeft gezocht met Ferro kan worden geconcludeerd dat u aangeeft niet ziek te zijn.
Om deze reden is er sprake van ongeoorloofd verlof en is per 1 augustus het salaris ingetrokken, verrekend met de nog openstaande verlofdagen.
Ik verwacht dat u alsnog maandag 21 augustus weer zal verschijnen bij Ferro om uw contract uit te dienen.”
p. [eiser] heeft op deze brief per e-mail geantwoord op 18 augustus 2006, waarin hij onder meer het volgende schreef:
“(…)
Ik ben van mening dat er zeker een oplossing moet komen. (…)
Ik wil hierbij nogmaals uiteenzetten waarom ik op dit moment geen werkzaamheden kan verrichten en ziek thuis ben. (…)
Door de hele gang van zaken en het niet komen tot een vruchtbare oplossing, en het stop zetten van salaris, hebben er niet toe bijgedragen dat ik mij nu beter voel. Ik krijg ook niet de indruk dat u ook maar enig begrip toont voor de situatie. Dat de Arbo arts mij niet ziek verklaart is mij dan ook een raadsel misschien moet ik eerst mijn beide benen breken om ziek te zijn. Om bovenstaande redenen wil ik graag van hun advies gebruik maken om een second opinion aan te vragen bij het UWV. Ik wil dat mijn ziekteklachten serieus worden genomen. (…)”
q. Bij brief van 21 augustus 2006 heeft Ferro het volgende aan [eiser] geschreven:
“In het schrijven van 18 augustus jl. heb ik u verzocht om per heden, maandag 21 augustus, weer bij Ferro Personeelsdiensten in Haarlem te verschijnen om uw contract uit te dienen.
U heeft geen gehoor gegeven aan dit verzoek en daarmee heeft u het ongeoorloofd verlof gecontinueerd.
Hierop heb ik besloten om het dienstverband per direct te beëindigen.”
r. Het onder r. genoemde e-mail bericht van [eiser] is door Ferro eerst op dinsdag 22 augustus 2006 gelezen.
s. Bij brief van 22 augustus 2006 heeft [eiser] de nietigheid van het ontslag ingeroepen.
t. De leidinggevende van [eiser] was wegens vakantie afwezig van 8 augustus 2006 tot
23 augustus 2006.
u. Op 19 september 2006 heeft UWV een deskundigenoordeel uitgebracht waarin onder meer het volgende is vermeld:
“Op grond van de resultaten van ons onderzoek zijn wij van oordeel dat u op 2 augustus 2006 geschikt bent voor het verrichten van het eigen werk, mits het arbeidsconflict was opgelost.”