ECLI:NL:RBHAA:2007:BA1464

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
28 maart 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
zaak/rolnr.: 331552 / CV EXPL 06-7577
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.M. Visser
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van overeenkomst tot warmtelevering wegens wanbetaling

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 28 maart 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Gemeente Purmerend, vertegenwoordigd door de Dienst Stadsverwarming, en twee gedaagden. De eisende partij, Stadsverwarming, had een vordering ingesteld tegen de gedaagden wegens wanbetaling van de warmtelevering. De gedaagden erkenden de betalingsachterstand, maar verzetten zich tegen de ontbinding van de overeenkomst tot warmtelevering, vooral vanwege de winterse omstandigheden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de betalingsachterstand niet voldoende is betwist en dat de gedaagden hoofdelijk moeten worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 3.126,13, vermeerderd met rente en kosten. De rechter oordeelde dat Stadsverwarming het recht had om de overeenkomst te ontbinden, gezien de omstandigheden en de betalingsachterstand. De rechter heeft ook een afbetalingsregeling voorgesteld, waarbij de gedaagden de mogelijkheid kregen om de afsluiting van de warmtelevering te voorkomen door aan hun betalingsverplichtingen te voldoen. De uitspraak bevatte ook bepalingen over de proceskosten, die voor de eisende partij tot op heden zijn begroot op € 449,32. Het vonnis werd uitvoerbaar verklaard bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Zaandam
zaak/rolnr.: 331552 / CV EXPL 06-7577
datum uitspraak: 28 maart 2007
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
Gemeente Purmerend
Onderdeel Stadsverwarming
te Purmerend
eisende partij
hierna te noemen Stadsverwarming
gemachtigde deurwaarder H.J. Jansen
tegen
1. [gedaagde]
2. [gedaagde]
te [adres]
gedaagde partij
hierna te noemen [gedaagde]
beiden verschenen bij gedaagde sub. 1 in persoon
De procedure
Stadsverwarming heeft op gronden zoals in de dagvaarding vermeld een vordering ingesteld tegen [gedaagde].
Hierop hebben [gedaagde] geantwoord.
Vervolgens is schriftelijk voort geprocedeerd. Daarbij is de vordering buiten bezwaar van [gedaagde] vermeerderd (aangepast aan het tijdsverloop).
Tenslotte is de uitspraak op vandaag bepaald.
De inhoud van alle processtukken, waaronder begrepen de mogelijk door partijen overgelegde producties, wordt als hier overgenomen beschouwd.
De vordering
Stadsverwarming vordert na vermeerdering van eis dat de kantonrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] hoofdelijk zal veroordelen aan Stadsverwarming te betalen de somma van € 3.591,84 met (verdere) rente, buitengerechtelijke en proceskosten, een en ander met ontbinding van de onderliggende overeenkomst tot levering van warmte en verdere nevenvorderingen, zoals in de dagvaarding omschreven. De vordering is kort gezegd hierop gegrond dat [gedaagde] grovelijk in gebreke blijven aan hun betalingsverplichtingen te voldoen.
Het verweer
[gedaagde] erkennen de gestelde betalingsachterstand maar benadrukken dat zij, althans meer in het bijzonder gedaagde sub.1, alles in het werk stellen om de eindjes bij elkaar te knopen. Zij willen zich dan ook niet verzetten tegen toewijzing van de vordering tot betaling, maar verzetten zich wel tegen de meegevorderde afsluiting van de warmtevoorziening, althans voor zolang de winter duurt.
De beoordeling van het geschil
De gestelde betalingsachterstand is niet, dan wel onvoldoende bestreden, zodat die vaststaat. Dat betekent om te beginnen dat [gedaagde] moeten worden veroordeeld tot betaling, met bijkomende rente en kosten.
Ook voor wat betreft de gevorderde ontbinding van de overeenkomst van warmtelevering heeft Stadsverwarming het gelijk aan haar zijde. Van Stadsverwarming mag niet worden gevergd dat zij onder de gegeven omstandigheden doorgaat met warmtelevering. Overigens is de winter, die dit jaar wel erg zacht is geweest, weerkundig bezien al voorbij, zodat ook dat niet aan afsluiting in de weg kan staan.
Ik stel vast dat Stadsverwarming zich bereid heeft verklaard om, onder verband van dit vonnis, een afbetalingsregeling met [gedaagde] aan te gaan. Als deze regeling deze keer wèl wordt nagekomen hoeven [gedaagde] niet te vrezen voor afsluiting. Het is dus aan hen, hoe moeilijk misschien ook, om dit te voorkomen.
Omtrent de proceskosten moet worden beslist zoals hierna bepaald.
Beslissing
1. De tussen partijen gesloten overeenkomst tot levering van warmte op het verbruiksadres [adres] te [adres] wordt ontbonden.
2. [gedaagde] worden hoofdelijk veroordeeld om aan Stadsverwarming te betalen de somma van € 3.126,13 vermeerderd met de wettelijke rente ad € 15,71 berekend tot en met 12 januari 2007 en de verder nog te berekenen wettelijke rente vanaf 13 januari 2007 tot de dag dat alles betaald is, vermeerderd met € 450,-- wegens buitengerechtelijke kosten en € 152,19 per maand ter zake voorschottermijnen, te berekenen vanaf 12 januari 2007 tot de datum van inname van de warmtemeterinrichting(en), met dien verstande dat deze voorschottermijnen te zijner tijd moeten worden verrekend met hetgeen inzake het werkelijk verbruik verschuldigd zal blijken.
3. [gedaagde] worden verder veroordeeld om als de hiervoor onder 2. toegewezen somma van € 3.126,13 met rente niet alsnog wordt voldaan, Stadsverwarming in de gelegenheid te stellen over te gaan tot onderbreking van de warmtelevering, zoals in de dagvaarding gevorderd.
4. [gedaagde] worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, deze voor zover gerezen aan de zijde van Stadsverwarming tot op heden begroot op € 449,32 waarvan € 175,-- wegens salaris van de gemachtigde (gematigd tot 1 punt).
Dit vonnis wordt uitvoerbaar verklaard bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.M.Visser, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 28 maart 2007, in tegenwoordigheid van de griffier.