RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
zaak/rolnr.: 331552 / CV EXPL 06-7577
datum uitspraak: 28 maart 2007
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
Gemeente Purmerend
Onderdeel Stadsverwarming
te Purmerend
eisende partij
hierna te noemen Stadsverwarming
gemachtigde deurwaarder H.J. Jansen
1. [gedaagde]
2. [gedaagde]
te [adres]
gedaagde partij
hierna te noemen [gedaagde]
beiden verschenen bij gedaagde sub. 1 in persoon
Stadsverwarming heeft op gronden zoals in de dagvaarding vermeld een vordering ingesteld tegen [gedaagde].
Hierop hebben [gedaagde] geantwoord.
Vervolgens is schriftelijk voort geprocedeerd. Daarbij is de vordering buiten bezwaar van [gedaagde] vermeerderd (aangepast aan het tijdsverloop).
Tenslotte is de uitspraak op vandaag bepaald.
De inhoud van alle processtukken, waaronder begrepen de mogelijk door partijen overgelegde producties, wordt als hier overgenomen beschouwd.
Stadsverwarming vordert na vermeerdering van eis dat de kantonrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] hoofdelijk zal veroordelen aan Stadsverwarming te betalen de somma van € 3.591,84 met (verdere) rente, buitengerechtelijke en proceskosten, een en ander met ontbinding van de onderliggende overeenkomst tot levering van warmte en verdere nevenvorderingen, zoals in de dagvaarding omschreven. De vordering is kort gezegd hierop gegrond dat [gedaagde] grovelijk in gebreke blijven aan hun betalingsverplichtingen te voldoen.
[gedaagde] erkennen de gestelde betalingsachterstand maar benadrukken dat zij, althans meer in het bijzonder gedaagde sub.1, alles in het werk stellen om de eindjes bij elkaar te knopen. Zij willen zich dan ook niet verzetten tegen toewijzing van de vordering tot betaling, maar verzetten zich wel tegen de meegevorderde afsluiting van de warmtevoorziening, althans voor zolang de winter duurt.
De beoordeling van het geschil
De gestelde betalingsachterstand is niet, dan wel onvoldoende bestreden, zodat die vaststaat. Dat betekent om te beginnen dat [gedaagde] moeten worden veroordeeld tot betaling, met bijkomende rente en kosten.
Ook voor wat betreft de gevorderde ontbinding van de overeenkomst van warmtelevering heeft Stadsverwarming het gelijk aan haar zijde. Van Stadsverwarming mag niet worden gevergd dat zij onder de gegeven omstandigheden doorgaat met warmtelevering. Overigens is de winter, die dit jaar wel erg zacht is geweest, weerkundig bezien al voorbij, zodat ook dat niet aan afsluiting in de weg kan staan.
Ik stel vast dat Stadsverwarming zich bereid heeft verklaard om, onder verband van dit vonnis, een afbetalingsregeling met [gedaagde] aan te gaan. Als deze regeling deze keer wèl wordt nagekomen hoeven [gedaagde] niet te vrezen voor afsluiting. Het is dus aan hen, hoe moeilijk misschien ook, om dit te voorkomen.
Omtrent de proceskosten moet worden beslist zoals hierna bepaald.
1. De tussen partijen gesloten overeenkomst tot levering van warmte op het verbruiksadres [adres] te [adres] wordt ontbonden.
2. [gedaagde] worden hoofdelijk veroordeeld om aan Stadsverwarming te betalen de somma van € 3.126,13 vermeerderd met de wettelijke rente ad € 15,71 berekend tot en met 12 januari 2007 en de verder nog te berekenen wettelijke rente vanaf 13 januari 2007 tot de dag dat alles betaald is, vermeerderd met € 450,-- wegens buitengerechtelijke kosten en € 152,19 per maand ter zake voorschottermijnen, te berekenen vanaf 12 januari 2007 tot de datum van inname van de warmtemeterinrichting(en), met dien verstande dat deze voorschottermijnen te zijner tijd moeten worden verrekend met hetgeen inzake het werkelijk verbruik verschuldigd zal blijken.
3. [gedaagde] worden verder veroordeeld om als de hiervoor onder 2. toegewezen somma van € 3.126,13 met rente niet alsnog wordt voldaan, Stadsverwarming in de gelegenheid te stellen over te gaan tot onderbreking van de warmtelevering, zoals in de dagvaarding gevorderd.
4. [gedaagde] worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, deze voor zover gerezen aan de zijde van Stadsverwarming tot op heden begroot op € 449,32 waarvan € 175,-- wegens salaris van de gemachtigde (gematigd tot 1 punt).
Dit vonnis wordt uitvoerbaar verklaard bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.M.Visser, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 28 maart 2007, in tegenwoordigheid van de griffier.