RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton Locatie Zaandam
zaak/rolnr.: 332038 CV EXPL 06-7735
datum uitspraak: 22 maart 2007
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
[eiser]
te [adres]
eisende partij
hierna te noemen [eiser]
gemachtigde mr. R. Nelemans (ARAG)
[gedaagde]
te [adres]
gedaagde partij
hierna te noemen [gedaagde]
gemachtigde mr. F. Borger van der Burg
Verloop van de Procedure.
[eiser] heeft op gronden zoals in de dagvaarding vermeld een vordering ingesteld tegen [gedaagde].
Hierop heeft [gedaagde], voor alle andere weren, incidenteel geconcludeerd tot verwijzing van de zaak, conform artikel 71 lid 1 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering, naar de sector civiel van deze rechtbank. Voor zover niet verwezen mocht worden is tevens geconcludeerd voor antwoord in de hoofdzaak.
Daarop heeft [eiser] geantwoord in het incident.
Tenslotte is de uitspraak van dit vonnis op vandaag bepaald.
De inhoud van alle processtukken, waaronder begrepen de mogelijk door partijen overgelegde producties, wordt als hier overgenomen beschouwd.
Beoordeling van het geschil.
[eiser] vordert dat de kantonrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] op straffe van verbeurte van een dwangsom zal veroordelen tot verplaatsing dan wel verwijdering van de in deze procedure bedoelde boom (populier), alsmede tot betaling van buitengerechtelijke kosten, rente en proceskosten, alles zoals in de dagvaarding nader omschreven.
De vordering van [eiser] betreft een vordering van onbepaalde waarde. Er bestaan echter duidelijke aanwijzingen dat deze vordering geen hogere waarde vertegenwoordigt dan € 5.000,-- Het betreft hier immers een relatief kort geleden geplante, jonge boom. Met het planten van zo’n boompje is volgens de overgelegde prijsopgave een bedrag van om en nabij de € 140,-- gemoeid. Het is onaannemelijk dat met de verplaatsing, dan wel het verwijderen van de bestaande boom, gevolgd door nieuwplant, meer dan € 5.000,-- gemoeid zal zijn.
Dat betekent dat de kantonrechter wel degelijk de aangewezen rechter is om deze zaak te behandelen, zodat de incidentele vordering moet worden afgewezen met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het incident.
Op grond van artikel 131 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, moet eerst worden beslist of de zaak geschikt is voor een mondelinge behandeling ter terechtzitting, om inlichtingen te verstrekken en/of een schikking tot stand te brengen.
De kantonrechter vindt de zaak daarvoor inderdaad geschikt. Deze mondelinge behandeling zal plaatsvinden op en/of nabij de bij deze zaak betrokken erven, opdat de kantonrechter dan tevens de situatie ter plaatse zelf kan bekijken.
Partijen wordt in overweging gegeven om, door tussenkomst van hun gemachtigden, in gezamenlijk overleg een plaats te bedenken, waar de kantonrechter na afloop van de descente met hen verder kan praten over de zaak, zodat dit niet in de openlucht hoeft te gebeuren.
In afwachting van het een en ander zal iedere verdere beslissing in de hoofdzaak moeten worden aangehouden.
De incidentele vordering strekkende tot verwijzing wordt afgewezen.
[gedaagde] wordt veroordeeld in de proceskosten, die in het incident zijn gerezen, welke aan de kant van [eiser] tot op heden worden begroot op € 200,-- wegens salaris van de gemachtigde.
De kantonrechter zal zich op 10 april 2007 om 14.00 uur met de griffier begeven naar het adres [adres] te [adres] om de situatie ter plaatse op te nemen. Daarbij zal ook het erf van [eiser] worden bekeken. Aansluitend zal aan partijen om nadere inlichtingen worden gevraagd en zal worden geprobeerd een schikking te bewerkstelligen. Partijen dienen daarbij in persoon aanwezig te zijn. Hun gemachtigden mogen hen vergezellen.
Verzoeken van partijen om uitstel van de behandeling op de terechtzitting worden in beginsel alleen in behandeling genomen, als deze minimaal twee weken tevoren worden gedaan, voorts door verzoeker het standpunt van de tegenpartij daar-over wordt bekend gemaakt en tenslotte de verhinderdata van beide partijen en hun eventuele gemachtigden worden opgegeven.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.M.Visser, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 22 maart 2007, in tegenwoordigheid van de griffier.