ECLI:NL:RBHAA:2007:BA1328
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.J. Medze
- Rechtspraak.nl
Vernietiging besluit ontheffing ligplaatsvergunning wegens onvoldoende motivering
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 14 maart 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland. De zaak betreft de vernietiging van een besluit waarbij aan een vergunninghoudster ontheffing was verleend van het verbod om ligplaats in te nemen langs de rechteroever van het Noordhollandsch kanaal. De rechtbank oordeelt dat het besluit onvoldoende is gemotiveerd, met name ten aanzien van de bescherming van landschappelijke en natuurlijke waarden. De rechtbank stelt vast dat verweerder niet voldoende heeft aangetoond dat de beoogde woonark geen schade zal toebrengen aan deze waarden, ondanks de verwijzing naar beleidsstukken die de openheid van het gebied benadrukken. De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit een deugdelijke motivering ontbeert en verklaart het beroep van eiser gegrond. De rechtbank vernietigt het besluit van 3 mei 2006 en bepaalt dat verweerder een nieuwe beslissing op bezwaar moet nemen, waarbij het door eiser betaalde griffiegeld wordt vergoed.
De zaak is ontstaan na een besluit van 16 december 2005, waarbij aan de vergunninghoudster ontheffing werd verleend. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, wat leidde tot een gedeeltelijke gegrondverklaring van het bezwaar door verweerder. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat de vergunning in strijd is met de criteria van het Ligplaatsenbesluit. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 8 februari 2007, waarbij eiser en vertegenwoordigers van verweerder aanwezig waren. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, die wijzen op mogelijke schade aan landschappelijke en natuurlijke waarden, zwaar laten wegen in haar oordeel.
De rechtbank concludeert dat de motivering van verweerder niet voldoet aan de eisen van de Algemene wet bestuursrecht, en dat er geen bewijs is voor de gestelde toezegging aan vergunninghoudster. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van belangen bij het verlenen van ontheffingen in het kader van het ligplaatsenbeleid.