ECLI:NL:RBHAA:2006:BB0420
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verrekening van gemeenschappelijke huishoudgelden na echtscheiding
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Haarlem op 30 mei 2006, is het verzoek van de vrouw tot verrekening van gemeenschappelijke huishoudgelden aan de orde. Partijen hebben jarenlang samengewoond zonder tussentijdse verrekening van hun uitgaven. De vrouw heeft aan het eind van het huwelijk verzocht om een overzicht van de kosten van de huishouding en een voorstel tot verrekening. De rechtbank oordeelt dat de vrouw haar verzoek onvoldoende heeft onderbouwd. Er is geen deugdelijk overzicht overgelegd waaruit blijkt wat er is uitgegeven en wat ieder heeft betaald. De overgelegde bescheiden geven geen duidelijkheid over de totale jaarlijkse kosten van de huishouding, noch over de bijdragen van beide partijen. De rechtbank verwijst naar de huwelijkse voorwaarden, waarin is bepaald dat de echtgenoot die meer heeft bijgedragen in de kosten van de huishouding dan zijn aandeel, recht heeft op terugvordering van het teveel bijgedragen bedrag. Echter, de rechtbank constateert dat er geen behoorlijke administratie is gevoerd door partijen, zoals vereist in de huwelijkse voorwaarden. De rechtbank wijst het verzoek van de vrouw af, omdat er onvoldoende bewijs is dat de vrouw recht heeft op verrekening van de gemeenschappelijke huishoudgelden.