ECLI:NL:RBHAA:2006:BA1426

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
13 november 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
126240
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schattingskwestie van energieverbruik door leverancier na ontdekking van hennepkwekerij met gemanipuleerde elektriciteitsmeter

In deze zaak vorderde de N.V. Continuon Netbeheer (hierna: Nuon) betaling van een bedrag van € 11.805,69 van de gedaagde, die illegaal elektriciteit had afgenomen ten behoeve van een hennepkwekerij. De rechtbank Haarlem oordeelde dat Nuon, op basis van de Algemene Voorwaarden, bevoegd was om het energieverbruik te schatten, aangezien het werkelijke verbruik door toedoen van de gedaagde niet meer kon worden vastgesteld. De rechtbank stelde vast dat de schatting van Nuon voldoende gemotiveerd en onderbouwd was, en dat de gedaagde aansprakelijk was voor de kosten van het illegaal afgenomen elektriciteit. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten moest worden veroordeeld. De vordering van Nuon werd toegewezen, met uitzondering van de gevorderde buitengerechtelijke kosten, die niet voldoende waren onderbouwd. De rechtbank verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK HAARLEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 126240 / HA ZA 06-935
Vonnis van 13 december 2006
in de zaak van
de naamloze vennootschap
N.V. CONTINUON NETBEHEER,
gevestigd en kantoorhoudende te Arnhem,
eiseres,
procureur mr. D.H. Oolbekkink,
advocaat mr. R.R.F. van der Mark te Amsterdam,
tegen
[GEDAAGDE],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
procureur mr. S. Faber.
Partijen zullen hierna Nuon en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 13 september 2006, alsmede de daarin genoemde stukken,
- het proces-verbaal van comparitie van 30 oktober 2006.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Partijen hebben een overeenkomst gesloten, op basis waarvan Nuon zorgdraagt voor het transport en de levering van elektriciteit ten behoeve van de door [gedaagde] gehuurde woning aan de [adres].
2.2. Op deze overeenkomst zijn de algemene voorwaarden voor ‘Aansluiting en transport elektriciteit voor huishoudelijke afnemers’ (verder te noemen: de algemene voorwaarden) van toepassing. De algemene voorwaarden houden voor zover hier van belang in:
Artikel 12 Onderzoek van de meetinrichting
1. Bij twijfel over de juistheid van de meting kunnen zowel de afnemer als de netbeheerder verlangen dat de meetinrichting wordt onderzocht. (...)
Artikel 13 Gevolgen van onjuiste meting
(...)
2. Indien het onderzoek geen hanteerbare maatstaf oplevert voor het vaststellen van de getransporteerde hoeveelheid, is de netbeheerder bevoegd de omvang van de getransporteerde hoeveelheid in het desbetreffende tijdvak te schatten naar de beste ter beschikking van de netbeheerder staande gegevens hieromtrent, waarbij als maatstaf dient:
- de omvang van de getransporteerde hoeveelheid in het overeenkomstige tijdvak van het voorgaande jaar, of
- de gemiddelde getransporteerde hoeveelheid in een eraan voorafgaand en een erop volgend tijdvak, of een andere, na overleg met de afnemer te bepalen billijke maatstaf.
(...)
Artikel 18 Verbodsbepalingen
1. Het is de afnemer verboden:
(...)
b. door of vanwege de netbeheerder aangebrachte verzegelingen te verbreken of te doen verbreken;
c. handelingen te verrichten of te doen verrichten, waardoor de hoeveelheid getransporteerde elektriciteit niet of niet juist kan worden vastgesteld, dan wel een situatie te scheppen, waardoor het normaal functioneren van de meetinrichting (...) wordt verhinderd (...).
2.3. Op 14 september 2005 heeft de politie, in het bijzijn van een medewerker van Nuon, in de woning van [gedaagde] een hennepkwekerij aangetroffen. Daarbij is vastgesteld dat sprake was van illegale afname van elektriciteit ten behoeve van die hennepkwekerij. De zegels van de huisaansluitkast waren verbroken en vóór de elektriciteitsmeter was een illegale elektriciteitsaansluiting gemaakt.
2.4. Nuon heeft [gedaagde] een factuur gestuurd ten bedrage van € 10.644,93 ter zake van de kosten voor het herberekend energieverbruik in de periode augustus 2004 tot en met 14 september 2005 en onderzoeks- en administratiekosten.
1.2. [gedaagde] heeft deze factuur niet betaald.
3. Het geschil
3.1. Nuon vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 11.805,69, vermeerderd met rente, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding.
1.2. Nuon legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] op grond van de tussen hen gesloten overeenkomst gehouden is het transport en de levering van de door hem illegaal afgenomen elektriciteit te betalen. Zij heeft de kosten van het illegale verbruik geschat op € 9.055,78. Tevens vraagt Nuon vergoeding van de door haar geleden schade ad € 1.589,15. Dit bedrag betreft de kosten die Nuon heeft gemaakt voor (onder meer) het verwijderen van de illegale aansluiting en het verrichte onderzoek. (De som van voornoemde bedragen is € 10.644,93; de rechtbank vat het door Nuon in de dagvaarding genoemde bedrag van € 10.664,93 op als een kennelijke verschrijving). Tevens vordert Nuon € 65,- aan administratiekosten en € 1.075,76 aan buitengerechtelijke kosten, zodat de totale vordering (exclusief rente) € 11.785,69 bedraagt.
1.2. [gedaagde] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Vast staat dat [gedaagde] ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal elektriciteit van Nuon heeft afgenomen en dat [gedaagde] tot betaling van de kosten van het transport en de levering van deze elektriciteit gehouden is. Tevens staat vast dat een meting van het elektriciteitsverbruik voor de hennepkwekerij door toedoen van [gedaagde] onmogelijk is geworden. Nuon heeft daarom het illegale energieverbruik geschat. [gedaagde] heeft deze schatting betwist en aangegeven dat hij slechts bereid is om de werkelijke hoeveelheid weggenomen elektriciteit te betalen. Nu de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden niet in geschil is, is Nuon krachtens artikel 13 van deze voorwaarden in het onderhavige geval bevoegd de omvang van de illegaal afgenomen elektriciteit op grond van de haar ter beschikking staande gegevens te schatten. De rechtbank is derhalve van oordeel dat, wanneer de schatting voldoende onderbouwd tot stand is gekomen, deze schatting op grond van de algemene voorwaarden partijen bindt.
4.2. Gelet op het voorgaande is in deze procedure slechts de vraag aan de orde of Nuon haar schatting voldoende heeft onderbouwd. Nuon heeft haar schatting onderbouwd met de (als productie 2 bij de dagvaarding overgelegde) uitkomsten van het door haar ingestelde onderzoek en haar - onder meer ter comparitie gegeven - toelichting hierop. Bij haar berekening heeft Nuon de hoeveelheid aangetroffen en aangesloten apparatuur van de kwekerij als uitgangspunt genomen. Voorts heeft zij onder meer aan de hand van de vervuiling van die apparatuur, de vervuiling van de koolstoffilters, de algengroei en kalkaanslag in de afvoeren en kweekbakken, het aantreffen van kweekafval en de algemene mate van vervuiling van het pand, het aantal eerdere kweken op vier geschat. Vervolgens heeft zij aan de hand van aangetroffen tijdschakelaars en ervaringsregels met betrekking tot het elektriciteitsverbruik van dergelijke apparatuur, de verbruikte hoeveelheid elektriciteit geschat op 73.270 kWh. Hierbij is zij uitgegaan van een gemiddelde kweekcyclus van tien weken.
4.3. [gedaagde] heeft de (onderbouwing van de) schatting betwist en daartoe aangevoerd dat Nuon ten onrechte is uitgegaan van illegaal energieverbruik ten behoeve van drie ruimtes (A, B en C), terwijl alleen in ruimte A en B daadwerkelijk hennep werd geteeld. Ter comparitie is vast komen te staan dat de hennepplanten werden gekweekt in twee ruimtes op de eerste verdieping van het pand (ruimte A en B). Tevens is komen vast te staan dat de afzuiginstallatie ten behoeve van die twee ruimtes op zolder (ruimte C) was geplaatst en ook functioneerde. Nu het gaat om het totale energieverbruik ten behoeve van de gehele kwekerij, heeft Nuon ook het energieverbruik van de afzuiginstallatie in ruimte C in haar schatting mogen betrekken. Het verweer faalt derhalve.
4.4. Voorts heeft [gedaagde] zich op het standpunt gesteld dat Nuon ten onrechte is uitgegaan van vier eerdere kweken. Hij heeft daartoe betwist dat de mate van vervuiling van de apparatuur in dit geval een juiste maatstaf is voor de schatting van het aantal eerder kweken, omdat hij de apparatuur tweedehands heeft aangeschaft. [gedaagde] heeft zijn stelling dat de apparatuur tweedehands was - ondanks de ter comparitie door de rechtbank gevraagde inlichtingen hierover - op geen enkele wijze onderbouwd. Het had in ieder geval op zijn weg gelegen om aan te geven wanneer en van wie hij de apparatuur heeft gekocht, hoeveel hij daarvoor heeft betaald en of de apparatuur - en zo ja, in welke mate - al vervuild was. Nu [gedaagde] dit heeft nagelaten, wordt aan deze (ongemotiveerde) betwisting voorbij gegaan.
4.5. Ten slotte heeft [gedaagde] betoogd dat er slechts sprake is geweest van anderhalve kweek, zodat hij slechts een periode van 24 weken (van 21-12-2004 tot en met 03-04-2005 en van 20-07-2005 tot en met 14-09-2005) illegaal elektriciteit heeft weggenomen in plaats van de door Nuon berekende periode van 40 weken. Met dit verweer bestrijdt [gedaagde] niet de gehanteerde maatstaven of de juistheid van ‘de ter beschikking staande gegevens’ van Nuon, maar stelt hij puur feitelijk dat de schatting van de hoeveelheid onttrokken elektriciteit afwijkt van de feitelijk door hem onttrokken hoeveelheid. Hij grondt die stelling op feiten die hem, [gedaagde], bekend zijn, maar die Nuon niet bekend (konden) zijn en stelt zich op het standpunt dat Nuon haar schatting aan deze feiten moet aanpassen in de door hem gewenste zin. Zoals hiervoor reeds overwogen, gaat het in deze zaak slechts om de onderbouwing van de schatting door Nuon, aan de hand van de haar ter beschikking staande gegevens. Dat de feitelijk geleverde hoeveelheid energie mogelijk afwijkt van deze schatting, doet niet ter zake. Nuon kan en behoeft geen rekening te houden met feiten die zij niet kon kennen. Ingeval de feitelijke levering afwijkt van de schatting is dat een omstandigheid die voor rekening van [gedaagde] komt. Dit is slechts anders wanneer het resultaat van de schatting naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Zulks is echter gesteld noch gebleken. Het verweer faalt derhalve.
4.6. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de door Nuon gehanteerde maatstaven en de haar ter beschikking staande gegevens de conclusies in haar rapport kunnen dragen. Nuon heeft aldus de door haar gestelde hoeveelheid buiten de meter afgenomen elektriciteit voldoende onderbouwd. De vordering van € 9.055,78 zal derhalve worden toegewezen. Ter comparitie heeft [gedaagde] de door Nuon gemaakte kosten voor (onder meer) het verwijderen van de illegale aansluiting en het verrichte onderzoek erkend. [gedaagde] is ook voor die kosten aansprakelijk, zodat ook het gevorderde bedrag van € 1.589,15 zal worden toegewezen. [gedaagde] heeft voorts niet betwist dat hij door de incassogemachtigde op 16 november 2005 is gesommeerd om de factuur uiterlijk op 24 november 2005 te betalen. De wettelijke rente zal daarom worden toegewezen vanaf laatstgenoemde datum, zijnde de dag waarop het verzuim is ingetreden.
1.2. Aangezien [gedaagde] de administratiekosten van € 65,- niet heeft betwist, zal ook dit deel van de vordering worden toegewezen.
1.2. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten zal worden afgewezen. Nuon heeft niet (voldoende onderbouwd) gesteld dat zij deze kosten daadwerkelijk heeft gemaakt en dat die kosten betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een enkele aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier.
1.9. [gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Nuon worden begroot op:
- dagvaarding EUR 71,32
- vast recht 299,00
- salaris procureur 904,00 (2 punten × tarief EUR 452,00)
Totaal EUR 1.274,32
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. veroordeelt [gedaagde] om aan Nuon te betalen een bedrag van EUR 10.709,93 (tienduizend zevenhonderd negen euro en drieënnegentig eurocenten), vermeerderd met de wettelijke rente ingevolge artikel 6: 119 BW over het nog niet betaalde deel van het toegewezen bedrag vanaf 24 november 2005 tot de dag van volledige betaling,
5.2. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Nuon tot op heden begroot op EUR 1.274,32,
5.3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E.M. Marsé en in het openbaar uitgesproken op 13 december 2006.?