ECLI:NL:RBHAA:2006:BA0347

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
27 december 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
124542
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Energiefraude in verband met hennepkwekerij en schadevergoeding voor illegaal elektriciteitsverbruik

In deze zaak vorderde de N.V. Continuon Netbeheer (hierna: Nuon) van de gedaagde, die illegaal elektriciteit had afgenomen ten behoeve van een hennepkwekerij, een schadevergoeding van EUR 7.728,34. De rechtbank Haarlem oordeelde dat de omvang van de schade niet nauwkeurig kon worden vastgesteld, waardoor deze moest worden geschat. De rechtbank stelde vast dat de gedaagde, ondanks zijn verweer, onvoldoende onderbouwd had dat de schatting van Nuon onjuist was. De rechtbank wees erop dat bij een schatting als deze de gebruikelijke regels van stelplicht en bewijslast niet gelden. Nuon had een rapport opgesteld waarin het elektriciteitsverbruik was geschat op basis van de aangetroffen apparatuur en omstandigheden in de woning. De rechtbank concludeerde dat de gedaagde zijn verweer niet voldoende had onderbouwd en dat hij toerekenbaar tekort was geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de overeenkomst met Nuon. De rechtbank wees de vordering van Nuon toe, inclusief de wettelijke rente vanaf 18 november 2005, en veroordeelde de gedaagde in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 27 december 2006.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK HAARLEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 124542 / HA ZA 06-692
Vonnis van 27 december 2006
in de zaak van
de naamloze vennootschap
N.V. CONTINUON NETBEHEER,
gevestigd te Arnhem,
eiseres,
procureur mr. D.H. Oolbekkink,
advocaat mr. A.J. van de Graaf te Amsterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
procureur mr. S. Faber.
Partijen zullen hierna Nuon en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 19 juli 2006
- het proces-verbaal van comparitie van 1 november 2006.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Nuon heeft met [gedaagde] een overeenkomst gesloten, op basis waarvan Nuon zorgdraagt voor transport van elektriciteit voor de woning aan het adres [adres] (hierna: de woning). Voorts is Nuon jegens [gedaagde] verantwoordelijk voor de levering van elektriciteit voor de woning. De geleverde elektriciteit werd geregistreerd door een elektriciteitsmeter, die zich in de woning bevond.
2.2. Op 30 augustus 2005 heeft de politie in samenwerking met Nuon een inval gedaan in de woning en aldaar in twee ruimtes (hierna: ruimte A en ruimte B) een hennepkwekerij aangetroffen. Daarbij is geconstateerd dat vóór de meterkast een zelfstandige aansluiting was geplaatst. De zegels van de huisaansluitkast waren verbroken en aan de bovenzijde van de coups was een illegale elektriciteitsaansluiting gemaakt, die buiten de elektriciteitsmeter om, de hennepkwekerij van elektriciteit voorzag. De hoofdbeveiliging van de elektrische installatie was verzwaard van < 1 x 25 A naar 3 x 25 A. Door de illegale aansluiting is het verbruik van elektriciteit ten behoeve van de hennepplantage in de woning niet geregistreerd.
2.3. [gedaagde] is namens Nuon op 10 november 2005 gesommeerd om vóór 18 november 2005 een bedrag van EUR 7.728,34 aan schadevergoeding te betalen wegens het illegaal afnemen van elektriciteit. [gedaagde] heeft dit bedrag niet betaald.
2.4. Bij vonnis van 25 september 2006 heeft de politierechter [gedaagde] veroordeeld wegens (onder meer) diefstal van elektriciteit in de periode van 7 juni 2005 tot
en met 30 augustus 2005.
3. Het geschil
3.1. Nuon vordert - samengevat - dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] veroordeelt om aan Nuon te betalen een bedrag van EUR 7.728,34 (inclusief BTW), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 november 2005, vermeerderd met EUR 65,00 aan administratiekosten en vermeerderd met buitengerechtelijke kosten ten bedrage van EUR 913,92 (inclusief BTW), met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2. Nuon heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat [gedaagde] op grond van de tussen partijen gesloten overeenkomst gehouden is tot betaling voor de getransporteerde en geleverde elektriciteit. Tevens is [gedaagde] op grond van artikel 6:74 BW gehouden de door Nuon geleden schade te vergoeden. Nu het in dit geval niet mogelijk is op basis van de elektriciteitsmeter vast te stellen hoeveel elektriciteit er is verbuikt ten behoeve van de hennepkwekerij in de woning heeft Nuon deze hoeveelheid op basis van de haar ter beschikking staande gegevens geschat. Hiertoe heeft Nuon een onderzoeksrapport (hierna: het rapport van Nuon) opgesteld. Op basis van de aangetroffen apparatuur heeft Nuon het verbruik per kweek in ruimte A geschat op 6.861 kWh en in ruimte B op 6.802 kWh. Uit de in de woning aangetroffen omstandigheden (aangetroffen kweekresten, vuilniszakken met kweekafval, algengroei, kalkaansag en verwerkte oogst) heeft Nuon afgeleid dat in ruimte A naast de huidige kweek drie eerdere kweken en in ruimte B naast de huidige kweek twee eerdere kweken hebben plaatsgevonden. In totaal is er ten behoeve van de hennepkwekerij 47.669 kWh aan electriciteit verbruikt, hetgeen correspondeert met een aan levering en transport verschuldigd bedrag van EUR 5.369,73 (exclusief BTW), aldus Nuon. Voorts heeft Nuon ten gevolge van de frauduleuze handelingen van [gedaagde] EUR 1.124,67 (exclusief BTW) aan kosten moeten maken. Aangezien [gedaagde] op 18 november 2005 in verzuim is geraakt is zij over het totale bedrag van EUR 7.728,34 (inclusief BTW) vanaf die datum wettelijke rente verschudigd, aldus nog steeds Nuon. Tot slot maakt Nuon aanspraak op buitengerechtelijke incassokosten van EUR 913,92 (inclusief BTW) berekend conform het Rapport Voorwerk II en op een bedrag van EUR 65,00 aan administratiekosten.
3.3. [gedaagde] erkent dat hij illegaal elektriciteit ten behoeve van de hennepkwekerij in de woning heeft afgetapt en dat hij gehouden is voor deze afgetapte elektriciteit te betalen. [gedaagde] stelt evenwel dat hij pas op 7 juni 2005 met de hennepkwekerij is begonnen, en niet in november 2004 zoals uit het rapport van Nuon volgt. [gedaagde] betwist dat hij in de woning in totaal meer dan vijf kweken heeft volbracht en stelt zich op het standpunt dat hij slechts voor de door hem in de periode van van 7 juni 2005 tot en met 30 augustus 2005 verbruikte energie hoeft te betalen.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Vaststaat dat [gedaagde] ten behoeve van een hennepkwekerij in de woning illegaal elektriciteit van Nuon heeft afgenomen en dat [gedaagde] jegens Nuon tot betaling van de kosten van deze elektriciteit gehouden is. Voorts staat vast dat een reguliere meting van het elektriciteitsverbruik onmogelijk was geworden doordat, zoals [gedaagde] heeft erkend, de elektriciteit illegaal, buiten de meter om, werd afgenomen.
4.2. Nu de omvang van de schade niet nauwkeurig kan worden vastgesteld moet zij worden geschat. Dit is van de zijde van [gedaagde] tijdens de comparitie van partijen ook erkend. De vraag of de algemene voorwaarden van Nuon van toepassing zijn op de rechtsverhouding tussen partijen kan daarom in het midden blijven.
4.3. Met betrekking tot de in het rapport van Nuon vastgelegde schatting van de hoeveelheid verbruikte elektriciteit, welke schatting [gedaagde] heeft bestreden, overweegt de rechtbank als volgt. Nu de elektriciteit buiten de meter om is afgenomen, is Nuon bij de schatting van de afgenomen hoeveelheid elektriciteit toegewezen op de door haar in het rapport genoemde maatstaven. Anders dan [gedaagde] kennelijk veronderstelt, ligt de bewijslast met betrekking tot de gehanteerde maatstaven niet (zonder meer) op Nuon aangezien bij een schatting als de onderhavige de gewone regels van stelplicht en bewijs niet gelden.
4.4. Ter onderbouwing van de berekening van de hoeveelheid buiten de meter om afgenomen energie heeft Nuon het vermogen van de bij [gedaagde] aangetroffen, ten behoeve van de hennepkwekerij gebruikte, apparatuur en het aantal uren dat ieder apparaat, op grond van ervaringsregels, per kweek in werking is als uitgangspunt genomen. Deze gegevens heeft [gedaagde] niet althans onvoldoende gemotiveerd bestreden. Voorts is Nuon ervan uitgegaan dat met de in de woning aangetroffen apparatuur naast de twee (bijna voltooide) huidige kweken in totaal vijf eerdere hennepkweken hebben plaatsgevonden. Het aantal van vijf hennepkweken baseert Nuon onder andere op de vervuiling van de aangetroffen koolstoffilters. Daarnaast heeft Nuon zich gebaseerd op de in de woning aangetroffen kweekresten, algengroei in de afvoeren en kalkaanslag in de waterbakken, vuilniszakken met verwerkte oogst alsmede de mate van verkleuring van het pur-schuim dat is gebruikt om de ruimtes luchtdicht af te dichten.
4.5. Het verweer van [gedaagde] komt erop neer dat de schatting van de onttrokken elektriciteit afwijkt van de feitelijke door hem onttrokken elektriciteit. Daartoe stelt [gedaagde] dat hij pas op 7 juni 2005 met de hennepkwekerij is begonnen. Ter onderbouwing van dit verweer voert [gedaagde] een aantal omstandigheden aan.
4.6. Het verweer van [gedaagde] dat hij de apparatuur ten behoeve van de hennepkwekerij tweedehands heeft aangeschaft, zodat op basis van de vervuiling van de apparatuur niet kan worden vastgesteld wat het verbruik in de woning is geweest, is onvoldoende onderbouwd. De op de door [gedaagde] overgelegde aankoopfacturen vermelde apparaten corresponderen niet met de door Nuon in de woning aangetroffen apparatuur. Bovendien vermelden de facturen als tenaamstelling enkel “klant kontant”. Het had - in het licht van het rapport van Nuon, waarin een opsommming van de aangetroffen apparatuur was gegeven - op de weg van [gedaagde] gelegen een en ander nader toe te lichten en te onderbouwen, hetgeen [gedaagde] niet heeft gedaan. Bovendien werd, zoals Nuon ter gelegenheid van de comparitie van partijen onbetwist heeft verklaard, onder de kettingen waaraan de filters waren opgehangen geen vervuiling aangetroffen. Hieruit volgt dat de vervuiling ter plaatse is ontstaan. Bij het afnemen, vervoer en vervolgens elders weer ophangen van vervuilde filters zouden dergelijke witte randen immers niet zijn voorgekomen.
4.7. Ook het verweer van [gedaagde] dat hij een beginnend kweker was en dat daarom niet kan worden uitgegaan van de door Nuon gehanteerde gemiddelde duur van een kweek faalt als onvoldoende onderbouwd. Het had op de weg van [gedaagde] gelegen met nadere concrete gegevens te onderbouwen dat de aangetroffen vuilniszakken voornamelijk aarde van de mislukte eerste kweek bevatten en dat het wietafval dat in de woning is aangetroffen van elders daar naartoe was gebracht om verder te verwerken.
4.8. Voorts levert de omstandigheid dat [gedaagde] door de politierechter is veroordeeld voor diefstal over de periode vanaf 7 juni 2005 tot en met 30 augustus 2005 geen bewijs op van de stelling dat buiten die periode niet feitelijk illegaal elektriciteit is afgenomen. Dit geldt te meer nu in deze procedure onduidelijk is gebleven of het in het geding gebrachte rapport van Nuon ook in de strafrechtprocedure is betrokken.
4.9. Ook uit het door [gedaagde] overgelegde proces-verbaal van 14 juni 2005 van melding van een mogelijk aanwezige hennepplantage door een buurtbewoner, kan niet volgen dat [gedaagde] in de periode daaraan voorafgaand geen hennepkwekerij exploiteerde. Ook hier geldt dat het in het licht van het rapport van Nuon op de weg van [gedaagde] had gelegen zijn stelling nader te onderbouwen, bijvoorbeeld aan de hand van verklaringen van buurtbewoners.
4.10. op grond van het voorgaande moet worden geconcludeerd dat [gedaagde] zijn verweer dat de schatting van de onttrokken elektriciteit afwijkt van de feitelijke door hem onttrokken elektriciteit in het licht van het door Nuon opgestelde rapport onvoldoende heeft onderbouwd. De rechtbank zal daarom voorbijgaan aan dit verweer en uitgaan van de juistheid van de schatting van Nuon van de ten behoeve van de hennepkwekerij verbruikte elektriciteit, welke schatting correspondeert met eerdergenoemd bedrag van EUR 5.369,73 (exclusief BTW). Aangezien [gedaagde] jegens Nuon toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de overeenkomst met Nuon en de door Nuon gevorderde post van EUR 1.124,67 (exclusief BTW) aan kosten ten gevolge van de frauduleuze handelingen van [gedaagde] niet is betwist, is ook dit bedrag toewijsbaar. Een en ander leidt tot de conclusie de vordering tot betaling van het bedrag van EUR 7.728,34 (inclusief BTW) zal worden toegewezen.
4.11. [gedaagde] heeft voorts niet betwist dat hij per 18 november 2005 in verzuim is geraakt, zodat ook de over het bedrag van EUR 7.728,34 gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf 18 november 2005.
4.12. De door Nuon afzonderlijk gevorderde administratiekosten van EUR 65,00 zullen worden afgewezen, nu Nuon niet heeft onderbouwd waarom deze kosten niet reeds in de berekening van de kosten van EUR 1.124,67, waaronder een post administratiekosten, zijn begrepen.
4.13. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten zal worden afgewezen. Nuon heeft niet (voldoende onderbouwd) gesteld dat zij deze kosten daadwerkelijk heeft gemaakt en dat deze kosten betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een enkele aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier.
4.14. [gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Continuon worden begroot op:
- dagvaarding EUR 71,32
- vast recht 296,00
- salaris procureur 768,00 (2,0 punten × tarief EUR 384,00)
Totaal EUR 1.135,32
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. veroordeelt [gedaagde] om aan Continuon te betalen een bedrag van EUR 7.728,34 (zevenduizend zevenhonderd achtentwintig euro en vierendertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente over het nog niet betaalde deel van het toegewezen bedrag vanaf 18 november 2005 tot de dag van volledige betaling,
5.2. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Continuon tot op heden begroot op EUR 1.135,32,
5.3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.M. Wamsteker en in het openbaar uitgesproken op 27 december 2006.?