ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ9090
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Rosier
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatig verkregen bewijs en vrijspraak in DNA-onderzoek
In deze zaak, behandeld door de politierechter van de Rechtbank Haarlem, stond de verdachte terecht op beschuldiging van meerdere feiten waarbij DNA-onderzoek een cruciale rol speelde. De raadsman van de verdachte betoogde dat de uitkomsten van het DNA-onderzoek niet betrouwbaar waren, omdat het procesdossier niet voldeed aan de wettelijke vereisten. Er ontbraken ondertekende processen-verbaal van inbeslagneming en identiteitszegels, wat volgens de raadsman leidde tot onrechtmatig verkregen bewijs. De politierechter oordeelde dat de vastgestelde vormverzuimen inderdaad leidden tot de conclusie dat het celmateriaal onrechtmatig was verkregen. Hierdoor moesten de resultaten van het DNA-onderzoek van het bewijs worden uitgesloten.
Na deze bewijsuitsluiting kon de politierechter niet tot een bewezenverklaring komen van de tenlastegelegde feiten. De verdachte werd dan ook vrijgesproken van alle beschuldigingen. Daarnaast dienden twee benadeelde partijen een vordering tot schadevergoeding in, maar deze werden niet-ontvankelijk verklaard, omdat de politierechter oordeelde dat de vorderingen niet konden worden toegewezen in het licht van de vrijspraak van de verdachte. De uitspraak vond plaats op 17 augustus 2006, na een openbare terechtzitting op 3 augustus 2006, waarbij de verdachte zijn ontkenning van de beschuldigingen had herhaald.