a) [gedaagde] heeft op 3 februari 2004 met Mellema & Veltkamp een overeenkomst gesloten met betrekking tot door Mellema & Veltkamp te verlenen incassodiensten.
b) De overeenkomst luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Opdrachtgever kan door akkoord te gaan met deze overeenkomst gebruik maken van de incassofaciliteiten van Mellema & Veltkamp Incasso B.V. en Cash®. Hiermee verbindt opdrachtgever zich een jaarlijkse bijdrage te betalen van:
? € 150,00, Cash® Zegels à € 1,00 en Cash® Sommaties à € 10,00.
[…]
Opdrachtgever verkrijgt hiermee tevens het recht te vermelden, waar nodig, dat hij gebruik maakt van Cash®.
[…]
De opdrachtgever heeft met deze overeenkomst recht op kosteloos juridisch advies in verband met de te incasseren vorderingen. Hierin is niet begrepen het voeren van gerechtelijke procedures[…]
[…]
Met deze overeenkomst verklaart opdrachtgever akkoord te gaan met onze algemene voorwaarden.”
c) Artikel 4.4 van de algemene voorwaarden luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Naast de onder 4.1, 4.2 en 4.3 opgenomen kosten, zal aan Opdrachtgever 15% incassokosten over het geïncasseerde bedrag worden berekend […]”
d) Artikel 4.5 luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Indien Opdrachtgever een incasso-opdracht intrekt, van verdere incassobehandeling afziet […] is Opdrachtnemer gerechtigd over de ter incasso gestelde vordering de onder punt 4.4 opgenomen incassoprovisie in rekening te brengen, als ware de vordering volledig geïncasseerd.”
e) [gedaagde] heeft Mellema & Veltkamp opdracht gegeven tot het incasseren van een vordering op zijn debiteur [YYY].
f) Bij brief van 9 augustus 2005 heeft Mellema & Veltkamp [gedaagde] onder meer bericht:
“Hierbij ontvangt u (een) kopie(ën) van de sommatie(s) die wij heden hebben verzonden.
[…]
Uw opdracht is in behandeling genomen conform onze algemene voorwaarden.”
g) Bij faxbericht van 22 augustus 2005 heeft [gedaagde] onder meer het volgende aan
Mellema & Veltkamp bericht:
“Wij verzoeken u vriendelijk het bedrag van de nota te incasseren.
Indien wij kosten moeten gaan betalen voor een advocaat dan zullen wij overgaan tot sluiting van het dossier. Wij zullen dan ook niet meer gebruik maken van uw diensten. Het abonnement zal per direct worden opgezegd.”
h) Bij faxbericht van 4 oktober 2005 heeft Mellema & Veltkamp [gedaagde] meegedeeld:
“Wij zullen genoemd dossier verder in behandeling nemen en het na ontvangst van uw schriftelijk antwoord doorsturen naar onze advocaat.”
i) Bij faxbericht van 5 oktober 2005 heeft [gedaagde] daarop onder meer geantwoord:
“Wij verzoeken u het bedrag te incasseren. Zoals aangegeven willen wij niet procederen.”
j) Hierop reageert Mellema & Veltkamp nog dezelfde dag als volgt:
“Daar u niet wilt overgaan tot procederen […] zullen wij conform onze voorwaarden overgaan tot sluiting van het dossier.”
k) Bij factuur van 11 oktober 2005 heeft Mellema & Veltkamp [gedaagde] € 3.198,13 in rekening gebracht ter zake van incassokosten en leges KvK.
l) [gedaagde] heeft deze factuur ondanks aanmaning niet betaald.
m) Bij brief van 9 januari 2006 heeft de gemachtigde van [gedaagde] onder meer aan
Mellema & Veltkamp meegedeeld:
“De behandeling van de betreffende vordering heeft plaatsgevonden op basis van de tussen cliënt en uw kantoor geldende overeenkomst inzake uw product “Cash”. Uit hoofde van deze overeenkomst, in essentie een incasso abonnement, vonden uw activiteiten in deze “kosteloos” plaats. […] Bedoelde overeenkomst bepaalt dat uw werkzaamheden, met uitzondering van het voeren van procedures, kosteloos plaatsvinden.”