ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ3292
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Brouwer
- mrs. Toeter
- Pott Hofstede
- Rechtspraak.nl
Invoer van cocaïne door verdachte met voorwaardelijk opzet
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 24 november 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk invoeren van cocaïne in Nederland. De verdachte, die op dat moment gedetineerd was, had koffers geleend van een neef en verklaarde dat zij deze koffers naar Nederland moest brengen voor een tante van haar neef. Tijdens de zitting gaf de verdachte aan dat de koffers zwaar aanvoelden en naar parfum roken, maar dat zij hier verder geen aandacht aan had besteed. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, door met deze koffers Nederland binnen te reizen, op zijn minst een aanmerkelijke kans had aanvaard dat er cocaïne in verborgen was. Dit werd bevestigd toen bleek dat de koffers daadwerkelijk cocaïne bevatten.
De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman van de verdachte dat er geen opzet was, en concludeert dat de verdachte opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de Opiumwet. De officier van justitie had een gevangenisstraf van twintig maanden geëist, waarvan acht maanden voorwaardelijk. De rechtbank heeft deze eis in overweging genomen en heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig maanden, met aftrek van de tijd die zij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Daarnaast zijn de in beslag genomen koffers en een geldbedrag van € 700,-- verbeurd verklaard, omdat deze aan het bewezen verklaarde feit waren gerelateerd. De rechtbank heeft ook een proeftijd van twee jaar vastgesteld voor het voorwaardelijke deel van de straf, om herhaling van strafbare feiten te voorkomen.