ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ3072

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
24 november 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
129588
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • E.A. Coyajee-Kappers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoekschrift tot ontbinding van de Stichting Hells Angels Haarlem

Op 8 november 2006 is er een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Haarlem, ex artikel 2:20 van het Burgerlijk Wetboek, door het Openbaar Ministerie. Dit verzoekschrift betreft de stichting Hells Angels Haarlem, die één van de zeven chapters van de Hells Angels in Nederland is. De stichting is ondergebracht in de rechtsvorm van een stichting en/of vereniging met een vergelijkbare doelstelling. Het verzoek van het Openbaar Ministerie is om de stichting te verbieden en te ontbinden, met benoeming van een vereffenaar die niet één van de bestuursleden van de stichting is. Eventuele batige saldi na vereffening dienen aan de Staat te worden uitgekeerd.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de activiteiten van de Hells Angels chapters onderhevig zijn aan een strafrechtelijk onderzoek door het Landelijk Parket. Het Openbaar Ministerie heeft gelijktijdig bij verschillende rechtbanken, waaronder de rechtbank Amsterdam, verzoekschriften ingediend met eenzelfde strekking. De rechtbank oordeelt dat de samenhang tussen deze verzoekschriften zodanig is dat een gezamenlijke behandeling door één rechter gerechtvaardigd is, om tegenstrijdige beslissingen te voorkomen.

Daarom heeft de rechtbank besloten om de zaak in de stand waarin deze zich bevindt te verwijzen naar de rechtbank Amsterdam. De beslissing is genomen door mr. E.A. Coyajee-Kappers en is openbaar uitgesproken op 24 november 2006.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK HAARLEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rekestnummer: 129558 / HA RK 06-113
Beschikking van 24 november 2006
in de zaak van
het OPENBAAR MINISTERIE (LANDELIJK PARKET),
zetelende te Rotterdam, locatie Schiphol,
verzoeker,
en
de stichting STICHTING HELLS ANGELS HAARLEM,
statutair gevestigd te Haarlem,
gerekestreerde.
Partijen zullen hierna worden aangeduid als “het openbaar ministerie” respectievelijk “de stichting”.
1. De loop van de procedure
Ter griffie van deze rechtbank is op 8 november 2006 een verzoekschrift ex artikel 2:20 van het Burgerlijk Wetboek, met producties, ingekomen.
2. Het verzoek
Het openbaar ministerie heeft de rechtbank verzocht bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, de stichting verboden te verklaren en te ontbinden, onder benoeming van een vereffenaar, niet zijnde één van de bestuursleden van de stichting, met bepaling dat een eventueel batig saldo na vereffening wordt uitgekeerd aan de Staat.
1. De beoordeling van het verzoek
1.1. Uit het verzoekschrift blijkt dat de stichting één van de zeven in Nederland gevestigde chapters van de Hells Angels is en dat de activiteiten van deze chapters zijn ondergebracht in de rechtsvorm van een stichting en/of een vereniging met een nagenoeg gelijkluidende doelstelling. Daarnaast is er één, in Amsterdam gevestigde, overkoepelende stichting, Stichting Hells Angels Holland. Uit het verzoekschrift blijkt dat de hiervoor bedoelde chapters van de Hells Angels voorwerp zijn van een strafrechtelijk onderzoek onder leiding van het Landelijk Parket. Het openbaar ministerie heeft gelijktijdig bij verschillende rechtbanken, onder meer de rechtbank Amsterdam, verzoekschriften ingediend met dezelfde strekking als het bij deze rechtbank ingediende verzoekschrift. De feitelijke grondslag van deze verzoekschriften wordt gevormd door de resultaten van het hiervoor bedoelde strafrechtelijke onderzoek onder leiding van het Landelijk Parket. Het in deze verzoekschriften vervatte verzoek heeft dezelfde juridische grondslag.
1.2. Het hiervoor overwogene leidt tot de conclusie dat het bij deze rechtbank ingediende verzoekschrift samenhangt met de bij de rechtbank Amsterdam ingediende verzoekschriften met betrekking tot de aldaar gevestigde rechtspersonen, te weten die waarin de activiteiten van de aldaar actieve chapter zijn ondergebracht en de eerder aangeduide overkoepelende stichting. Gelet op het onder 3.1. overwogene is deze samenhang zodanig dat een gezamenlijke behandeling door één en dezelfde rechter gerechtvaardigd is om redenen van doelmatigheid, waaronder begrepen het tegengaan van tegenstrijdige beslissingen. Derhalve zal de rechtbank de zaak in de stand waarin deze zich bevindt verwijzen naar de rechtbank Amsterdam.
4. De beslissing
De rechtbank
4.1. verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de rechtbank Amsterdam,
4.2. bepaalt dat de griffier van deze rechtbank voormelde rechtbank een afschrift van deze beschikking zal zenden.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.A. Coyajee-Kappers en in het openbaar uitgesproken op 24 november 2006.?