ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ3016
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Pott Hofstede
- Verpalen
- Malsch
- Rechtspraak.nl
Stalking, belaging en meervoudige inbraak met ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 27 oktober 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van stalking, belaging en meervoudige inbraak. De verdachte heeft zijn ex-vriendin herhaaldelijk lastiggevallen door zich in de nabijheid van haar woning op te houden, haar veelvuldig te bellen en te sms'en, en zelfs op de ramen van een woning te bonken waar een vriendin van het slachtoffer woonde. Dit gedrag leidde ertoe dat het slachtoffer zich genoodzaakt voelde om te vluchten en zich elders te vestigen. Daarnaast heeft de verdachte een vriendin van zijn ex-vriendin bedreigd met de dood, wat grote vrees bij beide slachtoffers heeft veroorzaakt.
Naast de stalking heeft de verdachte samen met een ander een reeks inbraken en diefstallen gepleegd, wat niet alleen schade toebracht aan de slachtoffers, maar ook een financiële belasting voor de maatschappij vormde. De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat de verdachte, ondanks eerdere veroordelingen voor soortgelijke delicten, opnieuw in de fout is gegaan zonder rekening te houden met de gevolgen van zijn daden voor de slachtoffers.
De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten en hem een gevangenisstraf van 36 maanden opgelegd, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Tevens zijn er schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, waarbij de rechtbank de vorderingen van enkele slachtoffers heeft toegewezen en andere niet-ontvankelijk heeft verklaard. De rechtbank heeft ook een schadevergoedingsmaatregel opgelegd, waarbij de verdachte verplicht is om bedragen aan de staat te betalen indien hij niet aan de schadevergoedingen kan voldoen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer, waarbij de rechtbank rekening heeft gehouden met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.