ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ2894

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
24 mei 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/500189-06
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • J. Donders
  • M. Toeter
  • A. van Mierlo
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van drugssmokkel met MDMA en hennep

In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 24 mei 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met een medeverdachte betrokken was bij de uitvoer van aanzienlijke hoeveelheden verdovende middelen, te weten 390,8 gram MDMA pasta en 8.048,8 gram MDMA pillen, alsook 1.459,8 gram hennep. De rechtbank overweegt dat MDMA, de werkzame stof in XTC-pillen, schadelijk is voor de gezondheid en dat de handel en verspreiding ervan verboden zijn. De verdachte heeft een organiserende rol gespeeld in de drugssmokkel, waarbij hij zijn medeverdachte hielp bij het vervoeren van de drugs. De rechtbank stelt vast dat de hoeveelheid MDMA en hennep die is uitgevoerd, bestemd was voor verdere verspreiding en handel, wat gepaard gaat met andere vormen van criminaliteit.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de Opiumwet en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertig maanden. De rechtbank heeft ook bepaald dat het in beslag genomen geld, dat vermoedelijk afkomstig is van de drugshandel, verbeurd wordt verklaard. De verdachte is vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen zijn verklaard. De uitspraak is gedaan na een openbare terechtzitting op 11 mei 2006, waarbij de rechtbank de geldigheid van de dagvaarding en de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie heeft vastgesteld. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de drugssmokkel in overweging genomen bij het bepalen van de straf.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE STRAFKAMER
Parketnummer: 15/500189-06
Uitspraakdatum: 24 mei 2006
Tegenspraak
VERKORT STRAFVONNIS (art. 138b Sv)
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 11 mei 2006 in de zaak tegen:
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans gedetineerd in PI Midden Holland – HvB De Geniepoort, Alphen aan den Rijn.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat
1.
hij op of omstreeks 31 januari 2006 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, ongeveer 390,8 gram (MDMA pasta) en/of 8048,8 gram (36.586 pillen), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDA/MDMA en/of Amfetamine, zijnde MDA/MDMA en/of Amfetamine een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij op of omstreeks 31 januari 2006 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, ongeveer 1459,8 gram, in elk geval een hoeveelheid hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a van die wet.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft - zakelijk weergegeven - tot het navolgende gerekwireerd:
- bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten;
- oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van veertig maanden;
- aftrek van de tijd, die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht;
- verbeurdverklaring van de diverse reisbescheiden en het bij verdachte aangetroffen geld;
- teruggave aan verdachte van het in beslag genomen paspoort.
4. Bewijs
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten heeft begaan in dier voege dat
1.
hij op 31 januari 2006 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, 390,8 gram MDMA pasta en 8048,8 gram van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I;
2.
hij op 31 januari 2006 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, 1459,8 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst II.
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest de rechtbank deze verbeterd. De verdachte wordt daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte onder 1 en 2 meer of anders is tenlastegelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
5. Strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van feit 1:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder A, van de Opiumwet gegeven verbod.
ten aanzien van feit 2:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder A, van de Opiumwet gegeven verbod.
6. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
7. Motivering van de sanctie en van overige beslissingen
Hoofdstraf
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, alsmede de persoon van verdachte zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich samen met een ander, zijn medeverdachte [medeverdachte], schuldig gemaakt aan de uitvoer van 390,8 gram MDMA pasta alsmede 8.048,8 gram aan MDMA pillen. MDMA is een voor de gezondheid van personen schadelijke stof. Het is de werkzame stof in zogenaamde ‘XTC-pillen’. XTC is een bewustzijnsbeïnvloedend middel, waarvan de wetgever heeft bepaald dat de handel erin en de verspreiding ervan verboden is. Met betrekking tot het gevaar voor de volksgezondheid van XTC overweegt de rechtbank dat blijkens onderzoek na XTC-gebruik lichamelijke, levensbedreigende en psychiatrische complicaties kunnen optreden.
De uitgevoerde hoeveelheid MDMA, zowel in pastavorm als in pillen, was van dien aard, dat deze bestemd moet zijn geweest voor verdere verspreiding en handel. De verspreiding van en handel in drugs zoals MDMA gaan gepaard met vele andere vormen van criminaliteit, zowel in Nederland als in de landen waarnaar deze stof wordt uitgevoerd.
Voorts heeft verdachte samen met zijn medeverdachte ongeveer 1.459,8 gram hennep uitgevoerd.
Langdurig en intensief gebruik van hennep heeft voor de gezondheid van personen schadelijke gevolgen. Het werkzame bestanddeel van hennep, THC, kan acute neveneffecten hebben, zoals paranoia en psychosomatische storingen. Ook neveneffecten als verslaving, ademhalingsproblemen en chronisch geheugenverlies zijn toe te schrijven aan de werking van THC. De uitgevoerde hoeveelheid was van dien aard, dat deze bestemd moet zijn geweest voor verdere verspreiding en handel. De georganiseerde criminaliteit heeft zich niet alleen meester gemaakt van de teelt van hennep, maar ook van de verdere verspreiding en handel in hennep waarmee illegaal enorme verdiensten worden gegenereerd.
De uitvoer van deze soorten verdovende middelen schaadt het imago van Nederland.
De rechtbank neemt op grond van het verhandelde ter terechtzitting en van hetgeen uit het dossier naar voren is gekomen in aanmerking dat verdachte kennelijk een organiserende en begeleidende rol in deze drugssmokkel had. Verdachte is immers betrokken geweest bij het voorbereiden en opstarten van het vertrek van zijn medeverdachte en heeft hem ook de parapente met drugs laten vervoeren. Door de koffer met verdovende middelen op naam van zijn medeverdachte in te (laten) checken, heeft verdachte kennelijk getracht het risico te verkleinen dat hij voor deze strafbare feiten veroordeeld zou worden. Op deze wijze is verdachte als controller van de feitelijke koerier opgetreden. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
Op grond van het vorenoverwogene is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd.
Verbeurdverklaring
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten een label, claimtags, instapkaarten en een vliegticket, dienen te worden verbeurd verklaard. Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat het bewezenverklaarde feiten met behulp van die goederen, die aan verdachte toebehoren, zijn begaan of voorbereid.
De rechtbank is van oordeel dat het onder verdachte inbeslaggenomen en niet teruggegeven geld, te weten 3 biljetten van € 500,-, dient te worden verbeurdverklaard. Bewezen is verklaard dat verdachte opzettelijk MDMA en hennep buiten Nederland heeft gebracht. Het kan niet anders dan dat verdachte voor het drugstransport enige beloning zou ontvangen. Aangenomen moet worden dat het bij verdachte aangetroffen en hem toebehorende geldbedrag, met name gelet op de hoogte en coupures daarvan, geheel of grotendeels door middel van het bewezenverklaarde feit is verkregen.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
33, 33a, 47, 57 van het Wetboek van Strafrecht.
2, 3, 10, 11 van de Opiumwet.
9. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 4. vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 en 2 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezenverklaarde feiten de hierboven onder 5. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens deze feiten tot een gevangenisstraf voor de duur van VEERTIG (40) MAANDEN.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurd:
- geld, 3 biljetten van € 500,-;
- 1 vliegticket TAP AIR 2 047 2107647894;
- 3 instapkaarten;
- 1 label TAP AIR;
- 2 claimtags.
Gelast de teruggave aan verdachte van:
- 1 paspoort Brazilië, CM482685.
10. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. Donders, voorzitter,
mrs. Toeter en Van Mierlo, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. Touwen,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 24 mei 2006.