RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton Locatie Zaandam
zaak/rolnr.: 319068 / CV EXPL 06-4900
datum uitspraak: 16 november 2006
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
[eiser]
te [adres]
eisende partij
hierna te noemen [eiser]
gemachtigde mr. R.J. Ouderdorp
Succes Industriële Reiniging B.V.
te 1131 KH Volendam, mgr. C.Veermanlaan 10,
gedaagde partij
hierna te noemen Succes
gemachtigde N.J.M. Schokker.
[eiser] heeft op gronden zoals in de dagvaarding vermeld een vordering ingesteld tegen Succes.
Hierop heeft Succes geantwoord.
Vervolgens zijn partijen ter terechtzitting verschenen voor het geven van inlichtingen en het beproeven van een schikking. Daarvan zijn door de griffier aantekeningen gemaakt die zo nodig in de vorm van een proces-verbaal worden uitgewerkt.
Tenslotte is de uitspraak op vandaag bepaald.
De inhoud van alle processtukken, waaronder begrepen de mogelijk door partijen overgelegde producties, wordt als hier overgenomen beschouwd.
[eiser] vordert dat de kantonrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
a. Succes zal veroordelen tot betaling van € 1.528,68 bruto minus € 250,-- netto wegens calamiteitentoeslag met wettelijke rente en verhoging;
b. een verklaring voor recht zal geven dat [eiser] recht heeft op uitbetaling door Succes van een jubileumuitkering van 2 weken salaris bruto waarbij, zoals klaarblijkelijk bedoeld is, wordt vastgesteld dat de dienstjaren moeten meetellen die [eiser] vóór 2 november 1998 bij een vorige werkgever heeft opgebouwd;
c. Succes zal veroordelen tot het betalen van een aanvulling op het salaris vanaf 6 maart 2006, met wettelijke rente, verhoging, en vakantiebijslag, zoals in de dagvaarding nader omschreven, alsmede tot het weder tewerkstellen van [eiser] in de nachtdienst op basis van 2 weken nachtdienst per 4 weken en volgens de in de dagvaarding bedoelde werktijden, alles op straffe van een dwangsom;
d. Succes zal veroordelen in de proceskosten.
Het verweer strekt tot gehele of gedeeltelijke afwijzing van de vordering.
In deze procedure zijn de volgende feiten voldoende komen vast te staan omdat deze niet, dan wel onvoldoende gemotiveerd betwist zijn gebleven.
1. Met ingang van 2 november 1998 na overname is [eiser] op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst getreden bij Synerga. Daarvóór was hij 9 jaar in dienst bij een ander bedrijf. Met ingang van 15 januari 2004 is hij in dienst getreden bij Succes. Zijn functie is (sinds 15 januari 2004) industrieel schoonmaker. Zijn uurloon bedraagt thans € 10,16 bruto. Toepasselijk is de CAO voor het schoonmaak- en glazenwasserbedrijf.
2. Voorheen gold binnen de branche een verplichte jubileumregeling. Die is afgeschaft, in ruil waarvan werknemers ingevolge de CAO recht hebben op een kleine toeslag op het uurloon. Bij Succes geldt desalniettemin nog steeds een (CAO onverplichte) jubileumregeling. Werknemers die 12 ½ jaar bij haar (en haar rechtsvoorgangster Synerga) in dienst zijn krijgen deze toegekend. Voor werknemers die in verband met een contractswisseling bij Succes in dienst treden en binnen een jaar bedoelde 12 ½ jaar bij hun vorige werkgever zouden hebben volgemaakt, krijgen deze jubileumuitkering bij wijze van coulance óók toegekend, dit echter alléén indien de vorige werkgever wat dat betreft niet thuis geeft. Succes heeft [eiser] desgevraagd laten weten dat hij niet in aanmerking komt voor deze coulance, nu hij voorafgaande aan de contractswisseling pas 9 jaar bij zijn vorige werkgever in dienst was.
3. Ingevolge artikel 5 van de toepasselijke CAO is een schriftelijke arbeidsovereenkomst voorgeschreven, waarin onder meer de bij aanvang van het dienstverband geldende werktijden en het aantal uren per week moeten worden vermeld. Ingevolge artikel 6 van de CAO zal de werkgever wijzigingen daarin schriftelijk aan de werknemer bevestigen en heeft overigens te gelden, dat wijzigingen in de arbeidsovereenkomst noodzakelijk kunnen zijn, die voortkomen uit de kenmerken van de dienstverlening in de branche.
4. Ingevolge de (laatst opgemaakte) arbeidsovereenkomst van juni 2004 geldt een werkweek van 38 uur en de volgende werktijden: de ene week maandag tot en met vrijdag van 07.00 uur tot 15.30 uur en de andere week maandag en dinsdag van 7.00 uur tot 15.30 uur, woensdag van 7.00 uur tot 12.00 uur en donderdag en vrijdag van 00.00 uur tot 6.00 uur. Deze werktijden kunnen volgens het contract na overleg tussen werkgever en werknemer door eerstgenoemde schriftelijk worden gewijzigd.
5. In of omstreeks juni 2005 is [eiser] met diens instemming twee weken per vier weken in de nachtdienst geplaatst ten behoeve van het GVB te Amsterdam. Deze structurele nachtdienst betaalt vanwege de daarbij behorende toeslagen aanmerkelijk beter dan werk in de dagdienst. Bij brief van 1 maart 2006 is van de kant van Succes, nadat daarover een gesprek had plaatsgevonden met [eiser], bevestigd dat laatstgenoemde met ingang van 6 maart 2006 weer bij reguliere werkzaamheden zou worden ingezet, dit voor 40 uur per week. Deze werkzaamheden worden meestal overdag uitgevoerd; incidenteel worden nachtdiensten gedraaid.
De beoordeling van het geschil
Calamiteitentoeslag.
Voor wat betreft de gevorderde nabetaling wegens calamiteitentoeslag zijn partijen bij gelegenheid van de mondelinge behandeling alsnog overeengekomen dat Succes aan [eiser] zal betalen de somma van € 707,72 bruto minus € 250,-- netto, hetgeen zij in dit vonnis vastgelegd willen zien.
Jubileumuitkering.
Voor wat betreft de bij Succes geldende jubileumuitkering stelt [eiser] zich op het standpunt dat hij daarop (al lang) recht heeft, nu hij ervan mocht uitgaan dat de jaren vóór zijn indiensttreding bij Synerga in 1998 zouden worden meegeteld. [eiser] zegt dat hem de hiervoor bij de vaststaande feiten onder 2. weergegeven voorwaarden niet behoorlijk bekend zijn gemaakt.
Succes voert daar tegenin dat de betreffende jubileumuitkering niet in de CAO is geregeld en dat het haar dus vrijstaat te bepalen aan wie en onder welke voorwaarden die wordt uitgekeerd. Welnu, [eiser] voldeed niet aan die voorwaarden, waar het de coulanceregeling betrof. Dat betekent dat hij daarvoor pas in 2011, 12 ½ jaar na zijn indiensttreding bij Synerga, in aanmerking komt.
Daarover wordt als volgt geoordeeld.
Weliswaar staat het Succes vrij om al dan niet een jubileumregeling te treffen, maar goed werkgeverschap brengt met zich mee dat deze niet naar willekeur kan worden toegekend. Met andere woorden, in beginsel heeft een werknemer die voldoet aan de in die regeling gestelde voorwaarden ook recht op toekenning van zo’n uitkering.
In het onderhavige geval is echter voldoende komen vast te staan dat [eiser] (nog) niet aan de voorwaarden voldoet en vooralsnog dus geen recht heeft op toekenning van die uitkering. Dat hij niet volledig op de hoogte was van die voorwaarden doet daar niet aan af. Niet aannemelijk is geworden dat Succes hem wat dat betreft verkeerd heeft voorgelicht.
Dit onderdeel van de vordering, dat het voorgaande rechtsoordeel miskent, is dus niet toewijsbaar.
Recht op nachtdienst.
Volgens [eiser] mocht Succes hem onder de gegeven omstandigheden niet zonder zijn instemming uit de nachtdienst halen en weer terugplaatsen in de reguliere dagdienst. Succes is een tegengestelde mening toegedaan.
Daarover wordt als volgt geoordeeld.
Zowel volgens de toepasselijke CAO als volgens het arbeidscontract is het Succes toegestaan de werktijden aan te passen aan de eisen van de door haar te leveren dienstverlening. De door Succes opgegeven redenen, te weten een verschuiving van de werkzaamheden, waarbij [eiser] als een van de weinige all rounders het beste zoveel mogelijk binnen het reguliere werk van de specialistische diensten moet kunnen worden ingezet, komen niet onredelijk over. Dat wellicht geen sprake is van een zwaarwichtig belang, zoals bedoeld in artikel 7.613 van het Burgerlijk Wetboek, doet niet ter zake, nu het aanpassen van het werkrooster niet is aan te merken als een wijziging van de arbeidsvoorwaarden, zoals bedoeld in genoemd wetsartikel.
De hiervoor vastgestelde vrijheid van de werkgever is natuurlijk niet onbeperkt. Om te beginnen dient een en ander voorafgaand aan de roosterwijziging met de betrokken werknemer te worden overlegd. Dat is klaarblijkelijk gebeurd. Dat [eiser] toen misschien niet akkoord is gegaan met de voorgestelde roosterwijziging, zoals hij volhoudt, kan daaraan niet afdoen. Verder heeft de werkgever zich natuurlijk te richten naar de eisen van het goed werkgeverschap. Deze eisen kunnen met zich meebrengen dat financieel nadelige gevolgen van een roosterwijziging, meer in het bijzonder een forse terugval in de onregelmatigheidstoeslagen, worden verzacht, al was het maar doordat een overgangsregeling wordt getroffen. Daartoe zal met name aanleiding bestaan indien een werknemer al gedurende zeer lange tijd structureel nachtdiensten heeft gedraaid, waarop hij zijn leven en uitgavenpatroon heeft ingericht. Daarvan is in het onderhavige geval echter geen sprake. Waar het op neerkomt is dat [eiser], die is aangenomen voor overwegend reguliere diensten, slechts een relatief korte tijd structureel nachtdiensten heeft gedraaid, hetgeen thans door Succes is teruggedraaid. Ik kan me voorstellen dat [eiser] graag de extra verdiensten had behouden, die hij uit die nachtdiensten genereerde, maar in redelijkheid kan niet worden volgehouden dat hij door het wegvallen daarvan zó is getroffen, dat Succes daarvoor geheel dan wel gedeeltelijk zou moeten opkomen.
Samenvattend moet dus ook dit onderdeel van de vordering worden afgewezen.
Proceskosten.
[eiser] moet als de overwegend in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.
Succes wordt veroordeeld om aan [eiser] te betalen de somma van € 707,72 bruto minus € 250,-- netto.
De vordering wordt voor het overige afgewezen.
[eiser] wordt veroordeeld in de kosten van deze procedure, deze voor zover gerezen aan de zijde van Succes tot op heden begroot op € 400,--..
Dit vonnis wordt uitvoerbaar verklaard bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.M.Visser, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 16 november 2006, in tegenwoordigheid van de griffier.