ECLI:NL:RBHAA:2006:AY9525
Rechtbank Haarlem
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Beëindiging arbeidsovereenkomst en loondoorbetaling in kort geding
In deze zaak vordert eiseres, een medewerkster van Sfinx Bodycare, in kort geding loondoorbetaling na de beëindiging van haar arbeidsovereenkomst. Eiseres stelt dat zij niet heeft ingestemd met de beëindiging van haar contract en dat Sfinx haar geen loon meer heeft betaald sinds juli 2006, terwijl zij arbeidsongeschikt was door zwangerschapsgerelateerde klachten. De kantonrechter heeft op 26 september 2006 uitspraak gedaan en de vordering van eiseres afgewezen. De rechter oordeelt dat het aannemelijk is dat in een eventuele bodemprocedure zal blijken dat eiseres welbewust heeft ingestemd met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Eiseres was op 1 april 2006 in dienst getreden en had haar contract op 23 mei 2006 aangepast, maar heeft vanaf 1 juni 2006 niet meer voor Sfinx gewerkt. Sfinx betwist de vordering en stelt dat er een schriftelijke beëindigingsovereenkomst is ondertekend op 31 mei 2006, waaruit blijkt dat eiseres akkoord ging met de beëindiging van haar dienstverband. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de ondertekende overeenkomst cruciaal is voor de beoordeling van de zaak. Eiseres heeft onvoldoende bewijs geleverd dat zij niet heeft ingestemd met de beëindiging. De rechter concludeert dat de vordering van eiseres niet kan worden toegewezen, omdat niet aannemelijk is dat zij in een bodemprocedure gelijk zal krijgen. De proceskosten worden aan eiseres opgelegd, omdat zij in het ongelijk is gesteld.