ECLI:NL:RBHAA:2006:AY8318
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Mr. Scholte
- Mr. Toeter
- Mr. Burg
- Rechtspraak.nl
Opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet door vervoer van cocaïne met verkoopdoel
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 22 augustus 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De verdachte werd beschuldigd van het vervoer van een handelsvoorraad cocaïne, met de intentie deze te verkopen aan een derde, die op zijn beurt de cocaïne in gebruikershoeveelheden zou verkopen. De rechtbank heeft vastgesteld dat cocaïne een schadelijke stof is voor de gezondheid en dat de handel hierin vaak gepaard gaat met andere vormen van criminaliteit, waaronder strafbare feiten gepleegd door gebruikers die hun verslaving willen financieren. De verdachte heeft, met het oog op winstbejag, de gezondheidsrisico's voor de gebruikers genegeerd.
De rechtbank heeft de geldigheid van de dagvaarding en de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie bevestigd. De verdachte is strafbaar bevonden, en de rechtbank heeft de eis van de officier van justitie, die een gevangenisstraf van acht maanden had geëist, overgenomen. De rechtbank heeft de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan, en de persoon van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen heeft gepleegd. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden, met aftrek van voorarrest. Dit vonnis is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier en is het resultaat van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 8 augustus 2006.