ECLI:NL:RBHAA:2006:AY8299
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Bakker
- A. van Dijk
- J. Janse van Mantgem
- Rechtspraak.nl
Voortgezette handeling van verduistering en opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet door ambtenaar
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 25 augustus 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die als buitengewoon opsporingsambtenaar bij de Koninklijke Marechaussee werkzaam was. De verdachte werd beschuldigd van meervoudige verduistering van slikkersbollen, opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, valsheid in geschrift en het opzettelijk onbruikbaar maken van een cameraopstelling die bestemd was voor bewijsvoering. De feiten vonden plaats tussen november 2004 en september 2005, waarbij de verdachte op 27 mei 2005 een slikkersbol met cocaïne heeft ontvreemd en de cameraopstelling heeft gemanipuleerd om zijn daden te verbergen. Hij heeft ook een productielijst vervalst door een collega te misleiden over het aantal geproduceerde bollen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte meerdere keren in het voorbereidend onderzoek heeft verklaard dat hij slikkersbollen heeft verduisterd en dat hij dit deed onder druk van derden. Tijdens de zitting ontkende hij echter deze verklaringen en beweerde hij dat hij geen strafbare feiten had gepleegd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zijn functie als ambtenaar heeft misbruikt en dat zijn daden ernstige gevolgen hadden voor de strafrechtelijke procedures tegen de betrokken drugskoeriers.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank hield rekening met het feit dat de verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking was gekomen en dat hij als gevolg van deze zaak zijn functie had verloren. De rechtbank vond de opgelegde straf passend gezien de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd.