ECLI:NL:RBHAA:2006:AY6655
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een Districtshoofd Beleggingen wegens schending van de DSI-Gedragscode en interne instructies
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 22 augustus 2006 uitspraak gedaan over het verzoek van de vennootschap onder firma ING Personeel V.O.F. tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder], die als Districtshoofd Beleggingen werkzaam was. ING verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens wijziging van omstandigheden, waarbij zij aanvoerde dat [verweerder] de DSI-Gedragscode en interne instructies had geschonden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verweerder] in zijn functie niet heeft voldaan aan de vereisten van de DSI-normen en dat hij medewerkers heeft aangemoedigd om deze normen te overtreden. Ondanks dat [verweerder] erkende dat hij fouten had gemaakt, betwistte hij dat hem een verwijt kon worden gemaakt, wijzend op de commerciële druk binnen ING en de cultuur die daar heerste.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de handelwijze van [verweerder] in strijd was met de DSI-gedragscode en dat hij tekort is geschoten in zijn verantwoordelijkheden als Hoofd Beleggingen. De kantonrechter oordeelde dat een vruchtbare voortzetting van de arbeidsovereenkomst uitgesloten was en heeft het verzoek van ING toegewezen. Tevens is er een vergoeding van € 350.000,-- bruto aan [verweerder] toegekend, waarbij de kantonrechter rekening hield met de bedrijfscultuur en de omstandigheden waaronder de overtredingen plaatsvonden. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van leidinggevenden om de naleving van gedragsnormen te waarborgen, en de gevolgen van een cultuur waarin commerciële belangen boven ethische normen worden gesteld.
De kantonrechter heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat beide partijen hun eigen kosten dragen. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.