Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweerspro-ken inhoud van de overgelegde producties, staat tussen partij-en het volgende vast:
a. [gedaagden] hebben in opdracht en voor rekening van [eiser] in diens woning een parketvloer gelegd onder bijlevering van materialen.
b. De totale prijs voor deze vloer en het leggen daarvan bedroeg €4.600,00 inclusief omzetbelasting. Dit bedrag is geheel door [eiser] voldaan.
c. De vloer is in de maand mei 2003 gelegd.
d. Begin augustus 2003 constateerde [eiser] dat de vloer fors was uitgezet. Na behandeling door [gedaagden] bleek dat de planken nog steeds schotelden en in de lengte gekrompen en in de breedte uitgezet waren.
e. Bij brief van 20 oktober 2004 heeft [eiser] [gedaagden] in gebreke gesteld en hen een termijn van 14 dagen gegund om de gebreken te herstellen.
f. [gedaagden] hebben de heer Van Capelleveen van de leverancier van het parket ingeschakeld.
g. Bij brief van 27 december 2004 heeft de gemachtigde van [eiser] het volgende aan [gedaagden] geschreven:
“Cliënt berichtte mij in opgemelde zaak dat een gesprek heeft plaatsgevonden met de heer Van Capelleveen. Het gesprek is op een prettige wijze verlopen.
Partijen hebben de volgende afspraken gemaakt:
- cliënte neemt op 15 januari a.s. telefonisch contact op met de heer Van Capelleveen teneinde op korte termijn een afspraak te maken voor het verrichten van herstelwerkzaamheden;
- de heer Van Capelleveen herstelt de gebreken;
- drie maanden na het verrichten van de herstelwerkzaamheden hebben partijen contact over de vraag of de herstelwerkzaamheden naar behoren zijn uitgevoerd;
(…)
Zonder omgaand tegenbericht uwerzijds ga ik ervan uit dat de afspraken juist zijn weergegeven.”
h. Bij brief van 7 februari 2005 heeft de gemachtigde van [eiser] aan [gedaagden] geschreven dat de heer Van Capelleveen de gemaakte afspraken niet is nagekomen en dat een onafhankelijke expert zal worden ingeschakeld waarvan de kosten op [gedaagden] zullen worden verhaald.
i. Hierop hebben [gedaagden] bij brief van 8 februari 2005 geantwoord dat zij in de veronderstelling verkeerden dat de heer Van Capelleveen en [eiser] samen een afspraak hadden om tot een oplossing te komen.
j. Daarna zijn [gedaagden] er niet in geslaagd nog contact te leggen met de heer Van Capelleveen.
k. In het rapport van 7 november 2005 vermeldt het Zuid-Nederlands Expertisebureau (hierna: ZNEB) het volgende, waarbij met partij II [gedaagden] worden bedoeld en met partij I [eiser]:
“Wij stelden vast dat de vloer over vrijwel de gehele oppervlakte schotelde en plaatselijk kraakte, de vloerdelen vertonen aan de kopse/langszijde onaanvaardbare ruimten etc.
De oorzaak van het schotelen is ons inziens het gevolg van diverse factoren, te weten:
1. De begane grond is uitgevoerd als betonnen vloer zonder isolatie.
2. Voor het leggen van de vloer is de vloer met grote hoeveelheden egaline geëgaliseerd.
(…)
Partij II had zich van de situatie ter plaatse een oordeel moeten geven en partij I moeten adviseren om op een juiste wijze de massieve parketvloer te laten leggen (meerkosten). Er is geen sprake van deugdelijk werk geweest conform de offerte/overeenkomst.
Voorts is door partij II, zover bekend, geen dieptemeting geweest alhoewel zichtbaar is/was dat de vloer was afgewerkt met egaline (duidelijk zichtbaar).
Door de hoge vochtconcentratie en/of aanwezigheid van vochttransport uit de kruipruimte was te verwachten dat de vloer ging schotelen.
Voorts is de vloer ondeskundig/amateuristisch gelegd onder andere is de sparing in de parketvloer kleiner dan het luik van de kruipruimte!
(…)
De parketvloer dient in totaliteit vervangen te worden en de kosten hiervan ramen wij op €3.750,-- inclusief B.T.W. incl. sloopwerk/afvoeren en vervangen plinten.
De kosten van opslag van het meubilair en andere hebben wij buiten beschouwing gelaten.”