ECLI:NL:RBHAA:2006:AY5130

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
27 juli 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
zaak/rolnr.: 306296 CV EXPL 06-1895
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.M. Visser
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

De reikwijdte van de opdracht aan de notaris bij kosten-koper clausule in koopcontract

In deze zaak heeft Notaris Koeman een vordering ingesteld tegen [gedaagde] voor de betaling van notariële kosten die zijn gemaakt in verband met een voorgenomen eigendomsoverdracht van een woning. De koopakte bevatte een kosten-koper clausule, maar de eigendomsoverdracht kon niet doorgaan omdat de hypotheek niet werd verstrekt. Notaris Koeman heeft in totaal € 1.310,51 aan kosten in rekening gebracht, maar [gedaagde] heeft deze kosten niet willen betalen. De kantonrechter heeft de feiten en het verweer van [gedaagde] beoordeeld, waarbij werd betwist dat er een opdracht was verleend voor de aanvullende werkzaamheden die Notaris Koeman had verricht na het afblazen van de koop. De rechter oordeelde dat Notaris Koeman wel degelijk een opdracht had voor de werkzaamheden tot 1 november 2005, maar dat de kosten voor de aanvullende werkzaamheden niet voor rekening van [gedaagde] konden komen, omdat deze niet noodzakelijk waren voor de eigendomsoverdracht.

De rechter heeft ook het verweer van [gedaagde] verworpen dat zij niet op de hoogte waren van de kosten bij afblazen van de koop. Volgens artikel 7.405 van het Burgerlijk Wetboek is de opdrachtgever in dergelijke gevallen wel degelijk loon verschuldigd, ook als daarover niets is afgesproken. De rechter heeft geoordeeld dat [gedaagde] in redelijkheid de kosten van de reeds verrichte werkzaamheden verschuldigd zijn, maar dat de vordering van Notaris Koeman in zoverre gegrond was dat alleen de kosten tot 1 november 2005 moesten worden betaald. Uiteindelijk is de vordering toegewezen tot een bedrag van € 703,59, vermeerderd met rente, en zijn de proceskosten voor iedere partij. Dit vonnis is uitgesproken op 27 juli 2006 door mr. F.M. Visser, kantonrechter.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton Locatie [woonplaats]
zaak/rolnr.: 306296 CV EXPL 06-1895
datum uitspraak: 27 juli 2006
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
Mr. Remmert Michiel Koeman, notaris
te Koog aan de Zaan
eisende partij
hierna te noemen Notaris Koeman
gemachtigde deurwaarder W.Th. Schoonebeek
tegen
1. [gedaagde]
2. [gedaagde]
respectievelijk te [woonplaats] en [woonplaats]
gedaagde partij
hierna te noemen [gedaagde]
gemachtigde mr. J.M. van der Linden.
De procedure
Notaris Koeman heeft op gronden zoals in de dagvaarding vermeld een vordering ingesteld tegen [gedaagde].
Hierop hebben [gedaagde] geantwoord.
Vervolgens zijn partijen ter terechtzitting verschenen voor het geven van inlichtingen en het beproeven van een schikking. Daarvan zijn door de griffier aantekeningen gemaakt die zo nodig in de vorm van een proces-verbaal worden uitgewerkt.
Tenslotte is de uitspraak op vandaag bepaald.
De inhoud van alle processtukken, waaronder begrepen de mogelijk door partijen overgelegde producties, wordt als hier overgenomen beschouwd.
De vordering
Notaris Koeman vordert dat de kantonrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] zal veroordelen aan Notaris Koeman te betalen de somma van € 2.021,32 met (verdere) rente en kosten.
Het verweer
Het verweer strekt tot gehele of gedeeltelijke afwijzing van de vordering.
De feiten
In deze procedure zijn de volgende feiten voldoende komen vast te staan omdat deze niet, dan wel onvoldoende gemotiveerd betwist zijn gebleven.
1. Notaris Koeman heeft in de maanden augustus tot en met november 2005 notariële werkzaamheden verricht in verband met de voorgenomen eigendomsoverdracht van een woning en daarmee verbonden hypotheekvestiging ten behoeve van [gedaagde]. Het betrof de woning staande en gelegen te [woonplaats] aan de [adres], die door [gedaagde] was gekocht.
2. In de koopakte was het beding “kosten koper” overeengekomen. Nadat Notaris Koeman een afschrift daarvan had ontvangen heeft hij [gedaagde] enige formulieren toegestuurd en om nadere inlichtingen/bescheiden verzocht, die aansluitend door [gedaagde] aan Notaris Koeman zijn verstrekt. Tevens is [gedaagde] toen een boekje toegestuurd, waarin de door Notaris Koeman gehanteerde algemene voorwaarden waren opgenomen.
3. Op 1 november 2005 heeft Notaris Koeman van de bank vernomen dat de hypotheek niet doorging, waardoor de eigendomsoverdracht niet kon plaatsvinden. Vervolgens heeft Notaris Koeman de nodige aanvullende werkzaamheden verricht, meer in het bijzonder het opstellen van een akte van non comparitie, teneinde een en ander behoorlijk af te wikkelen.
4. In totaal heeft Notaris Koeman een bedrag groot € 1.310,51 aan [gedaagde] in rekening gebracht, welk bedrag zij niet hebben willen betalen.
De beoordeling van het geschil
De vordering van Notaris Koeman strekt tot betaling van alle door hem in deze zaak verrichte werkzaamheden, vermeerderd met rente en kosten.
Het eerste verweer komt hierop neer dat wordt betwist dat opdracht tot de uitgevoerde notariswerkzaamheden aan Notaris Koeman is verleend.
Dit verweer treft gedeeltelijk doel. [gedaagde], die in de koopakte de kosten van het transport c.a. op zich hadden genomen, hebben vervolgens direct contact gehad met Notaris Koeman over de uitvoering daarvan, alsmede van de daarmee samenhangende hypotheek-vestiging. Daaruit mocht Notaris Koeman afleiden dat hij opdracht had om de voor de eigendomsoverdracht en de hypotheekvestiging nodige werkzaamheden te verrichten. Dat betekent dat [gedaagde] daarvoor moeten betalen, zoals hierna nog aan de orde komt.
Deze opdracht ging echter niet zover dat Notaris Koeman mocht menen dat ook de na het weigeren van de hypotheek nog door hem verrichte werkzaamheden, zonder nadere opdracht daartoe van de kant van [gedaagde], voor rekening van [gedaagde] waren. Deze werkzaamheden konden immers niet leiden tot het vervullen van de opdracht (eigendoms-overdracht en hypotheekvestiging) en waren veeleer in het belang van de verkoper, die de gestelde bankgarantie wilde aanspreken. Dat betekent dat de kosten van deze aanvullende werkzaamheden niet krachtens de aan de vordering ten grondslag gelegde overeenkomst van opdracht voor rekening van [gedaagde] mogen worden gebracht.
In het midden kan blijven of [gedaagde] dan niet uit hoofde van schadevergoeding jegens de verkoper tot vergoeding van deze kosten kan worden verplicht, aangenomen dat de verkoper deze kosten zou betalen, nu dat in deze zaak niet aan de orde is.
Het tweede verweer komt hierop neer dat [gedaagde] nooit zou zijn medegedeeld dat zij ook kosten verschuldigd zouden zijn als de zaak niet door zou gaan, terwijl zij evenmin over de kosten daarvan zouden zijn ingelicht.
Dit verweer treft geen doel.
Ingevolge het bepaalde in artikel 7.405 van het Burgerlijk Wetboek is de opdrachtgever in een geval als het onderhavige wel degelijk loon verschuldigd, ook als daarover niets is afgesproken of gemeld, waarbij in geval geen tarief is afgesproken het gebruikelijke loon verschuldigd is. Welnu, de gehanteerde wijze van declareren en de hoogte van het tarief is bij notarissen volstrekt gebruikelijk. Dat betekent dat [gedaagde] dit gebruikelijke tarief verschuldigd zijn geworden. Dat zou alleen anders zijn indien iets anders was afgesproken, hetgeen echter gesteld noch gebleken is.
Nu de opdracht vanwege het weigeren van de hypotheek en dus het gemis aan geld niet kon worden volbracht zijn [gedaagde] ingevolge het bepaalde in artikel 7.411 in redelijkheid de kosten verschuldigd van de op dat moment reeds verrichte werkzaamheden.
Het derde verweer komt hierop neer, dat teveel is gedeclareerd.
Dat verweer treft, gelet op hetgeen hiervoor reeds is overwogen, in zoverre doel, dat [gedaagde] alleen hoeven te betalen voor de tot en met 1 november 2005 verrichte werkzaamheden. Pas toen was immers duidelijk dat de zaak niet doorging, waarmee een einde kwam aan de opdracht. Dat komt in totaal neer op € 525,09. De vordering is in zoverre gegrond.
Het vierde verweer komt hierop neer, dat de door Notaris Koeman gehanteerde algemene voorwaarden niet zijn overeengekomen althans moeten worden vernietigd, omdat deze niet aan [gedaagde] ter hand zouden zijn gesteld.
Dat verweer wordt verworpen. De opdrachtovereenkomst kwam formeel tot stand toen [gedaagde] ingingen op de uitnodiging van de notaris om de nodige aanvullende informatie te verstrekken. Bij die uitnodiging was –samen met de andere papieren- een boekje aan [gedaagde] opgestuurd, waarin die algemene voorwaarden waren vermeld met de uitdrukkelijke aantekening dat deze op de dienstverlening van de notaris van toepassing waren. Het is in het licht van het voorgaande volstrekt ongeloofwaardig dat dit boekje met die voorwaarden niet zou zijn aangekomen. Daaruit vloeit voort dat de gevorderde vertragingsrente ad 12%, alsmede een bedrag groot € 178,50 (herberekend over toewijsbare vordering) aan buitengerechtelijke incassokosten eveneens toewijsbaar zijn. Laatstgenoemde kosten zijn gebaseerd op de algemene voorwaarden en niet op de wet. Voor een matiging daarvan op grond van artikel 142 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering bestaat geen grond.
Samenvattend is de vordering toewijsbaar tot een bedrag groot € 703,59 vermeerderd met 12% rente per jaar over € 525,09 vanaf 28 december 2005 tot de dag dat betaald is.
Omtrent de proceskosten moet worden beslist zoals hierna bepaald.
Beslissing
[gedaagde] wordt veroordeeld om aan Notaris Koeman te betalen de somma van € 703,59 vermeerderd met 12% rente per jaar over € 525,09 vanaf 28 december 2005 tot de dag dat betaald is.
Iedere partij draagt de eigen proceskosten.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar verklaard bij voorraad.
Het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.M.Visser, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 27 juli 2006, in tegenwoordigheid van de griffier.