ECLI:NL:RBHAA:2006:AX9681
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Kalden
- mrs. M.M.A. van den Boogaard
- Burg
- Rechtspraak.nl
Valsheid in geschrifte en uitkeringsfraude door verdachte in Haarlem
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 6 juni 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van valsheid in geschrifte en uitkeringsfraude. De verdachte heeft gedurende een lange periode onjuiste informatie verstrekt op formulieren van de Sociale Dienst, waardoor hij ten onrechte een uitkering heeft verkregen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten van valsheid in geschrifte, gepleegd in de periode van 1997 tot en met 2001. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de feiten en heeft geoordeeld dat er geen omstandigheden waren die de strafbaarheid van de verdachte uitsloten.
De officier van justitie had een gevangenisstraf van vijf maanden geëist, maar de rechtbank heeft besloten om de verdachte te veroordelen tot het verrichten van 240 uren taakstraf in de vorm van onbetaalde arbeid. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan. De verdachte heeft stelselmatig onjuiste informatie verstrekt, wat heeft geleid tot onterecht verkregen uitkeringen. De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen sprake was van overschrijding van de redelijke termijn voor berechting, zoals door de raadsvrouw was aangevoerd.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, en de beslissing is genomen na een openbare terechtzitting. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen zijn verklaard. De rechtbank heeft de taakstraf opgelegd met de voorwaarde dat deze binnen een jaar na het onherroepelijk worden van het vonnis moet worden voltooid.