zaaknummer / rolnummer: 117409 / HA ZA 05-1352
Vonnis in verzet van 31 mei 2006
de commanditaire vennootschap
TRANSAVIA AIRLINES C.V.,
gevestigd te Schiphol Airport, gemeente Haarlemmermeer,
eiseres,
gedaagde in het verzet,
procureur mr. M. Middeldorp,
advocaat mr. J.H.J. Rijntjes te Rotterdam,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar Belgisch recht
LEMON TRAVEL BVBA,
gevestigd te Brussel, België,
gedaagde,
eiseres in het verzet,
procureur mr. D.H. Oolbekkink,
advocaat mr. C.C.C.A.M. Kuijken te Valkenswaard.
Partijen zullen hierna Transavia en Lemon Travel genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 26 oktober 2005
- het proces-verbaal van comparitie van 6 december 2005
- de conclusie van antwoord in oppositie van 18 januari 2006
- de conclusie van repliek in oppositie van 12 april 2006
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Transavia exploiteert een onderneming die onder meer personenvervoer door de lucht verzorgt, in opdracht van reisorganisaties (of touroperators) die vervolgens voor eigen rekening en risico de ingekochte vliegtuigstoelen op de markt brengen.
2.2. Lemon Travel is een reisorganisatie die aan consumenten vakantiepakketreizen aanbiedt naar diverse bestemmingen, waaronder Marokko.
2.3. Mensen met de Marokkaanse nationaliteit worden door Marokko niet als toerist aangemerkt. Voor het vervoer van Marokkanen die vanuit Nederland of België naar Marokko reizen, stelt de Marokkaanse regering daarom als vereiste dat de luchtvaartmaatschappij die de vlucht aanvoert over een lijnvluchtvergunning beschikt.
2.4. Vanaf eind 2003 hebben Lemon Travel en Transavia contact gehad over beschikbaarheid voor Lemon Travel van vluchtcapaciteit van Transavia naar Marokko, in de zomer van 2004.
2.5. Bij emailbericht van 19 april 2004 heeft Transavia onder meer het volgende aan Lemon Travel medegedeeld:
(…) bijgaand een update van de offerte Tanger/Nodor voor zomer 2004.
Periode (do) 3 juni t/m (do) 28 oktober 2004
Verkeersdag donderdag
Frequentie wekelijks
Aantal weken 22
Schema slot 2 (onder voorbehoud van slots)
Route AMS – Tanger/Nador – AMS (…)
Capaciteit 186Y (…)*
Vluchtprijs € 35.500,- excl. pax tax, security tax en evt overige heffingen
Contractvorm volledig garant en onannuleerbaar
Boordservice á la carte **)
Bankgarantie € 150.000,-
*) in het geval van 30 kgs ruimbagage per passagier zal het maximaal aantal passagiers per vlucht 170 zijn.
**) drank en snacks alleen tegen betaling.
Zodra u ons per omgaande de hierboven aangeboden capaciteit en voorwaarden bevestigt, zullen wij de slots aanvragen en zo spoedig mogelijk over het definitieve schema informeren.
(…)
2.6. Bij brief van 26 mei 2004 heeft Lemon Travel onder meer aan Transavia geschreven:
Hiermee bevestig ik jou dat Lemon Travel bvba de vluchten wenst uit te voeren vanuit Amsterdam op Tanger en Nador vanaf eind juni aan de afgesproken prijs.
2.7. Bij brief van 28 mei 2004 heeft Transavia een overeenkomst, dan wel conceptovereenkomst, aan Lemon Travel doen toekomen, met het verzoek om deze voor akkoord ondertekend te retourneren. De brief vangt aan met:
“Bijgaand doen wij u de bevestiging toekomen voor zomer 2004”
en besluit met
“Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben en wensen u een succesvolle verkoop”
2.8. Op 7 juni 2004 hebben partijen een bespreking gehad over de voorgenomen vluchten. In een bevestiging van bedoeld gesprek d.d. 8 juni 2004 heeft Transavia per mail aan Lemon Travel mede gedeeld:
In vervolg op ons gesprek van 7 juni jl. kunnen wij u de volgende besproken akties bevestigen:
Transavia heeft vergunning aangevraagd voor een wekelijkse vluchtserie AMS-NDR-TNG-AMS met ingang van maandag 28 juni 2004.
Het contract voor deze vluchten is u reeds toegezonden (origineel) + een kopie gefaxt. Graag ontvangen wij nog deze week het origineel ondertekend retour.
Daarnaast is onderdeel van de overeenkomst het plaatsen van een bankgarantie van € 75.000,--.
Voorbeelden bankgarantie zijn u reeds toegezonden. Uiterlijk 14 juni 2004 dient de bankgarantie te zijn afgegeven.
(…)
We zijn overeengekomen dat er alleen Lemon-tickets worden afgegeven en dat u ons uiterlijk deze week een voorbeeld ticket ter controle zal toesturen. Er vindt absoluut geen stoelhandel plaats. In het ticket staat het betreffende reserverings- bonnummer en een bagagevrijdom van max 20kg ruimbagage. Alle bagage boven de 20kg zal worden belast conform de huidige overbagageregeling zijnde € 5 per kg. Tevens wordt de overbagage op standby basis geaccepteerd. Zit de vlucht vol kan het zijn dat de bagage blijft staan. Handbagage 1 st. per persoon en niet zwaarder dan 5 kg. (afmetingen
De passagiersnamen voor de betreffende vluchten levert u wekelijks (per email) op vrijdag aan voor 12.00 uur. Dit geldt voor zowel de uit- als thuisreis op de eerstvolgende maandag. Indiener extra namen zijn en/of mutaties kunt u die maandagochtend bij wijze van uitzondering alsnog aan onze afdeling Traffic melden. Een voorbeeld van een Lemon- namenlijst ontvangen wij van te voren zodat wij kunnen toetsen of de namen ook electronisch aangeleverd kunnen worden en daardoor automatisch kunnen doorlopen in ons systeem.
Graag vernemen wij van u met wie wij welke contacten gedurende de vluchtuitvoering zullen hebben. Incl. naam, functie, telefoonnummer zowel op kantoor als buitenkantoor uren. Voorts heeft u toegezegd dat er altijd iemand van uw organsatie bij de incheck op SPL aanwezig is.
De service aan boord is a la carte. Dat betekent dat voor een maaltijd en drank betaald dient te worden. Een folder hierover hebben wij u tijdens ons gesprek overhandigd.
(…)
2.9. Bij emailbericht van 16 juni 2004 heeft Lemon Travel onder meer het volgende aan Transavia medegedeeld:
Zoals ik reeds eerder aan Karin mededeelde heb ik gisteren een vergadering gehad met de directie van de Royal Air Maroc Amsterdam in verband met onze intentie vluchten met Transavia te willen uitvoeren vanuit Amsterdam en dit op Tanger en Nador maar dit viel niet in goede aarde.
De vergadering heeft geduurd tot een uur of 18H met verschillende telefonische contacten met de hoofddirectie vanuit Casablanca en de uiteindelijke conclusie van het gesprek is dat indien Lemon Travel met Transavia op Marokko gaat vliegen vanuit Amsterdam dat ons contract met de Royal Air Maroc voor de capaciteit VERVALT en dus niet zal verlengd worden voor de komende seizoen. Wij lopen zelfs de risico dat onze capaciteit voor de zomer zou herzien worden.
Ik heb in het verleden al meermaals in conflict gezeten met de RAM maar zat toen niet gebonden qua capaciteit maar dit ligt hier wel anders.
Ik wens dan ook voorlopig af te zien van onze intentie om de vluchten alsnog voor de zomer te willen uitvoeren.
Ik bel jou of Karien om het een en ander toe te lichten ook persoonlijk toe te lichten eventueel persoonlijk bij jullie langs te komen en hoop dat je mijn standpunt begrijpt en dat een dergelijk risico lopen kan betekenen dat ongeveer 500 pax per week kunnen stranden die uit Brussel vertrekken.
Onze excuses voor de moeite maar hoop dat dit onze relatie niet vertroebeld en dat je begrip hebt voor onze situatie. Ik hoop alsnog, van zodra dat de zaken met de RAM zijn opgeklaard en dat wij niet onder een of andere wijze kunnen gechanteerd worden toch nog de vluchten op een onafhankelijke manier uit te voeren gezien de markt er toch wel voor te grijpen is.
2.10. Hierop heeft Transavia bij emailbericht van 17 juni 2004 onder meer het volgende aan Lemon Travel medegedeeld:
(…) Met grote verbazing hebben wij kennis genomen van de inhoud van uw email voornoemd (verwezen wordt naar het emailbericht van 16 juni 2004, Rb). Wij hebben met elkaar overeenstemming aangaande afname door Lemon Travel van vluchten voor de zomer 2004. Dit kunt u niet eenzijdig opzeggen.
Gezien het voorgaande verzoeken wij u alsnog uw verplichtingen na te komen en de overeenkomst met Transavia aangaande de zomer 2004 gestand te doen. (…)
2.11. Bij brief van 25 juni 2004 is Lemon Travel namens Transavia nogmaals gesommeerd tot nakoming. Hieraan heeft Lemon Travel geen gehoor gegeven.
2.12. Bij vonnis van 26 januari 2005 van deze rechtbank is Lemon Travel bij verstek veroordeeld om aan Transavia te betalen een bedrag van EUR 80.000,-- in hoofdsom, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke kosten en proceskosten, als vergoeding voor de door Transavia geleden schade, ten gevolge van het niet nakomen van de tussen partijen tot stand gekomen charter-overeenkomst.
3. Het geschil
3.1. Lemon Travel vordert in het verzet dat het verstekvonnis wordt vernietigd en dat de vorderingen van Transavia alsnog worden afgewezen.
3.2. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Het verzet is tijdig en op de juiste wijze ingesteld, zodat Lemon Travel in zoverre in haar verzet kan worden ontvangen.
4.2. Allereerst dient de vraag te worden beantwoord of tussen partijen een rechtsgeldige overeenkomst tot stand is gekomen. Deze vraag dient, gelet op het bepaalde in artikel 4 lid 2 van het EG-verbintenissenverdrag, te worden beantwoord naar Nederlands recht, aangezien Transavia de meest kenmerkende prestatie van de door haar gestelde overeenkomst dient te verrichten en haar hoofdvestiging zich in Nederland bevindt.
4.3. Lemon Travel betwist dat de door Transavia gestelde overeenkomst tot stand is gekomen. Zij stelt zich op het standpunt dat Transavia door het toezenden van een conceptovereenkomst op 28 mei 2004 een aanbod heeft gedaan, en dat dit aanbod nimmer door haar is aanvaard, zodat geen overeenkomst tot stand is gekomen. Volgens haar was slechts sprake van de intentie de vluchten in te kopen, zonder dat Lemon Travel daaraan gebonden was.
4.4. Dit betoog faalt. Uit het emailbericht van Lemon Travel van 26 mei 2004 blijkt voldoende dat Lemon Travel een aanbod van Transavia heeft geaccepteerd. Uit de tekst van dit emailbericht blijkt duidelijk dat Lemon Travel de met Transavia gemaakte afspraken bevestigt. Ook uit de tekst van de brief van Transavia van 28 mei 2004 (welke niet is overgelegd, maar waaruit onweersproken door Transavia is geciteerd) en uit het gespreksverslag van 8 juni 2004, betreffende de bespreking van 7 juni 2004, blijkt duidelijk dat partijen definitieve afspraken hebben gemaakt. De juistheid van hetgeen in het gespreksverslag van 8 juni 2004 is weergegeven, is door Lemon Travel niet betwist. De rechtbank gaat er in het navolgende dan ook van uit dat tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen, strekkende tot het inkopen van 18 vluchten van Amsterdam naar Tanger/Nador voor een prijs van EUR 35.500,-- per vlucht (verder: de overeenkomst). Dat de schriftelijke vastlegging van de overeenkomst nooit is ondertekend door Lemon Travel brengt hierin, anders dan Lemon Travel kennelijk betoogt, geen verandering.
4.5. Lemon Travel heeft nog aangevoerd dat, voorzover zij het aanbod van Transavia al had geaccepteerd, zij dit heeft gedaan onder de opschortende voorwaarde dat de lijnvluchtvergunning tijdig verkregen zou zijn. Volgens Lemon Travel was het niet mogelijk een definitieve overeenkomst te sluiten zolang niet vast stond dat Transavia beschikte over een door de Marokkaanse autoriteiten vereiste lijnvluchtvergunning voor het vervoeren van Marokkanen naar Marokko. Zij voert aan dat zij om die reden zonder een zodanige vergunning geen reisovereenkomsten kon afsluiten met haar klanten. Lemon Travel betoogt dat het voor Transavia duidelijk was dat Lemon Travel het verkrijgen van de vergunning als voorwaarde voor het totstandkomen van een definitieve overeenkomst stelde, en dat deze voorwaarde nimmer is vervuld, zodat Transavia geen uitvoering kon geven aan de overeenkomst. Dit betoog wordt ondersteund door de verklaring ter comparitie van A. L. van Lemon Travel dat hij steeds tegen C.E. K. en E. A. van Transavia heeft gezegd dat hij niet gebonden zou zijn zolang er geen lijnvluchtvergunning was.
4.6. Gesteld al dat de overeenkomst onder de opschortende voorwaarde van het verkrijgen van een lijnvluchtvergunning tot stand is gekomen (dit wordt door Transavia betwist), dan betekent dat evenwel niet, zoals Lemon Travel kennelijk betoogt, dat geen definitieve overeenkomst tot stand is gekomen zolang de voorwaarde niet is vervuld. De overeenkomst is tot stand gekomen, maar treedt pas in werking op het moment dat de voorwaarde is vervuld. Ook een onder opschortende voorwaarde aangegane overeenkomst kan niet eenzijdig worden opgezegd.
4.7. In dit kader is van belang dat uit niets blijkt dat de vervulling van de opschortende voorwaarde op het moment van opzegging onmogelijk was. Anders dan Lemon Travel thans betoogt, blijkt voorts niet dat het niet verkrijgen van de lijnvluchtvergunning de reden van opzegging geweest. In het emailbericht van 16 juni 2006, waarin Lemon Travel de reden van opzegging weergeeft, wordt (het ontbreken van) de vergunning niet genoemd. De tekst van het emailbericht van 16 juni 2006 wijst er op dat niet het ontbreken van de vergunning, maar het in stand houden van de commerciële relatie met Royal Air Maroc de reden is geweest voor het niet afnemen van de vluchten bij Transavia. De uitleg die A. L. ter comparitie aan de rol van Royal Air Maroc heeft gegeven, is niet in overeenstemming met de tekst van het emailbericht. Het emailbericht van 16 juni 2004 rept immers alleen van de mededeling van Air Maroc dat indien Lemon Travel met Transavia vluchten op Marokko zou uitvoeren, het contract met Royal Air Maroc voor het komende seizoen zou vervallen en dat Royal Air Maroc mogelijk zelfs de capaciteit voor de zomer zou herzien. Enig verband met het risico dat de lijnvluchtvergunning niet verkregen zou kunnen worden, wordt niet genoemd.
4.8. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen, al of niet onder opschortende voorwaarde, die door Lemon Travel eenzijdig is opgezegd. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld of gebleken die een zodanige eenzijdige opzegging rechtvaardigen. Lemon Travel is dan ook gehouden de schade die Transavia ten gevolge van deze eenzijdige opzegging heeft geleden te vergoeden.
4.9. Vooropgesteld dient te worden dat Transavia als schade kan vorderen de winst die zij is misgelopen doordat de overeenkomst niet is uitgevoerd. Of Lemon Travel, zoals door A. L. ter comparitie aangevoerd, de enige gegadigde voor de vluchten was aangezien anderen niet geïnteresseerd waren in de overeengekomen slots, doet derhalve niet ter zake. Van belang is dat Lemon Travel zich had verplicht de betreffende vluchten af te nemen en dat zij niet aan deze verplichting heeft voldaan. Vastgesteld dient te worden welke winst Transavia daardoor is misgelopen.
4.10. Het in dit kader door Lemon Travel gevoerde verweer dat de schade niet kan worden vastgesteld, omdat geen overeenstemming bestond over het aantal uit te voeren vluchten en de prijs per vlucht, faalt. In r.o. 4.4. is reeds overwogen dat uit het emailbericht van Transavia van 19 april 2004, in samenhang met de brief van Lemon Travel van 26 mei 2004, voldoende blijkt dat partijen overeenstemming hadden over het uitvoeren van 18 vluchten voor een prijs van EUR 35.500,-- per vlucht.
4.11. Lemon Travel heeft voorts aangevoerd dat Transavia geen schade heeft geleden ten gevolge van de opzegging van de overeenkomst, aangezien Transavia hoe dan ook niet tijdig over de vereiste lijnvluchtvergunningen had kunnen beschikken. Deze stelling is echter - tegenover de gemotiveerde betwisting daarvan door Transavia- door Lemon Travel niet onderbouwd. Dit verweer wordt dan ook verworpen.
4.12. Verder bestrijdt Lemon Travel de door Transavia gestelde winst van
EUR 16.000,-- per vlucht. Ter onderbouwing van haar stellingen op dit punt heeft Transavia verklaringen overgelegd van R. Huijsman, hoofd financiën en administratie van Transavia en van W. Hondius, commercieel directeur van Transavia. Uit de verklaring van W. Hondius kan echter niet worden opgemaakt wat voor Transavia de winst per vlucht was. R. Huijsman stelt dat op vluchten, als geboekt door Lemon Travel gemiddeld een winst van EUR 16.000,-- wordt gerealiseerd. Hij onderbouwt zijn verklaring niet en de juistheid daarvan wordt door Lemon Travel gemotiveerd betwist. Daarbij voert Lemon Travel terecht aan dat voor de berekening van de gederfde winst niet kan worden uitgegaan van de winst die in het algemeen gemiddeld wordt gerealiseerd. Uitgangspunt dient te zijn de winst die met de overeengekomen vluchten (avond- en nachtvluchten in het naseizoen) zou zijn gerealiseerd als deze doorgang zouden hebben gevonden.
4.13. Verder blijkt uit de overgelegde verklaringen niet welke winst Transavia heeft gegenereerd met de verkoop van de 13 aan derden “doorverkochte” vluchten (naar Griekenland). Indien de stelling van Lemon Travel juist is, dat Transavia met deze vluchten meer winst heeft gegenereerd dan zij zou hebben gedaan met de vluchten die zij voor Lemon Travel zou uitvoeren, dient het daarmee behaalde voordeel bij de vaststelling van de te vergoeden schade in rekening te worden gebracht. Dat dit voordeelsverrekening in het onderhavige geval redelijk zou zijn is door Transavia niet bestreden.
4.14. Gelet op het voorgaande is de door Transavia gestelde schade vooralsnog niet vast komen te staan. Aan Transavia zal evenwel, conform haar bewijsaanbod, het bewijs daarvan worden opgedragen.
4.15. Het verweer van Lemon Travel dat Transavia onvoldoende heeft ondernomen om de overgebleven 5 vluchten te verkopen, faalt. Transavia heeft gemotiveerd gesteld dat zij inspanningen heeft verricht om haar schade te beperken. Deze inspanningen hebben ertoe geleid dat zij 13 van de 18 overeengekomen vluchten heeft kunnen “doorverkopen”. Mede in het licht van het eigen standpunt van Lemon Travel dat de vluchten op de betreffende slots en in het naseizoen niet veel interesse bestaat, kan niet worden geoordeeld dat Transavia onvoldoende heeft ondernomen ter voorkoming of beperking van haar schade. Lemon Travel heeft geen feiten of omstandigheden gesteld die aanleiding geven tot een ander oordeel of tot bewijslevering op dit punt.
4.16. Ook het verweer dat Transavia haar schade had kunnen beperken door Lemon Travel in de gelegenheid te stellen een gegadigde te vinden voor de 5 overgebleven vluchten, dient te worden verworpen. Waar Lemon Travel, ondanks sommaties van Transavia, weigerde de overeengekomen vluchten af te nemen, kan zij niet aan Transavia tegenwerpen dat deze niet nogmaals de 5 overgebleven vluchten ter “doorverkoop” heeft aangeboden.
4.17. In afwachting van de in 4.14. bedoelde bewijslevering houdt de rechtbank iedere verdere beslissing aan.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. draagt Transavia op de door haar gestelde schade te bewijzen.
5.2. bepaalt dat Transavia, indien zij getuigen wil laten horen, binnen twee weken na de datum van dit vonnis schriftelijk aan de rechtbank - ter attentie van de zittingsadministratie van de sector civiel - de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten op in de maanden juli tot en met oktober 2006 moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
5.3. bepaalt dat dit getuigenverhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van een nog aan te wijzen rechter van deze rechtbank in het gerechtsgebouw te Haarlem aan Jansstraat 81,
5.4. bepaalt dat alle partijen uiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor alle beschikbare bewijsstukken aan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,
5.5. bepaalt dat Transavia, indien zij het bewijs niet door getuigen wil leveren maar uitsluitend door overlegging van bewijsstukken en / of door een ander bewijsmiddel, zij dit binnen twee weken na de datum van deze uitspraak schriftelijk aan de rechtbank - ter attentie van de zittingsadministratie van de sector civiel - en aan de wederpartij moet opgeven,
5.6. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.I. Rood en in het openbaar uitgesproken op 31 mei 2006.?