ECLI:NL:RBHAA:2006:AX9578
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Steenmetser-Bakker
- mrs. Van Dijk
- mr. Janse van Mantgem
- Rechtspraak.nl
Medeplegen van invoer van cocaïne vanuit Mexico op luchthaven Schiphol
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 11 april 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk binnenbrengen van cocaïne in Nederland. De verdachte ontkende betrokkenheid en maakte gebruik van zijn zwijgrecht. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de verdachte op 10 december 2005 op de luchthaven Schiphol in het bezit was van een rolkoffer, die hij samen met een medeverdachte, [betrokkene 1], had. Beide mannen hadden hun koffers niet meer bij zich toen zij bij de bagageband arriveerden. De rechtbank concludeert dat er een vaste kern van personen betrokken is bij de cocaïnehandel vanuit Mexico, en dat de verdachte en [betrokkene 1] voor deze organisatie een transport van cocaïne hebben uitgevoerd. De rechtbank baseert haar oordeel op verschillende bewijsmiddelen, waaronder telefoongesprekken en verklaringen van medeverdachten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk een hoeveelheid cocaïne heeft ingevoerd, wat in strijd is met de Opiumwet. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 18 maanden geëist, maar de rechtbank oordeelde dat, gezien de omstandigheden van de zaak, een straf van 15 maanden meer passend was. De rechtbank heeft ook de verbeurdverklaring van in beslag genomen voorwerpen, zoals een telefoontoestel en een vliegticket, bevolen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het tenlastegelegde feit en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.