ECLI:NL:RBHAA:2006:AX1155
Rechtbank Haarlem
- Kort geding
- F.M. Visser
- Rechtspraak.nl
Ontslagverbod tijdens ziekte en de beëindiging van de arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 11 mei 2006 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en H.E.M. Hotels & Restaurants B.V. [eiser] vorderde de nietigheid van zijn ontslag, dat per 1 mei 2006 was gegeven, en herstel van de arbeidsverhouding, met doorbetaling van salaris en andere vergoedingen. De werkgever, H.E.M. Hotels & Restaurants B.V., beroept zich op de uitzonderingsbepaling van artikel 7.670b lid 2 van het Burgerlijk Wetboek, die het mogelijk maakt om een werknemer te ontslaan bij beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming, zelfs als de werknemer ziek is.
De feiten van de zaak zijn als volgt: [eiser] was sinds 7 mei 2001 in dienst bij H.E.M. Hotels & Restaurants B.V. en was de enige werknemer die nog in dienst was na een eerdere ontslagronde. In 2005 raakte [eiser] arbeidsongeschikt en in september 2005 werd H.E.M. Hotels & Restaurants B.V. een zelfstandige vennootschap zonder verdere activiteiten. De werkgever vroeg en verkreeg een ontslagvergunning van het CWI, waarna het ontslag volgde.
De kantonrechter oordeelde dat het ontslag niet in strijd was met het opzegverbod bij ziekte, omdat de werkzaamheden van de onderneming waren beëindigd. De vordering van [eiser] werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten. De rechter benadrukte dat de zaak niet geschikt was voor een spoedprocedure en dat de subsidiaire vordering ook niet toewijsbaar was, omdat er onvoldoende bewijs was voor kennelijk onredelijk ontslag of slecht werkgeverschap. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier.