ECLI:NL:RBHAA:2006:AV7905
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.M. Visser
- Rechtspraak.nl
Verjaringstermijn bij kennelijk onredelijk ontslag en gevolgen van onregelmatig ontslag
In deze zaak, die voor de Rechtbank Haarlem is behandeld, betreft het een vordering van [eiser] tegen Bonar Floors N.V. wegens kennelijk onredelijk ontslag. De arbeidsovereenkomst tussen partijen is op 6 januari 2005 door Bonar Floors opgezegd met een te korte opzegtermijn, wat door de gemachtigde van Bonar Floors is erkend. Bij brief van 10 februari 2005 werd aan de toenmalige gemachtigde van [eiser] meegedeeld dat er een opzegtermijn van drie maanden gold, maar dat er slechts één maand was opgezegd. Bonar Floors heeft toegezegd om [eiser] nog twee maanden salaris uit te betalen, wat ook is gebeurd.
De procedure is gestart met een verzoekschrift dat op 3 november 2005 naar de dagvaardingsprocedure is verwezen. [eiser] vorderde een schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag, maar Bonar Floors heeft verweer gevoerd en zich beroepen op verjaring van de vordering. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verjaringstermijn van zes maanden, zoals bepaald in artikel 7.683 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, is gaan lopen op 2 maart 2005. Dit betekent dat de termijn op 31 oktober 2005 was verstreken, voordat het verzoekschrift tot schadevergoeding op de griffie werd ontvangen.
De kantonrechter oordeelt dat de vordering van [eiser] niet ontvankelijk is, omdat de verjaringstermijn is verstreken. Het feit dat er een te korte opzegtermijn is gehanteerd, leidt niet tot een verlenging van de verjaringstermijn, maar enkel tot schadeplichtigheid wegens onregelmatig ontslag. De rechter heeft [eiser] veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 400,-- voor het salaris van de gemachtigde van Bonar Floors. Dit vonnis is uitgesproken op 30 maart 2006 door mr. F.M. Visser, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.