RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
zaak/rolnr.: 289207 CV EXPL 05-10782
datum uitspraak: 29 maart 2006
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
[eiser]
te [woonplaats]
eisende partij
gemachtigde: mr M. Leniger
de besloten vennootschap CU – Air Cargo Inspections (A.C.I.) B.V.
te Luchthaven Schiphol
gedaagde partij
gemachtigde mr E. Appünn
Het verloop van de procedure:
Eisende partij heeft bij dagvaarding van 13 oktober 2005 tegen gedaagde partij een vordering aanhangig gemaakt als in de dagvaarding nader omschreven.
Gedaagde partij is in de procedure verschenen om verweer te voeren. Nadat de kantonrechter heeft besloten dat de zaak zich niet leende voor een comparitie van partijen na antwoord hebben partijen respectievelijk een conclusie van repliek en een conclusie van dupliek genomen.
De inhoud van die stukken kan als hier ingelast en herhaald worden beschouwd.
Vonnis werd nader bepaald op heden.
De vordering en het verweer:
Voor de omschrijving van de vordering wordt verwezen naar de dagvaarding.
Het betreft een vordering tot betaling van salaris en emolumenten na een niet rechtsgeldig te verklaren ontslag met verklaring voor recht dat eisende partij geen statutair directeur van gedaagde partij was. Tevens worden buitengerechtelijke kosten gevorderd.
Daartoe voert eisende partij aan dat er geen besluit van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) van gedaagde partij is geweest waarbij hij tot statutair directeur is benoemd, zodat hij slechts titulair directeur was. Nu er geen toestemming van het CWI was voor het ontslag is dit niet rechtsgeldig.
Gedaagde partij heeft tegen de vordering gemotiveerd verweer gevoerd, waarop hierna, voorzover relevant, zal worden ingegaan. Daarbij stelt zij dat eisende partij wel degelijk krachtens besluit van de AVA tot directeur is benoemd op grond waarvan zij verwijzing van de zaak naar de civiele sector van deze rechtbank vordert.
Beiden partijen beroepen zich ter ondersteuning van hun onderscheiden standpunten met betrekking tot de aard van het directeurschap, op dezelfde jurisprudentie.
De beoordeling van het geschil:
Op grond van wat partijen over en weer aan de orde hebben gesteld en niet of onvoldoende hebben betwist staan de volgende feiten vast:
- Eisende partij is per 1 september 2003 in dienst getreden bij gedaagde partij in de functie van directeur.
- Er is een conceptarbeidsovereenkomst opgemaakt die niet is ondertekend. Wel heeft gedaagde partij een exemplaar met enige wijzigingen gemaild naar de enige aandeelhouder van gedaagde partij.
- Eisende partij is ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel als enige directeur, alleen bevoegd van gedaagde partij. Het formulier van inschrijving is getekend door eisende partij en door de enige aandeelhouder van gedaagde partij.
- Eisende partij heeft handelingen verricht die hij slechts als bestuurder van de vennootschap kon verrichten.
- Bij schrijven van 24 augustus 2005 heeft die enige aandeelhouder eisende partij met onmiddellijke ingang geschorst. Daarbij werd eisende partij uitgenodigd voor een AVA met als onderwerp het ontslag van eisende partij als statutair directeur.
- Die AVA heeft plaatsgevonden op 16 september 2005 en daarbij is eisende partij ontslagen als directeur.
- Eisende partij heeft tegen het ontslag geprotesteerd.
De kantonrechter is van oordeel dat eisende partij rechtsgeldig tot statutair bestuurder met de titel directeur van gedaagde partij is benoemd. In de onderliggende arbeidsovereenkomst, die weliswaar niet is getekend doch wel door partijen is aanvaard staat in artikel 2 dat eisende partij als directeur belast is met het bestuur van de vennootschap onder toezicht van de aandeelhouders. Eisende partij heeft zich ook als zodanig gedragen. De bedoeling van partijen was dan ook overduidelijk dat hij bestuurder van de vennootschap zou zijn.
Eisende partij heeft terecht betoogd dat dit op zich niet voldoende is voor een benoeming als zodanig. Echter, artikel 27 lid 1 van de statuten van gedaagde partij geeft aandeelhouders de mogelijkheid alle besluiten die zij in vergadering kunnen nemen ook buiten vergadering te nemen, mits er geen certificaathouders zijn. Wel kan een dergelijk besluit klrachtens lid 2 alleen worden genomen indien alle aandeelhouders zich schriftelijk, telegrafisch, per telex of per e-mail met digitale handtekening ten gunste van het voostel hebben verklaard.
Onweersproken heeft gedaagde partij gesteld dat er geen certificaathouders waren terwijl eveneens vast staat dat er slechts één aandeelhouder was. Met de ondertekening van het verzoek om inschrijving van eisende partij als bestuurder in het handelsregister is voldaan aan het vereiste van artikel 27 lid 2 van de statuten. Onduidelijk is of aan het vereiste van artikel 27 lid 3, waarin is bepaald hoe een dergelijk buiten de vergadering genomen besluit wordt geregistreerd, is nageleefd. Nu dit echter niet op straffe van nietigheid van het besluit dient te gebeuren, doet dit aan de rechtsgeldigheid van het besluit niet toe of af.
Gezien het bepaalde in artikel 2:241 BW is dan ook niet de kantonrechter doch de sector civiel van deze rechtbank bevoegd van het geschil kennis te nemen. De zaak zal dan ook op de voet van artikel 71 lid 1 Rv worden verwezen naar die sector teneinde voort te procederen.
verwijst de zaak naar de sector civiel van deze rechtbank;
bepaalt dat de zaak wordt ingeschreven op de rolzitting van die sector van dinsdag 25 april 2006 om 10.00 uur voor dagbepaling vonnis;
wijst partijen er op dat zij na deze verwijzing alleen nog door tussenkomst van een procureur in rechte kunnen verschijnen en proceshandelingen mogen verrichten;
beveelt eisende partij deze verwijzingsbeslissing bij deurwaardersexploot aan gedaagde partij te doen betekenen, waarbij dag en uur van de hiervoor bedoelde rolzitting wordt aangezegd.
houdt ieder verdere beslissing aan.
Aldus gewezen door mr C.J. Baas, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van op bovenvermelde datum.