ECLI:NL:RBHAA:2006:AV2825
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot vernietiging van huurcommissie uitspraak en vaststelling huurprijs
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 15 februari 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap AVB Holding B.V. en een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De eisende partij, AVB, vorderde de vernietiging van een uitspraak van de huurcommissie en de vaststelling van de huurprijs op € 350,-- per maand, die per 1 januari 2005 door de gedaagde werd betaald. De zaak draait om de vraag of er overeenstemming bestond tussen partijen over de huurverhoging na verbeteringen aan de woning, zoals bedoeld in artikel 7:255 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de gedaagde huurde een bovenwoning van AVB, waarbij de huur tot 1 januari 2005 € 90,97 per maand bedroeg. In 2004 heeft AVB verbeteringen aan de woning aangebracht, waaronder herstel van de fundering en vervanging van kozijnen. Na deze verbeteringen heeft de gedaagde een verzoek ingediend bij de huurcommissie voor een huurverhoging, waarop de huurcommissie heeft beslist dat de huurprijs na verbetering € 102,43 per maand zou bedragen. AVB betwistte deze uitspraak en stelde dat er al overeenstemming was over de huurprijs van € 350,-- per maand.
De kantonrechter oordeelde dat de huurcommissie terecht had geoordeeld dat een groot deel van de werkzaamheden als achterstallig onderhoud moest worden beschouwd en dat slechts de vernieuwde elektra en het isolatieglas als woningverbeteringen konden worden aangemerkt. De kantonrechter concludeerde dat er geen gronden waren om de uitspraak van de huurcommissie te vernietigen of de huurprijs te wijzigen. De vordering van AVB werd afgewezen en de proceskosten werden aan AVB opgelegd, omdat deze in het ongelijk werd gesteld.