ECLI:NL:RBHAA:2005:BD6022
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Janse van Mantgem
- mrs. Van Dijk
- A.C. van den Boogaard
- Rechtspraak.nl
Medeplegen van invoer van cocaïne met aanzienlijke hoeveelheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 19 juli 2005 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van de invoer van cocaïne. De tenlastelegging betrof het opzettelijk binnenbrengen van ongeveer 6.296,2 gram cocaïne op 17 april 2005 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer. De verdachte heeft ter verdediging aangevoerd dat hij niet samen met zijn medeverdachte het drugstransport heeft uitgevoerd en dat hij slechts opzet had op een afgesproken hoeveelheid van twee en een halve kilo. De rechtbank heeft deze verweren echter verworpen. De rechtbank concludeerde dat er wel degelijk sprake was van medeplegen, gezien de feiten en omstandigheden, waaronder de aankoop van vliegtickets en paspoorten door de verdachte en zijn medeverdachte, en de wijze waarop de cocaïne was verstopt in hun bagage. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich willens en wetens blootstelde aan de kans dat hij een grotere hoeveelheid cocaïne zou vervoeren, wat leidde tot de conclusie dat hij voorwaardelijk opzet had op het binnenbrengen van de extra hoeveelheid. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde feit had begaan en legde een gevangenisstraf op van dertig maanden, waarvan tien maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast werd een werkstraf van 240 uren opgelegd, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis. De rechtbank verklaarde ook de inbeslaggenomen telefoon en SIM-kaart verbeurd.