ECLI:NL:RBHAA:2005:BD5984
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Van Dijk
- mrs. Janse van Mantgem
- mr. Van den Boogaard
- Rechtspraak.nl
Medeplegen van invoer van cocaïne met nauwe en bewuste samenwerking
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 19 juli 2005 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van de invoer van cocaïne. De verdachte, geboren in 1984 in Turkije en thans gedetineerd, werd ervan beschuldigd op of omstreeks 15 april 2005 te Schiphol, samen met anderen, opzettelijk ongeveer 4.818,2 gram cocaïne binnen het grondgebied van Nederland te hebben gebracht. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachte. Dit bleek uit hun gezamenlijke reis naar de Dominicaanse Republiek, waar zij cocaïne hebben ontvangen van een opdrachtgever. De rechtbank heeft de tenlastelegging als bewezen verklaard, waarbij het bewijs werd geleverd door de verklaringen van de verdachte en de medeverdachte, alsook door de omstandigheden van hun samenwerking.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd, die een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, en een werkstraf van 240 uren had geëist. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van het feit, de hoeveelheid cocaïne en de schadelijke gevolgen voor de gezondheid van personen. De rechtbank heeft ook de jeugdige leeftijd van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met een voorwaardelijk gedeelte van 8 maanden en een proeftijd van 2 jaar, alsook tot het verrichten van een werkstraf van 240 uren.