ECLI:NL:RBHAA:2005:AX9426
Rechtbank Haarlem
- Voorlopige voorziening
- G. Guinau
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake bestuurlijke boete op grond van de Wet arbeid vreemdelingen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem op 15 september 2005 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een bestuurlijke boete opgelegd aan verzoekster op grond van artikel 19e, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen. De boete van € 56.000,-- was opgelegd omdat verzoekster zeven Poolse arbeiders in Nederland arbeid had laten verrichten zonder dat zij beschikten over de vereiste tewerkstellingsvergunningen. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen deze boete en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij van mening is dat de vereiste vergunningen in strijd zijn met Europese regelgeving en jurisprudentie.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het een complexe materie betreft die niet eenvoudig kan worden beoordeeld in het kader van een voorlopige voorziening. De rechter heeft zich beperkt tot de vraag of verzoekster een spoedeisend belang heeft bij het opschorten van de boete totdat er uitspraak is gedaan in de bodemprocedure. Dit belang is afgewogen tegen het belang van verweerder bij het innen van de boete. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de belangen van verzoekster zwaarder wegen, gezien het aanzienlijke financiële belang dat zij heeft.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek toegewezen en het besluit van 22 juli 2005 geschorst tot zes weken na de uitspraak in de bodemzaak. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 322,-- en is het door verzoekster betaalde griffierecht van € 276,-- aan haar vergoed. Deze uitspraak is gedaan door mr. G. Guinau, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van de griffier B.E. Willems.