ECLI:NL:RBHAA:2005:AU8402
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.P. Veenhof
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wijziging van ouderlijk gezag en omgangsregeling tussen vader en dochter
In deze zaak heeft de vader verzocht om wijziging van het ouderlijk gezag over zijn minderjarige dochter, geboren uit een affectieve relatie met de moeder. De vader heeft de dochter erkend, maar de moeder heeft van rechtswege het gezag. De vader stelt dat zij van najaar 1997 tot voorjaar 2003 hebben samengewoond, maar er is geen registratie in het gezagsregister. De vader verzoekt om gezamenlijk ouderlijk gezag en een omgangsregeling, omdat hij afhankelijk is van de moeder voor contact met zijn dochter. De kantonrechter heeft de vader niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wijziging van het gezag, omdat onvoldoende is aangetoond dat er sprake is van 'family life' in de zin van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De kantonrechter heeft geoordeeld dat de erkenning van de dochter en materiële voorzieningen in de woning van de moeder niet voldoende zijn om aan te nemen dat er sprake is van een gezinsleven. De vader kan daarom niet in zijn verzoek worden ontvangen. De kantonrechter heeft het verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling aangehouden in afwachting van een rapportage door de Raad voor de Kinderbescherming, die moet adviseren over de omgangsregeling tussen de vader en de dochter. De verdere behandeling van de zaak is aangehouden tot een pro forma zitting op 20 maart 2006.