RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton Locatie Zaandam
zaak/rolnr.: 276889 / CV EXPL 05-3470
datum uitspraak: 27 oktober 2005
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
Transfair B.V.
te Zwolle,
eisende partij,
hierna te noemen Transfair,
gemachtigde mr. R. Wijburg,
[gedaagde]
te [woonplaats + adres]
gedaagde partij,
hierna te noemen [gedaagde],
gemachtigde geen (procedeert in persoon).
Transfair heeft op gronden zoals in de dagvaarding vermeld een vordering ingesteld tegen [gedaagde].
Hierop heeft [gedaagde] geantwoord.
Vervolgens is schriftelijk voort geprocedeerd. Daarbij is de eis verminderd.
Tenslotte is de uitspraak op vandaag bepaald.
De inhoud van alle processtukken, waaronder begrepen de mogelijk door partijen overgelegde producties, wordt als hier overgenomen beschouwd.
Transfair vordert dat de kantonrechter, bij vonnis uitvoer-baar bij voorraad, [gedaagde] zal veroordelen aan Transfair te betalen de somma van € 435,23 met (verdere) rente en kos-ten. Bij repliek is deze vordering aanmerkelijk verminderd, zij het dat toen niet precies meer is aangegeven wat de restvordering is.
Het verweer strekt tot gehele of gedeeltelijke afwijzing van de vordering.
De beoordeling van het geschil
Het gaat in deze zaak om de afwikkeling van een overeenkomst met betrekking tot door Ben Nederland BV te verlenen telefoniediensten.
Om te beginnen moet worden vastgesteld dat T-Mobile Netherlands BV een en dezelfde rechtspersoon is als BEN. Alleen de naam is gewijzigd.
Verder is onweersproken gebleven dat T-Mobile Netherlands BV haar vordering op [gedaagde] aan Transfair heeft overgedragen. Transfair is dus ontvankelijk in die vordering.
Onweersproken is verder gebleven dat [gedaagde] de overeenkomst, na herhaalde klachten over het slechte bereik, bij brief van 26 februari 2003 met onmiddellijke ingang heeft ontbonden. Dat T-Mobile deze opzegging bij brief van 10 maart 2003 als een voornemen heeft aangemerkt is onbegrijpelijk. De brief van 26 februari 2003 is, mede gelet op de eerder door [gedaagde] verstuurde brieven, waarop overigens geen voor mij kenbaar antwoord is gegeven, volstrekt duidelijk. [gedaagde] was het zat en wilde niet meer met T-Mobile verder.
Naar het oordeel van de kantonrechter was [gedaagde] onder de gegeven omstandigheden gerechtigd om de overeenkomst met onmiddellijke ingang te ontbinden. Bij gebreke van een (voldoende feitelijk) onderbouwde reactie op de klachten van [gedaagde], moet het er immers voor worden gehouden dat de dienstverlening van T-Mobile inderdaad structureel onder de maat bleef. T-Mobile mag dan wel stellen dat zij de klachten heeft onderzocht, maar daarvan blijkt verder niets. Het had op haar weg gelegen om in elk geval de klachtbrieven van [gedaagde] behoorlijk te beantwoorden. Dat T-Mobile dit heeft nagelaten past niet bij een behoorlijke klachtbehandeling.
Welnu, de overeenkomst was na ontvangst van de brief van 26 februari 2003 wegens wanprestatie aan de kant van T-Mobile rechtsgeldig ontbonden zodat [gedaagde] daarna niets meer uit hoofde van die overeenkomst verschuldigd kan zijn geworden. In het midden kan blijven of [gedaagde] daarna nog, al dan niet bewust, gebruik heeft gemaakt van de door T-Mobile vooralsnog niet verbroken verbinding, nu dat hoogstens aanleiding had kunnen geven tot een vordering uit onrechtmatige daad of ongerechtvaardigde verrijking, die echter niet is ingesteld.
Omtrent de proceskosten moet worden beslist zoals hierna bepaald.
De vordering wordt afgewezen.
Transfair wordt veroordeeld in de kosten van deze procedure, deze voor zover gerezen aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 50,--.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.M.Visser, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 27 oktober 2005, in tegenwoordigheid van de griffier.