ECLI:NL:RBHAA:2005:AU5582
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.M. Visser
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van arbeidsovereenkomst na diefstal van een klein bedrag uit de jas van een collega
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 25 oktober 2005 uitspraak gedaan over de ontbinding van een arbeidsovereenkomst tussen Stichting Doopsgezind Zorgcentrum "Het Mennistenerf" en een medewerker, hierna te noemen [verweerster]. De arbeidsovereenkomst bestond sinds 11 december 1995 en de laatste functie van [verweerster] was medewerker linnenkamer, met een laatstverdiend salaris van € 1.392,24 bruto per maand. De aanleiding voor het verzoek tot ontbinding was een incident van diefstal, waarbij [verweerster] op 7 september 2005 werd betrapt op het stelen van € 0,50 uit de jaszak van een collega, wat werd vastgesteld door een camera die in de kleedruimte was geplaatst naar aanleiding van eerdere meldingen van vermissing van geldbedragen.
Na haar bekentenis werd [verweerster] op 9 september 2005 geschorst. De rechtbank oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren die tot niet-ontvankelijkheid van het verzoek zouden leiden. Ook bleek er geen sprake te zijn van ontslagverboden zoals bedoeld in de artikelen 7:647, 648, 670 en 670a van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank concludeerde dat de omstandigheden voldoende gewichtige redenen opleverden om de arbeidsovereenkomst op korte termijn te ontbinden.
De rechtbank oordeelde dat [verweerster] geen recht had op een vergoeding, aangezien de ontbinding van de arbeidsovereenkomst geheel of in overwegende mate aan haar te wijten was. De mondelinge behandeling vond plaats op 18 oktober 2005, en de uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier. De beslissing was dat de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 november 2005 werd ontbonden zonder toekenning van een vergoeding, en dat iedere partij de eigen kosten moest dragen.