ECLI:NL:RBHAA:2005:AU3167
Rechtbank Haarlem
- Raadkamer
- M. van Dijk
- Rechtspraak.nl
Vernederende fouillering en schadevergoeding na onrechtmatige aanhouding
Op 11 maart 2005 diende verzoekster, bijgestaan door haar advocaat mr. J.K. Gaasbeek, een verzoekschrift in bij de rechtbank Haarlem. Dit verzoekschrift, dat op 10 maart 2005 was gedateerd, was gericht op het verkrijgen van schadevergoeding voor de gevolgen van een onrechtmatige aanhouding op verdenking van overtreding van de Opiumwet. Verzoekster stelde dat zij onterecht was aangehouden en dat zij een vernederende fouillering had ondergaan, wat leidde tot ernstige inbreuk op haar privacy en goede naam. De rechtbank behandelde het verzoekschrift op 25 juli 2005 in raadkamer, waarbij verzoekster in persoon aanwezig was, samen met de officier van justitie mr. Van Damme.
De rechtbank oordeelde dat de strafzaak tegen verzoekster was geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel, waardoor zij recht had op schadevergoeding voor de onterecht ondergane vrijheidsbeneming. De rechtbank erkende dat de fouillering die verzoekster had ondergaan als zeer vernederend moest worden beschouwd, vooral omdat er geen proces-verbaal was waarin dit onderzoek was gerapporteerd. De rechtbank besloot dat, gezien de omstandigheden van het geval, een hogere dagvergoeding voor het verblijf in het detentiecentrum op zijn plaats was.
Uiteindelijk kende de rechtbank verzoekster een schadevergoeding toe van € 299,13, bestaande uit € 250 voor één dag verblijf in het detentiecentrum en € 49,13 voor reiskosten. De rechtbank wees andere verzoeken van verzoekster af, waaronder de vergoeding voor de reparatie van haar armband en de vergoeding voor het opnemen van vrije dagen, omdat deze niet als schade konden worden aangemerkt. De uitspraak werd gedaan door mr. M. van Dijk in aanwezigheid van griffier mr. Venselaar en werd openbaar uitgesproken op 10 augustus 2005.