ECLI:NL:RBHAA:2005:AU0441
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- G. Guinau
- G.W.S. de Groot
- A.P.W. Duijkersloot
- Rechtspraak.nl
Declaratiegeschil tussen eiseres en notaris over honorarium en overige kosten
In deze zaak gaat het om een declaratiegeschil tussen eiseres en notaris [notaris] naar aanleiding van een geschil over de hoogte van de declaratie voor ambtelijke werkzaamheden. Eiseres heeft in 1998 een koopovereenkomst gesloten voor een woning te Zaandam, waarbij de notaris betrokken was. Na het passeren van de transport- en hypotheekakte ontstond er onenigheid over de definitieve nota van afrekening, die hoger uitviel dan de voorlopige nota. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de hoogte van de declaratie, die volgens haar onjuist en te hoog was. De notaris heeft in zijn verweer aangevoerd dat eiseres te kwader trouw was en dat de kosten voor haar rekening zouden moeten komen. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 13 juli 2005, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. P.P. Otte, en de notaris in persoon aanwezig was.
De rechtbank heeft overwogen dat artikel 55 van de Wet op het Notarisambt (WNA) de notaris verplicht om op verzoek van de cliënt een gespecificeerde rekening op te maken. In dit geval heeft de rechtbank geoordeeld dat de notaris de declaratie te hoog heeft vastgesteld en dat de kosten die eiseres in rekening zijn gebracht niet in overeenstemming zijn met de wettelijke bepalingen. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, maar heeft ook aangegeven dat de notaris de in rekening gebrachte posten voor vergoeding aan de verkoper en andere kosten aan eiseres dient te restitueren. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de notaris zich aan de regels van de WNA heeft gehouden en dat het geschil niet op een andere manier opgelost kan worden dan via de voorzitter van de ring, zoals voorgeschreven in de wet.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank Haarlem, waarbij de voorzitter, mr. G. Guinau, en de leden, mrs. G.W.S. de Groot en A.P.W. Duijkersloot, aanwezig waren. De uitspraak is openbaar gemaakt op 22 juli 2005, en tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.